Politiek

Waarom de meerouderschapswet er nú moet komen

Leestijd: < 1 min

Minister Dekker van Rechtsbescherming komt op z’n vroegst pas in maart 2019 met een meerouderschapswet, dat meldde COC Nederland vorige week. Ook draagmoederschap en volledige gelijkstelling van het lesbisch ouderschap gaat de minister volgend jaar pas regelen. Wij spreken drie mensen die uitleggen waarom de wet er nu moet komen.

Steven Bunt
Vader van een zoon en dochter, juridisch gezien van één
“Samen met mijn echtgenoot Frank ben ik vader van twee kinderen. Wij hebben de kinderen met twee vrouwen, dat wil zeggen: door middel van co-ouderschap met een lesbisch stel. Onze twee kinderen zijn geen bloedverwanten van elkaar. In de praktijk zijn we alle vier de ouders, op papier is dat echter nog niet zo. Ik heb het gezag over een van de kinderen samen met een van de vrouwen, Frank heeft dat over het andere kind met de andere vrouw. Voor ons is het heel belangrijk dat de meerouderschapswet er komt, dat is een stukje erkenning. Het voelt heel scheef dat we nu niet alle vier de ouders zijn van onze kinderen. Het levert ook problemen op met reizen. Met een van mijn kinderen mag ik gewoon reizen naar het buitenland, maar met mijn andere kind moet ik een toestemmingsverklaring van Frank hebben.

“Niet alleen draagmoeders kunnen zich bedenken, dat kunnen wensouders ook”

Dat is natuurlijk makkelijk geregeld, maar twee-ouderstellen hoeven dat niet te doen. Bovendien moesten wij naar de notaris om vast te leggen waar de kinderen heengaan als wij zouden overlijden. Als we dat niet hadden gedaan, gingen de kinderen automatisch naar onze familie, en niet naar de ouders. Het kost veel geld om een testament op te laten maken. Ik word er een beetje moedeloos van het feit dat minister Dekker nu tot 2019 wil wachten, er is al uitgebreid onderzoek geweest en er ligt een dik pak papier met advies van de Staatscommissie Herijking Ouderschap waarin verschillende voor- en tegenstanders advies hebben gegeven. Je twijfelt een beetje aan de goede intenties.”

waarom-de-meerouderschapswet-er-nu-moet-komen
Steven en zijn gezin

Als draagmoeder kun je met de huidige wetgeving niets. Er is op dit moment veel onzekerheid onder draagmoeders. Ik ben nu de juridische moeder van de twee kinderen, heb dus het gezag over die kinderen. De vaders moeten toestemming aan mij vragen als ze op reis gaan met het kind. Dat is helemaal niet de bedoeling, ik ben de draagmoeder, niet de ouder. Ik blijf gewoon in beeld, maar heb bewust geen opvoedende rol. Dat moet in de nieuwe wet zo snel mogelijk geregeld worden. Ik heb uitgebreid de tijd gehad de vaders te leren kennen en een vertrouwelijke band op te bouwen, maar ik hoor veel mensen die na twee weken al beginnen met zelfinseminatie. Ik hou mijn hart vast: het is wachten tot het een keer misgaat.”

“Er hoeft geen aparte commissie voor benoemd te worden, er is lang genoeg over vergaderd”

Tanja Ineke
Voorzitter COC Nederland
“Het is tijd voor actie. COC Nederland vraagt al acht jaar lang om een goede meerouderschapswet. Kinderen en ouders in meeroudergezinnen wachten al veel te lang. Vorig jaar hebben acht politieke partijen een handtekening onder COC’s Regenboog Stembusakkoord gezet waarmee ze beloofden om snel voor een wet te zorgen, maar dat is tot op heden nog niet gebeurd. Dat is gewoon heel erg irritant. Kinderen willen gewoon dat al hun ouders erkend worden, willen dat al hun ouders standaard mee mogen naar klassenavonden en de dokter. Die erkenning is het allerbelangrijkste.”

Zowel de wet meerouderschap, als een wet voor draagmoederschap en gelijkstelling van het lesbisch ouderschap worden pas op zijn vroegst volgend jaar geregeld. De uitwerking zit hem echter in de details. Dat kunnen ambtenaren doen als onderdeel van het wetgevingstraject, daar hoef je geen aparte commissies voor te benoemen. Er is lang genoeg over vergaderd.”

Foto: Philip Tijsma voor COC Nederland
Powered by Labrador CMS