Column

Taal is zeg maar echt mijn ding

Pim Nugteren

Leestijd: < 1 min

Als er iets is wat ik niet kan zeggen, dan is dat het wel. En dat klinkt misschien gek als columnist en schrijver, maar toch is het zo. Al van jongs af aan had ik de grootste moeite met de d'tjes, t'tjes, lange ij, korte ei, ch, g en alles ertussenin.

Geen remedial teaching les van juffrouw Johanna kon daar iets aan veranderen. Ik was de kneus die zelfs in groep 7 nog in een leesgroepje omringd door vier jaar jongere peuters 'Blaf zei het hondje' aan het lezen was.

Het leek hopeloos. En ook op de middelbare school bleek daar zo snel nog geen verandering in te komen. Bij Frans dook ik angstig achterin de klas weg, zodat ik bij elke toets de kans had af te kunnen kijken bij mijn buurman. Toen ik dan eindelijk een keer een zes haalde voor een schriftelijke overhoring, was dat enkel omdat er in mijn leerboek nog een oud tentamen van het jaar ervoor had gezeten. Zelfs tien Franse woordjes uit mijn hoofd leren bleek nog te moeilijk voor mij om een tien te kunnen halen.

En dan de Duitse les. Daar wist ik niet meer of mijn angst voor meneer Dröge daadwerkelijk voor de beste man zelf was, of meer voor de rijen naamvallen die hij ons klassikaal liet opdreunen. "Mit nach bei seit von zu zuwider…", schalmde het als een soort militaire mars uit de Tweede Wereldoorlog door het klaslokaal.

Engels, dat was nou de enige taal die mij wel lag. Opgegroeid met Disney Channel en The Power Rangers, luidkeels meezingend met de Spice Girls en 'Baby One More Time' was mijn Engels on fleek, om het maar zacht uit te drukken. Ik herinner het nog als de dag van gisteren hoe ik tot laat na de laatste les nog stampij heb staan maken bij meester Mark omdat ik voor het eerst geen tien, maar een negen had gehaald. Ik zwoer bij hoog en laag dat het meervoud van 'mouse' toch echt 'mouses' was en niet 'mice', zoals hij beweerde. Ik moest me erbij neerleggen dat ik toch nog iets te leren had.

Het klonk werkelijk alsof je naar iets buitenaards aan het luisteren was.

Toen het op de middelbare school tijd werd voor een keuze, was het kiezen tussen twee kwade. Aangezien de enige leuke Franse les was waarbij we 'Moi… Lolita' van Alizée mochten meezingen, ging mijn keuze noodgedwongen naar Duits. Dit leek tenminste nog een klein beetje op Nederlands, en dat was handig bij de luistertoetsen.

Een vrolijke vrouwenstem begon vol frisse moed de toets:

"Hier volgt nu eerst een oefenvraag. Example!"

"Bonjour, je suis sssfsgsfsfsffsfs" (er volgde een aaneengesloten gesis en gefluister waar zelfs een Fransman geen Camembert van had kunnen maken)

"De toets begint nu", vervolgde de vrolijke damesstem, gevolgd door:

"Un!" (klonk een man op de meest mogelijke nasale stem)

Het klonk werkelijk alsof je naar iets buitenaards aan het luisteren was.

In mijn studietijd besloot ik het talending weer een kans te geven. Dit keer in de vorm van een cursus Spaans voor beginners. Zo zou ik leuk mee kunnen zingen met al die Spaanstalige liefdesliedjes van Shakira en het Spaanstalige album van Christina Aguilera. Wat ik alleen even vergeten was, was dat ook bij de Spaanse taal grammatica kwam kijken. Het gevolg? Een dikke vette vier als eindcijfer.

Maar mijn talenfetisj heeft me tot op de dag van vandaag nog altijd niet in de steek gelaten. Toen ik op een feestje Helene Fischers 'Atemlos durch die Nacht' zonder blikken of blozen woord voor woord mee kon zingen, bleek het opdreunen van die naamvallen toch lang niet zo nutteloos geweest te zijn. En dus vond ik het tijd worden om ook mijn Frans weer bij te spijkeren. Duolingo leek het antwoord te zijn. Met deze app kun je middels de wondere wereld van technologie vanaf je telefoon in je vrije uurtjes al spelenderwijs een nieuwe taal leren. Dat leek goed te gaan. Binnen no time wist de app me te vertellen dat ik na nog geen paar weken al 63% vloeiend Frans sprak. Dat klonk veelbelovend.

Tijdens een werktrip naar Parijs bleek dit vies tegen te vallen. Want toen een Franse collega daar in zijn moedertaal tegen me begon te praten, klonk dat nog altijd even buitenaards als de luistertoetsen op school. Zo stierf ook de NTI cursus Arabisch, die ik mezelf cadeau had gedaan, een nog snellere dood. Dat boek sloeg ik namelijk al na de eerste pagina dicht. We begonnen met de klanken van het Arabische alfabet. De eerste letter, die aan bod kwam, klonk volgens het lesboek "zoals het openen van een fles". Wat voor fles? Een frisdrankfles? Een bierfles? Dat is nogal een ruim begrip. Boos gooide ik het lespakket weer terug de kast in.

Ik hou het wel gewoon op Nederlands en als iemand dat niet begrijpt, gooi ik mijn beste Amerikaans-Engelse MTV accent wel in de strijd.

Coverbeeld: Peter van der Wal

Powered by Labrador CMS