Mijn geloof en ik

“Op straat glimlachte ik en thuis viel ik huilend in slaap”

Fatih Bici vertelt zijn verhaal

Leestijd: < 1 min

Ondanks de oneindige hoeveelheid discussie die er in Nederland over de islam gevoerd worden, blijven LHBTQ-moslims veelal onbesproken. Extreemrechts zet de islam haaks op homorechten of vrijheid om te zijn wie je bent.

Organisaties als Secret Garden en Stichting Maruf, die onlangs een eervolle Jos Brink Prijs kreeg toegewezen, bieden LHBTQ-moslims een veilige plek tussen de problematiek in hun eigen bevolkingsgroep en die van de grotere niet-islamitische meerderheid.

Journalist Manju Reijmer sprak voor Winq met acht vooraanstaande of uitgesproken queer moslimmannen over hún interpretatie van islam. Vandaag het verhaal van Fatih Bici.

“Als vrijwilliger geef ik les op scholen zoals het ROC. Er is nog zoveel onwetendheid. Zo moest ik onlangs uitleggen wat ‘heteroseksueel’ is. Het wordt thuis niet meegegeven en op school ook niet. Het is fijn om dat terug te geven. In mijn tijd had ik dat namelijk niet. Voor mij was het een strijd. Ik heb mezelf opgesloten, werd afstandelijker van mijn familie. Je zoekt de negativiteit op en het is heel moeilijk om daaruit te komen. Daarom begrijp
ik ook waarom mensen depressief zijn of suïcidaal. Buiten op straat glimlachte ik en thuis viel ik huilend in slaap.

Je krijgt het met de paplepel ingegoten: ‘Je mag dat niet doen, dat is haram.’ Ik dacht dat het niet mocht, omdat dat vanuit de islamitische cultuur wordt meegegeven. Het was geen religie, maar het zijn regeltjes. Dan vraag je jezelf af waarom iedereen daar over mag beslissen.”

geloof en ik
geloof en ik

“Ik merkte ook dat het in de islam niet ging om elkaar te wijzen naar het goede pad, maar om respectvol en liefdevol met elkaar om te gaan. Veel van mijn activisme is ook hoe mijn islam eruitziet. De islam zegt: leer, gebruik je hersenen, wees kritisch, lees.

De witte homocultuur zou meer begrip kunnen hebben. Je hoeft niet uit de kast te komen. Niet iedereen hoeft het te weten. Het is moeilijk als je als niet-witte in een cultuur komt waar er óók geen plek voor je is. Ik hoor niet bij de witte cirkel, maar in mijn eigen cirkel zien ze me ook anders nadat ik het verteld heb. Dat voelt best alleen. Daarom moeten witte activisten ruimte maken voor niet-witte activisten.

Begrip probeer ik zelf mee te geven als ik voor zo’n klas sta. Hen de handvatten geven, zonder oordeel, om zichzelf te vinden. Leren dat respect vóór acceptatie komt.”

Beeld: Armando Branco

Powered by Labrador CMS