Waar moeten de stille homo's heen?

Gastcolumn Brian Sandifort

Leestijd: < 1 min

Een aantal weken geleden keek ik Nanette van Hannah Gadsby. Een comedy heeft me nog nooit zo aangegrepen, maar het was ook – als lid van de LHBTQ-gemeenschap – een feest der herkenning.

In het begin van de show zegt ze onder andere: “Ik keek naar Mardi Gras (Pride in Australië, red.) op mijn tv in mijn woonkamer in mijn dorp. Mijn eerste introductie aan mijn volk. Mijn volk dat flaneert in een parade. En ik dacht altijd: dat zijn mijn mensen. Wat zijn ze druk. Ze houden van dansen en feesten. Ik zat me altijd af te vragen: waar gaan de stille homo´s heen?”
Ik heb mijn hele leven lang precies hetzelfde gevoeld toen ik Pride Amsterdam vanaf de beeldbuis meemaakte. Toch ging ik mijn eigen grenzen over en voer vorig jaar mee over de grachten tijdens de Canal Parade van Pride Amsterdam.

Dat ging overigens ook niet zonder slag of stoot. Vanaf het moment dat de oproep voor inschrijving voor deelname op de boot de weg naar mijn inbox vond, belandde ik in een interne crisis. Van jongs af aan zie je de parade over de grachten met de extravagantie en bijzondere types op de zenders van NPO. De verslaglegging wordt jolig gedaan door een bekende homoseksueel en ik herinner me vooral de tenenkrommende schaamte als ik dat op tv aanschouwde.

Het moment dat ik mee zou varen, zou betekenen dat ik een van hen werd; een van de extravagante types op tv.

Zo was ik toch niet? Moest ik me met hen kunnen identificeren? Opgesloten in de kast, zorgde de optocht in mijn geval niet voor verlichting. Het deed de tongen rollen in mijn directe omgeving op het moment dat ik het liefst zo ver mogelijk van het onderwerp vandaan wilde blijven. Het leverde cliché-uitspraken op: ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ of ‘Ik heb niks tegen homo’s, maar moeten ze er nou zo mee te koop lopen?’ of de mooie ‘Ik ken ook een homo, maar die is wel gewoon normaal hoor’. De directe of indirecte afkeur over mijn mensen had een directe invloed op mij.

Zelfs nadat ik de deuren van mijn kast had geopend en de weg naar buiten als Hans en Grietje had weten te vinden, moest ik nog steeds niets hebben van een deelname aan de Pride. Het moment dat ik mee zou varen, zou betekenen dat ik een van hen werd; een van de extravagante types op tv. De sticker, het label, zou ik vanaf dat moment meekrijgen en zou ik er niet meer af kunnen halen. Ik besefte dat de geopende kastdeuren nog maar op een kier stonden, want het publiek verkondigen van een deelname aan Pride heeft een heel andere zwaarte dan je inner circle daarin mee te nemen.

Het verlaten van de kast betekende voor mij overigens ook niet dat ik niet meer bang was. Elke nieuwe kennismaking is voor mij een nieuwe coming-out, elk moment alleen over straat stap ik toch weer een stukje terug de kast in. De zorgen waar ik me toen mee bezighield, duiken dan altijd weer op: loop ik mannelijk genoeg, beweeg ik niet te veel en is mijn stem zwaar genoeg?

Voor zo lang als de boottocht duurde, heb ik mij nog nooit zo ontzorgd, opgelucht en vrij gevoeld.

Ik moest mijn eigen grenzen over om mezelf in te schrijven voor deelname aan de botenparade. Ik twijfelde erg: paste ik als stille homo wel tussen het kleurrijke feestgedruis? Ik twijfelde zó erg, dat de inschrijvingstermijn al lang en breed was verstreken op het moment dat ik eindelijk de knoop had doorgehakt. Met een flinke portie geluk raakte ik alsnog op de boot. En het was zo veel meer dan ik had durven dromen.

De boot zat vol met leuke mensen, de sfeer tijdens de boottocht was optimaal. Voor zo lang als de boottocht duurde, heb ik mij nog nooit zo opgelucht en vrij gevoeld. Mijn wangen zaten onder de glitters, mijn danspasjes waren gelijk aan die van Beyoncé. Voor een moment voelde het alsof heel Amsterdam samenkwam om mij te vieren en alsof de hele wereld werd verenigd in liefde en kleur. Al dansend, zingend en flirtend met de kade, voer ik samen met mijn mensen over de Amsterdamse grachten. Het spektakel dat ik zo vreesde, werd het hoogtepunt van mijn jaar.

Mijn geglitterde wangen schitterden in de zon en mijn hoofd was nog in de roze wolken. Maar het moment dat ik Amsterdam verliet, stapte ik ook weer met één been in de kast. De zorg om mijn veiligheid was groter dan mijn feestplezier. In de trein heb ik de glitters van mijn gezicht geboend met een zakdoek, mijn regenbogen verborgen onder mijn jack.

En dat is nu precies waarom de Pride nog steeds nodig is.

Pride gaat niet om extravaganza, Pride gaat om basisrechten. Je veilig voelen ongeacht hoe je loopt, praat of je jezelf kleedt. Of wie je liefhebt. Waar ik als klein jochie een rariteitenkabinet zag, zie ik nu mensen strijden voor gelijkheid en vrijheid. De mensen die voor LHBTQ-minderheden het leven draaglijker en veiliger willen maken. De mensen die onwetendheid het hoofd willen bieden.

One boat at a time.

Happy Pride!

Powered by Labrador CMS