De toekomst van wonen in greater Amsterdam

Stedelijk wonen met allure

Leestijd: < 1 min

Vlak bij Amsterdam worden vierduizend nieuwe woningen gebouwd in het project Hyde Park. Do Janne Vermeulen, architect-directeur van team V Architectuur, is verantwoordelijk voor het blok ‘Knightsbridge’. “Soms zie je honderden woningen van 25 vierkante meter – dat gaat mij echt veel te ver.”

“Voor Hyde Park hebben wij het blok Knightsbridge ontwikkeld; een van de grote blokken binnen het stedenbouwkundig plan. In dat masterplan zijn straten en blokken ingedeeld en er is bepaald – en dat vind ik een heel goed principe – dat een blok niet één typologie en ook niet één ontsluiting heeft, want dan worden het echt massale dingen, maar dat ieder blok is opgedeeld in verschillende onderdelen. Ieder huis heeft een eigen karakter en daarmee is Knightsbridge eigenlijk een ensemble van blokken geworden. De woontypologie is steeds anders: soms grote penthouses, dan weer kleine studio’s of up-downfriends-woningen: lange woningen in meer lagen waarbij de twee slaapkamers wel een eigen badkamer hebben, maar een gedeelde keuken en woonkamer. Dat is een prettig concept als je een echt goed gastenverblijf wilt of met twee vrienden wilt wonen. Piet Oudolf, de Nederlandse tuinarchitect die in New York onder andere verantwoordelijk is voor de Gardens of Remembrance en het High Line Park, tekende de binnentuin. Een groen, lush hof met barbecueplekken voor algemeen gebruik. De entrees van Knightsbridge zijn twee verdiepingen hoog en met spiegels bekleed zodat je een soort doorkijk krijgt tussen binnentuin en straat.”

Welke van de onderdelen spreekt jou persoonlijk het meest aan?
“Als eigen woning zou ik moeten nadenken wat zou passen. Als ontwerper vind ik die friends-woningen heel spannend. Door ons ontwerp beïnvloeden wij het gebruik en sociaaleconomische leven van mensen. Als architect bied je een ontwerp aan en waarschijnlijk gaan mensen daarna anders denken over hoe zij creatief met elkaar kunnen samenwonen.”

Hyde Park
Knightsbridge, Hyde Park.
Hyde Park
Knightsbridge, Hyde Park.

Jij hebt geschreven: “Er worden te veel kleine woningen ontwikkeld om een zo hoog mogelijke winst te behalen.” Dus er komen alleen nog grote huizen uit jouw pen?
“Zeker niet, maar ik ben wel voor een goede balans. Wat ik toen bedoelde is dat je woningen op de markt ziet verschijnen van slechts 25 vierkante meter. Echt heel klein. Ik vind het belangrijk dat er een mix is van grote en kleine huizen. En dat starters hier ook in kunnen gaan wonen. Amsterdam is zo ontzettend duur geworden. Eigenlijk ligt Hyde Park in de buitenring van Amsterdam – je bent in een kwartier in het centrum en binnen vier minuten op Schiphol – een gebied dat veel betaalbaarder is. Het was ons oogmerk om kwalitatief, maar betaalbaar wonen aan te bieden. Dus met mooi ouder wordende en onderhoudsvriendelijke materialen, luxe details en bijzonder grote ramen. Als je hier zou gaan stampen met standaard architectonische oplossingen, zou het niet echt een goed stuk stad worden.”

Moest je daarvoor knokken?
“Zonder wrijving, geen glans. Wij hebben veel tijd besteed aan het maken van maquettes en het creëren van een goed daklandschap. Meer nog dan bij andere projecten hebben we tafels vol met gevelmaterialen en bakstenen voorbij zien komen. Wij hebben voor één blok gekozen voor een keramisch leisteen die je op zowel dak als gevel kunt monteren zodat we die echt uit hetzelfde materiaal kunnen maken.”

“Als architect heb je een leidersrol, maar we moeten ons niet enkel door data laten leiden”

Hoe vertaalt duurzaamheid zich in jouw ontwerpen?
“In Amsterdam bouwen we nu een woontoren uit hout. Beton en staal komt uit de grond en dat kost veel CO2. Maar hout plant je aan, kun je kappen en vijftien jaar later heb je weer een nieuw productiebos. Het is een zichzelf regenererend materiaal dat ook nog eens jarenlang CO2 opslaat. Eigenlijk zou je bij ieder project moeten beoordelen of je delen van de constructie in hout zou kunnen uitvoeren. Vanwege het milieuaspect ervan en ook omdat het prachtig is om een houten plafond in je huis te hebben, want dat is een cadeautje. En de woontorens die verrijzen op de Boompjes aan de Maas zijn ook heel spannend; twee torens met veel hoekappartementen die als bomen uitkragen: smaller onderin en wijder bovenin. Duurzaam hieraan is de parkeergarage onder de torens. Die is relatief beperkt maar wordt helemaal ingericht als mobiliteitspark met elektrische voertuigen. Van scooters tot bestelbusjes. Allemaal elektrisch en allemaal gedeeld voor bewoners. Hopelijk hebben de bewoners straks geen eigen auto meer – dat is de doelstelling.”

Jij publiceert veel over smart cities.
“De ontwerpende wereld, stedenbouwkundigen en architecten, moeten zich bewust zijn van de mogelijkheid om data van gebruikers te vergaren en te gebruiken. Met sensoren kun je bijvoorbeeld prima meten hoe vaak iemand thuis is; daar kun je iets mee in je ontwerp. Mijn beroepsgroep moet zich hier meer in gaan verdiepen. Maar wij moeten ons niet door data laten leiden. Het is gevaarlijk als data of een algoritme aan jou oplegt hoe een ontwerp moet uitpakken. Een datamodel zou je zomaar kunnen vertellen dat je het meest kunt verdienen aan veel kleine woningen. Maar we moeten niet de hele stad daar dan maar mee gaan volbouwen. Als architect heb je daarin wel degelijk een leidersrol.”

Powered by Labrador CMS