Column Rik Alexander

Waarom ik me heb laten uitschrijven bij de Katholieke Kerk

"Ik sta op de foto met drie geestelijken die misbruik pleegden"

Leestijd: < 1 min

Afgelopen weekend wijdde NRC Handelsblad vier pagina’s in haar krant aan het misbruikschandaal binnen de Nederlandse katholieke kerk. Conclusie: meer dan de helft van de 39 kardinalen en (hulp)bisschoppen was op de hoogte van het misbruik of hielp mee aan het verhullen ervan. Vier van die bisschoppen pleegden zelf ontucht. Drie van hen heb ik persoonlijk ontmoet.

Dit is het moment waarop ik durf op te biechten dat ik mezelf heb laten uitschrijven uit het doopregister. Met de stip die er nu achter mijn naam staat, is mijn doopsel tenietgedaan en daarmee ook mijn communie en vormsel. Sindsdien ben ik officieel geen lid meer van de Katholieke Kerk. En dat doet pijn.

Aan het versturen van die brief gingen jaren van twijfelen, wikken en wegen vooraf. Toen ik een jaar of zeven was, belde ik aan bij de pastor bij mij in het dorp met de vraag of ik misdienaar mocht worden. Mijn ouders hebben me gedoopt, maar waren geen actieve kerkgangers. Waarom ik het dan toch wilde? Onbewust was het een stap in mijn zoektocht naar antwoorden en zingeving, al kon ik dat destijds – ik was 7 – nog niet duiden. In diezelfde periode werd ik gediagnosticeerd met een zeldzame stofwisselingsziekte. Mijn hele leven werd een vraagteken: waarom ben ik ziek en wat is de zin van het bestaan?

“Naarmate ik ouder werd, kwamen er barsten in mijn vertrouwen in de Katholieke Kerk”

Mijn verzoek om misdienaar te worden werd ingewilligd. Veel te jong en nog voor ik mijn communie had gedaan mocht ik voorop lopen als wij misdienaars, de lector en de pastor in processie de kerk binnenkwamen. Dat bleef ik meer dan vijftien jaar doen en die periode heeft me als mens gevormd. De pastor, de parochianen, misdienaars en de rituelen. Het kerkgebouw, dat een voorbeeld was van de wederopbouwarchitectuur en door zijn soberheid en minimalisme juist tot leven kwam. Ik voelde me er thuis en werd er mens.

Naarmate ik ouder werd, kwamen er barsten in mijn vertrouwen in het instituut ‘katholieke kerk.’ Een eye-opener was voor mij Het geluk van Limburg, een boek van Marcia Luyten. Met dit relaas over het levensverhaal van een Zuid-Limburger doet ze tevens de geschiedenis van de zuidelijkste provincie uit de doeken. Limburg was een wingewest, voor kerk en staat. Steenkool was rijkelijk aanwezig in de provincie. Het hield de kachel brandend en de economie draaiend. Het zwarte goud werd dag en nacht gedelfd, door mensen uit alle windstreken. Zwaar werk, dat vaak ten koste ging van de gezondheid en waarvoor mensenlevens werden opgeofferd. Mijnwerkers kregen er een huis, bloeiend verenigingsleven, baan en sociale voorzieningen voor terug. Zorgvuldig opgezet en geënsceneerd door priester en theoloog Henri Poels. De lange arm van de kerk reikte tot in de slaapkamer. Kerkbanken moesten gevuld worden met makke schaapjes. Regelmatig kwam meneer pastoor informeren of de vrouw des huizes in blijde verwachting was. Had je het lef om hiertegen te protesteren, dan was je je baan kwijt. Geen loonzakje, weg inkomsten. Hoe je die vijftien monden waaruit gezinnen vaak bestonden moest voeden, was geen zorg meer van de katholieke barmhartigheid.

“Zeggen dat de kerk ook progressieve pastoors kent die van binnenuit werken aan de modernisering van het instituut. Mooi voor de bühne, maar in de kern rot”

Ik als geboren Limburger heb jarenlang niet begrepen waarom de mijnstreek vijftig jaar na het bovenhalen van de laatste steenkool nog zoekende is naar een nieuwe identiteit. Hou het volk dom, zorg ervoor dat ze niet kritisch worden of in opstand komen, was het devies van de Kerk. Na de mijnsluiting trokken de Kerk en overheid hun beschermende handen uit de provincie terug. Ze lieten Limburg achter, als ware het een zinkend schip. Voor de elite was er een reddingssloep. Zij kwamen zorgeloos weg. Het volk had nooit leren zwemmen en werd nu op zee achtergelaten. Als je sterk genoeg was bereikte je al proestend en spartelend het vasteland. Ontredderd en onwetend. God mijn God, waarom hebt Gij een gedesoriënteerd Limburg verlaten?!

De hoop dat de kerk hier lering uit getrokken had was een illusie. Zeggen dat de kerk ook progressieve pastoors kent die van binnenuit werken aan de modernisering van het instituut, komt volgens mij op hetzelfde neer als schermen met het feit dat Shell investeert in windenergie. Mooi voor de bühne, maar in de kern rot. Een wereld met twee gezichten, zoals een backstage in het theater. De magie die je beleeft als publiek in de zaal wordt snel verbroken als je een kijkje achter de schermen neemt. Het contrast tussen voor en achter de coulissen is voor mij steeds scherper geworden. Het is me tegen gaan staan.

Het lukt me niet meer om mijn katholiek-zijn te verdedigen tegenover mezelf en anderen. Lang heb ik me verscholen achter het feit dat ik opgroeide in een kerkgemeenschap waar een ruimdenkende wind waaide, maar ook die progressieve stroming maakt deel uit van het instituut waar zulke vreselijke dingen gebeuren. Hoeveel priesters leiden er geen dubbelleven? Hoeveel priesters aanbidden ook een ander kruis dan dat waarover ze preken?

“Ik sta op de foto met drie geestelijken die kinderen misbruikten”

Ook in de kerk waar ik vijftien jaar kwam als misdienaar en parochiaan, gingen geestelijken in de viering voor die kinderen misbruikten, of meewerkten aan het verdoezelen daarvan. Drie van deze bisschoppen hebben kinderen het vormsel toegediend, terwijl ik ze assisteerde. Met deze mannen heb ik in de sacristie gestaan terwijl we ons omkleedden. Met alle drie sta ik op de foto. Er is mij nooit iets overkomen, maar hoeveel andere kinderen hebben zij tot slachtoffer gemaakt?

Ik heb gehoord hoe een geestelijke niet alleen zichzelf verloochende, maar ook een parochie bedroog door een relatie te hebben met een man en daardoor in twee werelden te leven. Gehoord hoe een eerwaarde zijn pastorie rijkelijk decoreerde met giften van vrome parochianen die eigenlijk bestemd waren voor de armenkas. Of de Deken van Gulpen, die leefde als een God in Frankrijk met de duurste luxe artikelen en er een harem aan relaties met mannen en vrouwen op nahield.

Ik heb gesproken met mensen die de wanhoop nabij zijn, omdat hun familie ze niet accepteert op basis van de leer van de kerk. Ze worden verstoten omdat kardinaal Eijk transgenderisme gelijkstelt aan euthanasie en de paus vindt dat homo’s moeten stoppen met het koloniseren van het huwelijk en traditionele waarden van familie en gezin. Nee, als je als ouder niet kunt accepteren dat je zoon of dochter homo is, dán kun je geestelijke bijstand krijgen. De homo zelf is niet welkom, tenzij hij dat zondige gedrag afzweert. Een oud-klasgenoot van mij heeft overwogen een einde te maken aan haar leven vanwege deze achterlijke standpunten, waar haar ouders op steunden. Om nog maar te zwijgen over euthanasie, abortus, voorbehoedsmiddelen en aids, of het kindermisbruik en het ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’-onderzoek van de commissie Deetman.

“De Katholieke Kerk staat niet meer met beide benen in de hedendaagse maatschappij”

Volgens mij is het priesterambt in zijn huidige vorm achterhaald en niet meer van deze tijd. Het kazuifel is zo verstikkend dat je je er zo snel mogelijk van moet bevrijden om het ware menselijke contact te vinden. In het hier en nu. Men heeft een relatie nodig met iemand van vlees en bloed. Een zielsverwant waarmee je je leven deelt in voor- en tegenspoed. Die op je wacht als je thuiskomt van je werk om samen te koken en de dag door te nemen. Een partner die je een schouder biedt om op uit te huilen of je een schop onder je kont geeft als je dat nodig hebt.

De Katholieke Kerk is een instituut dat niet meer met beide benen in de hedendaagse maatschappij staat. Een instituut dat zoveel mensen uitsluit en zoveel levens heeft verwoest en blijft verwoesten, daar wil ik geen deel meer van uitmaken. Daarom heb ik me laten uitschrijven en ben ik geen katholiek meer. In plaats daarvan geloof ik in mens en natuur. Ik geloof dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons geluk en dat we in harmonie met elkaar moeten samenleven. Ik geloof in de energie die we samen kunnen opwekken en sturen en in een macht die groter is dan we kunnen bevatten. Maar ik geloof niet meer in de leer van de katholieke kerk.

Het theater, de bioscoop, een festival, een etentje met vrienden of yoga. Dat zijn de nieuwe plekken waar mensen samenkomen voor spiritualiteit. Dat zijn de nieuwe kerken waar we contact leggen, tot bezinning komen, reflecteren en het hebben over de zin van het leven.

Volg je ons al op Instagram?

Powered by Labrador CMS