Uit onze archieven:

‘Ik ben nu 36 en heb eindelijk mijn eerste betaalde baan’

Genderqueer Anne heeft na meer dan 20 jaar vrijwilligen betaald werk

Leestijd: < 1 min

Soms stoten LHBT’s zich op de arbeidsmarkt lelijk tegen het spreekwoordelijke Roze Plafond. In deze serie spreken we met personen die door dat plafond wisten te breken. Van alle minderheden hebben transpersonen op de arbeidsmarkt misschien wel de lastigste positie. Genderqueer Anne Levah Russchen had een moeilijke jeugd, maar ook haar transitie speelde haar parten bij het toetreden tot de arbeidsmarkt. Op haar 36ste heeft ze nu eindelijk haar eerste betaalde baan bemachtigd.

Lastige thuissituatie
‘Ik heb niet de makkelijkste jeugd gehad. Door meerdere redenen belandde ik al op jonge leeftijd in de jeugdhulpverlening. Ik heb geen middelbaar onderwijs genoten, laat staan een vervolgopleiding gevolggd. Ik had geen gedragsproblemen en was ambitieus genoeg, maar ik paste toen al niet helemaal binnen de norm. De arbeidsmarkt betreden was daarom na mijn pubertijd eigenlijk geen optie en zo ben ik op mijn 18de al in de Wajong terechtgekomen.’

‘Ik hoefde geen vrouw te worden, ik wilde mezelf worden’

Man noch vrouw
‘Op mijn 21ste bereikte ik het punt waarop ik me niet meer helemaal thuis voelde in de genderrol van een jongen. An sich was dat niet zo’n issue, maar er een vorm aan geven was best ingewikkeld. Het is niet zo heel lang terug, 2001, maar destijds kwam het zelden voor dat een female to male transpersoon onder de 30 al een coming-out had. Daarbij moest je toen nog kiezen: je werd volledig man óf vrouw: een tussenvorm was niet toegestaan. Ik identificeer me als genderqueer – man noch vrouw – maar daar wilde het genderteam niets van weten. Ze konden me helpen om volledig vrouw te worden, en anders zocht ik het maar uit. Ik ben toen een enorme discussie daarover aangegaan. Ik wilde eerst een borstvergroting, voordat ik eventueel een geslachtsoperatie zou ondergaan. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin en na de borstoperatie was ik eigenlijk wel tevreden. Ik hoefde geen vrouw te worden, ik wilde mezelf worden. Voor de buitenwereld lijk ik tegenwoordig het meest op een transvrouw, dus leg ik het meestal maar zo uit.’

Anne Levah
Anne Levah

Vrijwillig in actie
'Al op zeer jonge leeftijd werkte ik vrijwillig in de wereldwinkel. Destijds was dat nog een zeer progressieve, maatschappelijk betrokken winkel. Er werkten veel studenten sociologie, antropologie en psychologie. Daar werd het zaadje geplant om me sociaal-maatschappelijk in te zetten. In 2005, toen ik mijn eigen persoonlijke ontwikkelingsproces achter de rug had, ben ik daar echt mee aan de slag gegaan. Ik was een soort pionier met mijn vorm van transitie, dus ik wilde daar meer mee doen. Zo ben ik bij COC Groningen terechtgekomen als vrijwilliger, waar ik al vrij snel tot het bestuur toetrad. Ook raakte ik betrokken bij de plaatselijke afdeling van de landelijke transgendervereniging. Van daaruit heb ik samen met een collega de eerste regionale transgenderbelangenorganisatie opgericht. Het lastige is dat transorganisaties vaak – zelfs nu – nóg meer op hun eigen eilandje opereren dan homobelangenorganisaties. Ik denk dat je ook niet te veel angst moet hebben om als transpersoon in de picture te staan. Er is een enorm gebrek aan rolmodellen en er is soms te weinig gemeenschapsgevoel, daarom verloopt de transgenderemancipatie ten dele zo sloom.’

‘Een groot deel van de transpersonen is werkloos en transgenders belanden vaker in de seksindustrie’

Aan de rand van de maatschappij
‘Vrijwilligerswerk vinden ging me goed af, maar een betaalde baan is andere koek. Ik sta vrij sterk in mijn schoenen, weet wie ik ben, maar ik loop ook tegen grenzen aan. Ik zit al jaren niet meer aan de hormonen, maar heb daar aanzienlijke medische klachten aan overgehouden, waaronder chronische vermoeidheid. Daarbij ben ik dan wel zeer geëmancipeerd, maar kan ik niet de deur uit zonder gezien te worden. Ik val altijd op als transgender vrouw voor mensen. Die druk is er altijd. In vrijwilligersfuncties kon ik me terugtrekken als het even niet ging, maar binnen de structuur van een organisatie opereren is heel wat anders. Werk vinden en behouden is voor heel veel transpersonen een enorm probleem. Transpersonen leven vaak aan de rand van de maatschappij, een belangrijke rol daarin speelt de schijntolerantie: alles mag, zolang je maar past binnen de heteronormatieve norm. Als je als transpersoon maar passabel bent, dan is het probleem iets minder groot, dan kun je er eventueel voor kiezen om je transitie te verzwijgen. Is dat niet het geval, dan is de situatie vaak veel minder rooskleurig. Transgenders die uit de kast komen zijn voor een groot deel werkloos, of werken in de seksindustrie. Daarbij krijgen transpersonen vandaag de dag maar erg weinig vergoed van de benodigde medische en cosmetische zorg. Dat heeft uiteraard ook zijn weerslag op het psychische en sociale functioneren. De gemiddelde transjongere zal dan ook niet snel een rolmodel zien in iemand als de steenrijke Caitlin Jenner. De samenleving begint wel wakker te worden gelukkig. Er komt vanuit de overheid ook meer geld en steun vrij om aan deze problematiek te werken.’

De moeite waard
‘Mijn vrijwillige functies waren allemaal in de LHBT-hoek, dat gaf een stukje veiligheid. Over het algemeen is er in dat veld alleen helaas niet veel betaald werk. Eind 2015 werd ik door de gemeente Alkmaar gevraagd om vrijwillig als Regenboogambassadeur met portefeuille jongeren en onderwijs aan de slag te gaan. Op een gegeven moment heb ik aangegeven dat het met de ervaring en expertise die ik heb opgedaan, en de tijd die ik in mijn werk steek, het eerlijk zou zijn als ik daarvoor ook betaald zou worden. Ik benaderde Stichting GenderTalent voor bemiddeling. Zij beschikken over de nodige expertise en hebben me begeleid bij het zorgen dat mijn vrijwilligersfunctie een betaalde vaste aanstelling werd. Het nieuws dat zich een transgender bevindt tussen de ambtenaren verspreid zich als een lopend vuurtje. Het maakt me blij, ik heb heel wat jaren gewerkt aan LHBT-emancipatie, heb veel ervaring opgedaan, maar voelde me soms toch een beetje een vreemde eend in de bijt tussen alle hooggeplaatste figuren. Ik hield me staande, maar het maakte me vaak ook onzeker. Door deze baan wordt mijn talent bevestigd en krijg ik eindelijk de erkenning die ik zocht.

Lees ook de andere verhalen in de serie 'Het Roze Plafond'

Fotografie: Monseigneur Madhatter / Visagie: Danitsja Wijnmalen / Haar: De Kappers Utrecht

Powered by Labrador CMS