uit onze archieven

De worsteling met diversiteit in het Nederlandse film- en tv-landschap

Het witte doek

Leestijd: 10 min

Diversiteit in films, series en toneelstukken moet geen uitzondering zijn, maar regel. Dat pleidooi deden zes rijkscultuurfondsen eind augustus in NRC. Toch is dat soort nobele voornemens de afgelopen jaren wel vaker uitgesproken. Zijn Hilversum en de filmwereld op de goede weg als het gaat om meer diversiteit? An als dat niet het geval is, waar zit de kink in de kabel dan?

De toon van het vlammende betoog van de zes cultuurfondsen liet niets aan de verbeelding over. ‘We zien met lede ogen aan hoe het gepolariseerde maatschappelijke en politieke debat, met steeds zwaardere nadruk op identiteit, mensen eerder in een hokje plaatst dan eruit bevrijdt’, roepen de ondertekenaars stellig. ‘We zien en ervaren hoe benauwend dat hokje voor kunstenaars is. Dat moet veranderen.’
Er moet geld vrijkomen om ‘verhalen die nu niet gehoord worden’ een podium te bieden, de netwerken moeten worden aangesproken om diverser talent te vinden en ook bij de cultuurorganisaties en adviseurs-netwerken moet pluriformiteit de norm worden. Maar een belrondje langs de diverse fondsen of er ook concrete bedragen, harde doelstellingen of zelfs quota kunnen worden genoemd, levert niets op.
“De tekst spreekt voor zich”, luidt de boodschap van de meeste woordvoerders. Ook vanuit het werkveld wordt het pleidooi met onvrede ontvangen, want het is niet voor het eerst dat dit soort schijnbaar loze oproepen wordt gedaan.

Toch is er de afgelopen jaren al veel in beweging gezet, stelt woordvoerder Maria Lam van het Filmfonds, de organisatie die in Nederland de subsidies voor filmproducties verdeelt. Dit betekent dat het fonds wezenlijk invloed uitoefent op wat voor soort films in Nederland worden gemaakt.
“Voor het Filmfonds geldt dat diversiteit sinds januari 2017 integraal onderdeel is van de algemene beoordelingscriteria”, legt ze uit. “Het gaat daarbij om grotere diversiteit voor en achter de camera, in thematiek en bereik. Iedere aanvraag voor selectieve regelingen wordt daarop getoetst.” Ook vraagt het fonds elke aanvrager toe te lichten hoe de filmproductie een afspiegeling van de samenleving vormt. “We merken dat dit positief bijdraagt aan de bewustwording in de sector”, stelt Lam. “De eerste ervaringen zijn dat aanvragers hier zinvol op reflecteren.”

“het wordt door sommige mensen als taboe ervaren om überhaupt te praten over dat een grote groep nederlanders zichzelf momenteel niet of nauwelijks terugziet in films en series”

De diversiteit die het Filmfonds nastreeft, beperkt zich overigens niet alleen tot de culturele achtergrond van makers en personages: “Het gaat ook over leeftijd, gender of doelgroep.” In het selectie- proces is er volgens de zegsvrouw nadrukkelijker oog voor selectie van makers met een andere achtergrond en verhalen met een andere thematiek en doelgroep. Dit werpt daadwerkelijk vruchten
af, beklemtoont ze. “Met name bij regelingen voor nieuwe makers zie je de diversiteit in projecten toenemen.”

Het is sowieso een kwestie van een lange adem, omdat het ontwikkelen van filmproducties lang duurt, stelt het Filmfonds. De meest recente cijfers op het gebied van culturele diversiteit dateren
uit 2015, het jaar dat het fonds een eerste pleidooi hield voor meer diversiteit. Toen bleek dat van de regisseurs en scenaristen die subsidie kregen, een derde een ‘gemengde’ achtergrond had en/of niet in Nederland geboren was; bij de producenten lag het percentage aanzienlijk lager (15 procent). Deze cijfers hebben onder meer geleid tot intensieve samenwerking met de diverse belangenverenigingen om te kijken hoe in alle geledingen van het filmveld meer diversiteit kan worden bewerkstelligd.
Een van de leden van de vaste werkgroep is Martijn Winkler van de Dutch Directors Guild (DDG), de vakvereniging van film- en televisieregisseurs.

“Het is heel lastig om de goede wil die iedereen heeft om het veld diverser te maken, om te zetten in concrete actie”, is zijn ervaring de afgelopen jaren. Sterker nog: in eerste instantie leek er niet eens overeenstemming te zijn over het feit dát diversiteit actief bevorderd zou moeten worden, aldus de DDG-voorzitter. “Het wordt door sommige mensen nog als een soort taboe ervaren om er überhaupt over te praten dat een grote groep Nederlanders zichzelf momenteel niet of nauwelijks terugziet in films en series. Het zíjn ook confronterende discussies; je moet erkennen dat er dingen eigenlijk echt niet kloppen in het bestaande systeem.”

witte nieuwjaarsborrel

Het onderwerp is de afgelopen jaren in elk geval heel concreet op de agenda gezet, bevestigt de DDG. “Je kunt het optimistisch benaderen en zeggen dat dat een goede ontwikkeling is”, stelt Winkler. “Maar je kunt ook zeggen dat er wezenlijk nog vrij weinig is veranderd. De nieuwjaarsborrel van de filmsector is nog steeds een witte aangelegenheid. Iedereen voelt de urgentie, maar elke stap die wordt ondernomen, heeft nog steeds iets vrijblijvends. Misschien moeten we ook gewoon geduldiger zijn; zo’n proces heeft tijd nodig.”

“we gaan omroepen of makers geen quota opleggen. diversiteit is en blijft onderdeel van het gesprek, dat is wat ons betreft voldoende”

Uit de notulen van de werkgroep valt ook op te maken dat het bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in de praktijk nog heel lastig blijkt daadwerkelijk meer diversiteit te bewerkstelligen. Het aantrekken van andersoortige verhalen en makers is lastig en ‘colorblind casten’ gebeurt nog te weinig, constateert de werkgroep begin dit jaar.
“De belevingswereld van waaruit deze programmering is samengesteld, is witter dan wit”, klaagde een columnist op de website Etnomarketing, die het gebrek aan diversiteitsbeleid in de samenleving belicht, na de recente najaarspresentatie van de NPO.
Ook genrecoördinator drama Suzanne Kunzeler van de NPO erkent dat het altijd beter kan. “Maar we gaan omroepen of makers geen quota opleggen. Het is en blijft onderdeel van het gesprek, dat is wat ons betreft voldoende.” Percentages van het aantal series, films of programma’s die ‘divers’ genoemd mogen worden, kan de NPO niet geven. “Maar je ziet in veel series dat het onderwerp ‘diversiteit’ breed wordt opgepakt: denk aan De Luizenmoeder, Voetbalmeisjes, Vechtershart, Papadag of SpangaS.”

Kunzeler voegt daar meteen aan toe dat de diversiteit bij de NPO zich zeker niet beperkt tot alleen maar andere culturen. “Kijk naar een succesvolle serie als Hendrik Groen, waarin heel nadrukkelijk het verhaal van de ouderen in onze samenleving wordt verteld.” Ze stelt met klem dat het tijd kost om de programmering op alle fronten diverser te krijgen. “In sommige hoeken van de NPO wordt het sneller opgepakt en doorgevoerd dan op andere plekken”, zegt ze. “We merken dat het bijvoorbeeld bij de web only-series, die doorgaans minder kosten en sneller worden gemaakt, best snel aan het veranderen is.” De genrecoördinator benadrukt dat de kijkcijfers zeker bij meer diverse series niet doorslaggevend zijn bij de evaluatie. “We hebben bijvoorbeeld een tweede seizoen van Papadag besteld, ondanks dat de kijkcijfers veel beter hadden gekund. Ik stoor me echt aan het beeld dat vaak in media terugkeert dat wij makers alleen maar op de kijkcijfers afrekenen.”

positieve bagage

NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman heeft zich de afgelopen jaren ook erg hard gemaakt om de verhouding tussen mannen en vrouwen op televisie enigszins recht te trekken; wereldwijd is slechts een op de vier personen die op tv komt een vrouw. In Nederlandse talkshows ligt dit percentage tussen de 19 (DWDD) en 32 procent (RTL Late Night met Humberto). “Dit beleidsvoornemen heeft mede de weg geplaveid voor talenten als Eva Jinek of Nadia Moussaid”, aldus Kunzeler. Een aparte coördinator diversiteit die mogelijk een verbindende rol kan spelen in het proces, ziet ze niet zitten. “Er komt binnenkort weer een grotebezuinigingsronde aan, dus het lijkt me niet zinvol om nieuwe functies te gaan creëren. Dit is een onderwerp dat moet worden opgepakt door netmanagers en beleidsmedewerkers van de omroepen.”

“er wordt gezegd: we willen wel meer kleur, maar het mag niet ten koste van de kwaliteit gaan”

De DDG stoort zich juist enorm aan dat gebrek aan daadkracht in de publieke discussie over diversiteit. Bovendien worden er volgens de belangenvereniging te veel kromme argumenten gebruikt door beleidsmakers en (film)producenten. “Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd: we willen wel meer kleur, maar het mag niet ten koste van de kwaliteit gaan”, legt Winkler uit. “Waarmee ze, als je doorvraagt, bedoelen dat ze graag mensen inhuren die veel ervaring hebben. Daarmee blokkeer je dus elke mogelijkheid voor nieuwe, niet-witte talenten om ervaring op te doen; op die manier doorbreek je nooit de vicieuze cirkel waar we in zitten.”

Winkler denkt dat er in het makersveld anders naar vraag en aanbod moet worden gekeken. “We moeten meer uit de box durven denken: misschien hebben makers met een andere achtergrond minder ervaring, maar ze brengen wel andere positieve bagage met zich mee. Kwaliteit heeft ook te maken met verfrissend tegen dingen aankijken. Dat kan net zo goed een verrijking voor een productie betekenen als een Hollandse rot met jarenlange ervaring.”

Die mening wordt gedeeld door RTL, dat eind vorige jaar samen met de NPO en mediabedrijf VICE toetrad tot een coalitie om stereotyperingen in de media tegen te gaan. Het initiatief gaat uit van WOMEN Inc., een stichting die vooral de positie van vrouwen in Nederland wil verbeteren. Het gaat dan niet alleen maar om de zichtbaarheid van meer multiculturele diversiteit, maar ook om het bestrijden van vooroordelen over kleur, leeftijd, sekse en sociale klasse in de media.

RTL Nederland wordt door meerdere betrokkenen geprezen om de daadkrachtige aanpak van deze problemen; zo was de commerciële omroep twee jaar geleden de eerste die definitief overging op de zogenoemde ‘schoorsteenpiet’ in plaats van de traditionele Zwarte Piet. “Wil je als mediabedrijf relevant zijn, dan moet je ervoor zorgen dat je een afspiegeling van de samenleving bent”, stelt manager communicatie Kim Koppenol van RTL. “Tegelijkertijd wil je recht doen aan de traditie die voor Nederland en dus ook voor RTL zo belangrijk is: álle Nederlanders moeten zich kunnen herkennen in het aanbod. Met een diverser aanbod kan je ook andere doelgroepen en adverteerders aantrekken.”

“gordon gaat trouwen was een mijlpaal, omdat zo veel mensen wekenlang meeleefden met een groep homoseksuele mannen die elkaar het hof maakten”

complexe discussie

Dit voornemen gaat overigens veel verder dan alleen de zichtbaarheid van meer culturele diversiteit of vrouwen voor én achter de schermen. RTL is van plan op korte termijn een aantal initiatieven uit te rollen om unconscious bias onder de aandacht te brengen. Zo krijgen RTL-medewerkers een training die ze inzicht moet geven in onbewuste vooroordelen en stereotyperingen in taal. “Als dat werkt, rollen we het breder uit”, stelt Koppenol. Dit gebeurt inmiddels trouwens ook bij redacties van omroepen bij de publieke zenders, en binnenkort ook bij personeelsleden van de NPO-organisatie, laat NPO-coördinator Kunzeler desgevraagd weten. “Het is een complexe discussie”, legt Koppenol uit. “En de discussie heeft zo veel verschillende lagen. Het gaat verder dan kijken naar wat voor culturele achtergrond iemand heeft. Sommige manieren van denken zitten er van nature zó ingebakken. Dat is logisch, want we zijn nu eenmaal niet ‘de ander’, dus kunnen we ons ook niet automatisch in ‘de ander’ verplaatsen: daarvoor moet je bewust het gesprek aangaan. Dit dilemma komt op heel veel manieren tot uiting. Let maar eens op hoe anders mannelijke of vrouwelijke sporters soms geïnterviewd worden. De prestaties van vrouwen worden vaker gekoppeld aan hun uiterlijk.”
Vooruitgang wordt soms geboekt door veel heel kleine stapjes te zetten, beklemtoont de RTL-vrouw. “Aan Holland’s Next Top Model, dat al heel divers is, hebben we met de serie Curvy Supermodel ingespeeld op de ontwikkeling dat schoonheid in meerdere maten komt. Het recente succes van The Voice Senior laat zien dat ouderen in onze samenleving heel veel te bieden hebben. En Gordon gaat trouwen was, ondanks de slordige ontknoping, een mijlpaal, omdat zo veel mensen wekenlang meeleefden met een groep homoseksuele mannen die elkaar het hof maakten.”

elitair instituut

Zoals in Hilversum veel partijen het heft in eigen hand nemen, zijn er ook in het filmveld veel organisaties die zelf proberen het tij te keren. Directeur Bart Römer van de Nederlandse Filmacademie (NFA) heeft de afgelopen twee jaar heel concreet stappen ondernomen om zijn school minder wit te maken. “En dat onze school te wit is, is niet ons enige probleem”, stelt hij. “We worstelen ook met het feit dat we door veel mensen worden gezien als een elitair instituut met een hoge drempel.” Dit was een van de resultaten van een groot onderzoek dat de Filmacademie heeft laten doen naar eigen diversiteit. “Van dat imago moeten we zo snel mogelijk af. We zijn de eerste schakel als het gaat om talentontwikkeling – dus ook voor niet-witte talenten met een niet-witte culturele achtergrond. Dat moeten we naar buiten toe uitdragen en daar moeten we ook naar handelen.” Römer en zijn team hebben het afgelopen jaar contact gelegd met filmworkshops die op wijkniveau worden gegeven in multiculturele stadsdelen als Amsterdam-West. Studenten van de Filmacademie gaven in december een eerste masterclass in Studio West, een initiatief van Theater de Meervaart waar tieners de kans krijgen hun creatieve talenten te ontwikkelen.

Het project viel aan beide kanten in goede aarde en wordt dit najaar verder uitgerold; in de Filmacademie vindt dan een vertoning plaats
van filmpjes die jongeren hebben gemaakt bij Studio West. “We nodigen ook vooral ouders uit om mee te komen”, legt de directeur uit. “De jonge filmmakers en hun familie maken dan kennis met het gebouw en het instituut; op die manier wordt de drempel hopelijk lager.” Deze aanpak wordt komend schooljaar naar verwachting uitgebreid met initiatieven in Rotterdam en Den Haag waarvoor de Filmacademie nu contacten legt. Maar Römer denkt ook groter: zo is Nederland begin volgend jaar het gastland van een groot congres over diversiteit waar tussen de veertig en vijftig Europese filmscholen aanwezig zullen zijn.

“als de npo écht wil doorpakken, zouden ze diversiteit op alle niveaus veel concreter moeten maken. mooie plannen maken kan iedereen”

De directeur bevestigt de al dan niet bewuste weerstand in de sector om echt harde doelen af te spreken. “Als bijvoorbeeld de NPO écht wil doorpakken, zouden ze diversiteit op alle niveaus veel concreter moeten maken”, stelt hij. “Mooie plannen maken kan iedereen. Maar veel mensen zijn toch op hun hoede als zij mogelijk hun eigen plekje moeten opgeven om plaats te maken voor een ander die meer in een diversiteitsprofiel zou passen. Dat is wel een harde consequentie van de keuze dat je een meer uitgebalanceerde representatie van de Nederlandse samenleving zou willen zijn.”

Römer beklemtoont overigens dat zijn Filmacademie niet de enige culturele opleidingsinstelling is die momenteel met soortgelijke initiatieven aan de weg timmert om een meer diverse generatie op te leiden. Ook drie grote theaterscholen – Maastricht, Amsterdam en Utrecht – werken inmiddels met een quotum voor studenten die een meer multiculturele achtergrond hebben. “De nieuwe lichting eerstejaars studenten is nog nooit zo divers geweest als dit jaar.”

Het voorzichtige positivisme van de NFA-directeur wordt gedeeld door Filmfonds-woordvoerder Lam. “We hebben nog geen harde cijfers,” stelt ze, “maar met name bij bioscoopfilms is de on-screen zichtbaarheid van acteurs met een cultureel diverse achtergrond de afgelopen jaren absoluut toegenomen. Denk aan aansprekende recente titels als Layla M, Bon Bini Holland, Catacombe of Rafaël.”

all you need is love

Overigens is de inhoudelijke invloed van het Filmfonds op grote bioscoopfilms aanzienlijk kleiner dan bij arthousetitels, omdat commerciële films grotendeels via automatische regelingen zonder inhoudelijke toetsing worden gesteund. Maar ook hier lijkt toch een kentering te constateren. Het vervolg op Bon Bini Holland, de meest multiculturele Nederlandse comedy van de afgelopen jaren, is een van de belangrijkste bioscoopreleases dit najaar. En waar zes jaar terug bij grote bioscoophit Alles is Familie nog kritiek klonk dat het ensemble wel opvallend weinig multicultureel was, valt familiefilm All You Need is Love – die komende Kerst volle zalen moet gaan trekken – juist opvallend positief op om zijn gemêleerde tableau. “Het programma waar de film op is geïnspireerd, wordt op Kerstavond door heel Nederland bekeken”, licht Sabine Brian van AYNIL-producent NL Film toe. “In de show worden mensen uit alle regio’s en uit verschillende culturen herenigd; dat gegeven diende als uitgangspunt voor de film.
De makers hebben deze waarden vertaald naar het scenario dat zich afspeelt door heel Nederland: van Twente tot aan Limburg tot aan Rotterdam.” De multiculturele samenleving anno 2018 is merkbaar terug te vinden in zowel de verhaallijnen als de cast. “Dat was voor alle makers eigenlijk niet meer dan vanzelfsprekend.”

Beeld: Van Santen & Bolleurs

Powered by Labrador CMS