interview

Valentijn Hoogenkamp

“Als queer persoon ben je altijd tegelijkertijd aan het strijden en vieren”

Valentijn Hoogenkamp over zijn Pride-gedicht ‘Als mijn hart zich maar niet sluit’

Gepubliceerd
Leestijd: 3 min

Kunstenaar Valentijn Hoogenkamp schreef dit jaar in opdracht van de CPNB het Regenbooggedicht ‘Als mijn hart zich maar niet sluit’. “Je kunt je ergens voor schamen en dat tegelijkertijd het mooiste aan jezelf vinden.”

Wat heb je met jouw gedicht willen overbrengen? 

“De eerste versies die ik schreef gingen over schaamte, die volgens mij voor veel queers herkenbaar is. Ik liet het aan een aantal mensen lezen en die werden er best verdrietig van, moesten er ook een beetje van huilen. Dat was niet wat ik over wilde brengen. Met dit gedicht wil ik het juist een keer hebben over het stiekem trots zijn dat je anders bent. Je kunt je ergens voor schamen en dat tegelijkertijd het mooiste aan jezelf vinden.” 

“ik ben overwegend gealarmeerd, maar ik zie ook lichtpunten”

Heb je lang moeten zoeken naar de juiste toon en vorm? 

“Ik kreeg eerst een beetje buikpijn van de opdracht. Ik vond het een eer, maar voelde ook veel verantwoordelijkheid richting de community. De queer-ervaring is zo verschillend voor zoveel mensen. Maar toen bedacht ik: wat ons misschien het meest van alles verbindt, is dat we elkaar ondanks de schaamte toch opzoeken, met elkaar naar bed gaan, laten zien dat we bestaan. Ik wist direct dat ik de volgende zin erin wilde hebben: ‘We wisten het sinds altijd’. Als mensen horen dat iemand queer is, willen ze vaak weten wanneer je erachter kwam. Dit is daarop mijn antwoord.”

In je gedicht roep je het beeld op van een ‘sletcircus’, met welke reden? 

“Toen ik op dat beeld kwam, merkte ik dat in die arena allerlei kanten van mijn gevoel kwijt kon. De liefde, de schaamte, het kijken naar en jezelf vergelijken met andere queers en bekeken en beoordeeld worden door mensen die niet queer zijn, die zeggen: ‘Jouw liefde is echt moedig’. Vast aardig bedoeld, maar het is gek als iets wat voor jou heel normaal voelt als moedig wordt bestempeld. Zo wordt iemand zoenen die je hot vindt ineens een politieke daad. En dan moet je nog dealen met echt nare shit, zoals een kabinet dat het heeft voorzien op zogenaamde ‘genderwaanzin’. Als queer persoon ben je altijd op verschillende niveaus tegelijkertijd aan het strijden en vieren.”

Is er een ‘regenboogboek’ waarmee jij een speciale band hebt? 

“Ik heb een leesmarathon gehouden met Rubyfruit Jungle van Rita Mae Brown en Detransition, Baby van Torrey Peters. Van beide boeken kreeg ik zo’n zin om naar buiten te gaan, iemand te versieren en messy te zijn. Kitchen van Banana Yoshimoto is ook bloedmooi, maar wel verdrietig. Daarin verbeeldt zij prachtig het diepere gevoel van anders zijn. En Dennie is een star van Maartje Wortel, over knoeien met tijd en realiteit omdat je liefdesverdriet hebt.”

Welke ontwikkelingen in de community geven je hoop? 

“Ik ben overwegend gealarmeerd, maar zie ook lichtpunten. Mensen die een positief tegengeluid willen bieden aan de zorgwekkende ontwikkelingen in onze samenleving en politiek. Ook vond ik het prachtig hoe laatst een hele groep jonge queers samenkwam om Café Saarein [een van de oudste feministische queercafés van Nederland – red.] te redden, toen de eigenaar besloot met pensioen te gaan. Daar zitten jong en ouder publiek nu samen aan de bar. Want ook de jongere generatie heeft behoefte aan fysieke plekken om elkaar te ontmoeten.”

als mijn hart zich maar niet sluit

Iedereen kent een verhaal over schaamte, over eindeloos hulpeloos,
maar vergeet de waarheid en sluit je aan bij het sletcircus.

Hang verliefd aan de trapeze, aanbid alles wat je kunt likken
en schrijf geheimen op je onderbroek want hoezo is liefde moedig?

Ik schrijf dit gedicht met badwater en jij vertelt over mannen in jurken,
vrouwen die hun vriendin als trouwring dragen.

Niet vallen lieveling, hou me vast van links naar rechts en stop met het verkopen van angst. Een ambulance scheurt door de piste, vijf dragqueens tuimelen eruit

en bekogelen het publiek met natte biefstuk, mijn ‘ik hou van jou’ mengt met de sirene.

Jij stelt voor om te gaan zwemmen in de olifantenfontein. Was ik maar dat water
om jouw huid heen, zing mijn lichaam klein zodat ik onder je nagels kan kruipen, 

jij me in kan ademen tot ik door je longen naar je hart glij,
kamer in, kamer uit met salto’s en vlinderslagen.

Want mijn liefde is het mooiste aan mij, alles wat ik wil van de wereld.

Jij die me zal vangen, nooit laten glippen, al vanaf de eerste keer dat ik jouw vingers zag wist ik die zijn goed antislip, we dragen veren en buigen en zingen

en het publiek maar applaudisseren voor onze tederheid, voor glitter en de eenzaamheid, we weten wie we zijn en we wisten het sinds altijd.

Powered by Labrador CMS