Vijf jaar na Joep Lange

Zijn we opgeschoten met de bestrijding van hiv?

Leestijd: < 1 min

Deze week herdenken wij de MH-17-ramp. Aan boord van dat toestel bevond zich ook Joep Lange, een van de meest prominente hiv-bestrijders ter wereld. Winq interviewde hem vlak voor hij aan boord stapte van die fatale vlucht. Vijf jaar later spreken wij met Michiel Heidenrijk, Executive Director van het Joep Lange Institute dat ter ere van de meester werd opgericht.

"Het AIGHD (Institute for Global Health and Development) is in 2006 opgericht. Joep was de wetenschappelijk directeur en de echte baas. Ik was de managing director – heb hem geholpen dit te starten. En nu ben ik directeur van het Joep Lange-instituut." Vanuit het AIGHD heeft Joep Lange het Amsterdamse H-team opgezet – een samenwerkingsverband van alle partijen die zich bezighouden met de bestrijding van hiv. Dat team had drie doelstellingen: het terugdringen van het aantal hiv-infecties, het langer laten leven van mensen met hiv en meer aandacht voor pep: de snelle interventie bij een acute hiv-infectie.

Hoe staat het daar nu mee, vijf jaar na het overlijden van Joep Lange?
"Toen wilden wij de mensen met een hivinfectie zo snel mogelijk vinden. Want hoe eerder je kunt beginnen met behandelen, hoe beter het voor de persoon zelf is, maar hoe eerder deze man of vrouw niet meer infectieus is. En dat is precies nog steeds zo aan de hand, maar er zijn intussen wel grote stappen gezet. Vooral bij het opsporen van mensen. Je ziet nu dat er heel voorzichtig een verandering zichtbaar is in Amsterdam. Er worden meer mensen gevonden en zij worden ook eerder gevonden dan in andere steden zoals bijvoorbeeld Rotterdam. Maar de cijfers zijn nog niet significant genoeg om ze helemaal aan dit initiatief toe te wijzen. Het H-team is er vooral voor nieuwe ontwikkelingen: wat is er nu slim om te proberen en hoe krijg je dat aan de praat?"

Wat is er nu slim om te proberen en hoe krijg je dat aan de praat?

Gematigd positief?
"In Nederland komen bijna alle nieuwe hivinfecties uit het groepje van mensen die hun eigen status nog niet kent. Vaak zijn dat mensen die onlangs zelf de infectie hebben opgelopen. Er is maar een kleine groep, vaak migranten, die jarenlang het infectie meedragen zonder dit te weten en die melden zich pas bij het ziekenhuis als ze al doodziek zijn. Vaak hebben die wel minder wisselende contacten – dan gaat de verspreiding minder hard dan bij de actieve homopopulatie."

Zijn er minder besmettingen en leven de mensen langer met hiv?
"Dat waren twee belangrijke doelstellingen van Joep, toen we begonnen. Je kunt niet zeggen dat het is gelukt. Maar het is wel aan het lukken. Het duurt lang, maar wij weten dat de aanpak die we in Amsterdam hebben, ook echt werkt. Opsporing en behandeling is bijna nergens ter wereld beter geregeld dan in Nederland. Maar de kracht van het systeem wordt, bij het laatste groepje dat we nog niet gevonden hebben, de relatieve zwakte. De methodiek die wij gebruiken om de mensen met hiv te vinden en te behandelen werkt goed, maar die is niet in staat om die laatste geïnfecteerde mensen op tijd te vinden. Daarvoor moeten we een nieuwe, creatieve manier voor vinden. In Amsterdam is er één beleid. Dat is eigenlijk onzinnig, want zo gaan we die laatste mensen niet vinden. Wij weten bijvoorbeeld dat mensen die laat in zorg komen, gemiddeld vaker dan twee keer bij de huisarts zijn geweest. We moeten beter leren herkennen of iemand symptomen heeft."

Je kunt niet zeggen dat het is gelukt, maar het is wel aan het lukken.

Moeten risicogroepen ‘harder worden opgespoord’?
"Ik ben geen dokter en heb binnen het H-Team het minste verstand van de medische kant, maar ik herken wel de ethische rol die profilering speelt bij het opsporen van risicogroepen. Je moet zeker niet etnisch profileren, maar je moet wel concreet bekijken waar de risicogroepen zich bevinden. Dus: waar vindt de incidentie plaats? Dat begon in het centrum van Amsterdam en verplaatst zich nu naar andere gebieden. Wij zijn data van de stichting Hiv Monitoring gaan combineren met de waarde van huizen. In Amsterdam Zuidoost is een nieuwe wijk ontstaan waar veel autochtone, homoseksuele mannen zijn gaan wonen. Die moet je anders benaderen om zich te laten testen, dan bijvoorbeeld migranten. Per wijk proberen wij nu heel gericht en actief mensen te informeren en zich te laten testen – natuurlijk ook in samenwerking met de huisartsen. Geen schot hagel, maar meer een microbenadering – door naar atypische kenmerken te kijken, krijg je een beter beeld welk preventiebeleid je moet toepassen. Het H-team organiseert ook avonden voor huisartsen zodat ze beter en sneller kunnen herkennen wanneer er sprake kan zijn van een infectie. En wij geven onze data terug aan huisartsen. Voor hen is het ook erg moeilijk om die laatste groep mensen die de infectie draagt, te detecteren. Want in de meeste gevallen hebben mensen gewoon griep."

Joep Lange was een echte voortrekker van de hiv-bestrijding.
"Mensen denken soms dat de hele hiv-bestrijding in de Verenigde Staten heeft plaatsgevonden, maar er zijn – echt lang geleden – bijvoorbeeld in Thailand door HIV-NAT wereldberoemde studies gedaan die zijn geïnitieerd door Joep, samen met professor Praphan Phanuphak en de vorig jaar overleden David Cooper. Dat zijn de bekendste studies van PrEP. Daar is toen gebleken dat het echt werkt. Treatment as prevention, daar geloofde Joep echt in. Ik kan mij er over opwinden dat Nederland op dit gebied zo achterloopt. In de tijd van minister Borst behoorde Nederland tot de eerste landen waar je ontwikkelingen zag. Nu staan we ergens achteraan de rij."

Powered by Labrador CMS