5 vragen aan Marcus Azzini

Toneelgroep Oostpool maakt 'God is een Moeder'

Leestijd: < 1 min

Vanaf januari speelt Toneelgroep Oostpool i.s.m. theatergezelschap Adelheid+Zina de nieuwe voorstelling God is een Moeder, over de (on)voorwaardelijke liefde tussen moeders en zonen en de rol die religie daarin kan spelen. We spraken met theatermaker Marcus Azzini, die voor het eerst in bijna twee decennia weer zélf op de planken staat.

Waar komt het idee van God is een Moeder vandaan?
“Ik ben zelf gelovig opgevoed én homoseksueel. Bij mij ontstond de vraag: wanneer weegt de liefde voor God zwaarder dan de liefde voor je kind? Het idee dat een moeder haar eigen kind zou kunnen buitensluiten in de naam van religie, wanneer dat kind homoseksueel blijkt te zijn. Hoe kan het dat religie – iets dat eigenlijk abstract is – zwaarder weegt dan de liefde voor je kind?”

Welke plek heeft religie nu in je eigen leven?
“Op latere leeftijd heb ik voor mezelf bepaald welke rol geloof in mijn leven speelt. Ik heb voor mezelf een scheiding gemaakt tussen religie en geloof. Ik vind dat dat echt twee verschillende dingen zijn. Ik respecteer mensen die religieus zijn, maar ik ben er zelf niet dol op. Zo vind ik de Bijbel een heel mooi boek, maar wel gedateerd. Toen de Bijbel, Koran en Tora geschreven werden hadden we bijvoorbeeld niet kunnen bedenken dat we nu zó ver zouden zijn met kunstmatige intelligentie.”

“Ik ben als het ware opnieuw uit de kast gekomen, maar dan als gelovige”

In hoeverre heb je naar je eigen band met je moeder gekeken voor deze voorstelling?
“Er waren in mijn gezin vier kinderen; twee jongens en twee meisjes. Beide jongens waren homoseksueel [Marcus’ broer is acht jaar geleden overleden - red]. Mijn moeder moest, als gelovige vrouw, haar twee zoons accepteren. Wat ik bij mijn moeder zag, is dat ze in haar hart de weg vindt. Het grootste probleem ligt juist bij de mensen in haar omgeving, haar gemeenschap. Dat blijkt ook uit de gesprekken die ik voerde met andere gelovige moeders: ze ervaren veel druk vanuit de gemeenschap. Niet alleen wanneer een van hun kinderen homoseksueel blijkt te zijn, maar ook wanneer hun zoon of dochter thuiskomt met iemand uit een totaal andere cultuur of religie. Of wanneer hun kind van de religie af wil stappen, of in ieder geval niet meer het geloof wil beleven op de manier die van ze verwacht wordt. Moeders die zoiets meemaken in hun gezin, moeten veel kracht hebben om voor hun kind te gaan staan en tegen hun gemeenschap te durven zeggen: mijn kinderen doen niets verkeerd, hoe jullie erop reagéren is verkeerd.”

Je staat in God is een Moeder zelf ook op de planken?
“Ja! Ik ben begonnen als acteur. Maar al snel wist ik dat ik wilde máken en regisseren, dus ben ik de regieopleiding gaan doen. In 1997 stond ik voor het laatst als acteur op het toneel. Ja, dat is zeker wel spannend.”

Marcus Azzini - God is een Moeder
Marcus Azzini (Foto: Bas de Brouwer)

Hoe hoop je dat het publiek op de voorstelling zal reageren?
“Ik geloof er heel erg in dat we verhalen moeten vertellen. We hebben met Toneelgroep Oostpool een podium, en dat moeten we op een verantwoorde manier gebruiken. Het liefst om verhalen te vertellen die we óf nog niet kennen, óf waar we ons nog niet door middel van een voorstelling in hebben kunnen verdiepen. Ik ben een activist, maar wel in een zachte vorm van activisme. Ik wil verhalen vertellen die over ‘ons’ gaan, die een bepaalde vorm van activisme hebben, die ‘toenadering’ als belangrijkste stap of actie heeft. Ik hoop dat we dichter bij elkaar komen, en dat we een stap naar elkaar toe kunnen zetten op het gebied van religie en acceptatie. Ik zou het mooi vinden als queer mensen met hun ouders zouden komen kijken, en dat het bij hen leidt tot dialoog.”

Powered by Labrador CMS