Interview Jasmine Morand

Ontsnappen aan de zwaarte­kracht

Leestijd: < 1 min

Eind januari barst het holland dance festival weer los. Een van de hoogtepunten dit jaar is Mire van de Zwitserse choreograaf Jasmine Morand. Een voyeuristische, hypnotiserende, meditatieve ‘trip’, waarbij je als toeschouwer zelf kiest of je deze staand óf liggend wilt ondergaan.

Ze mag dan een Zwitserse zijn, haar eerste choreografieën maakte Jasmine Morand zo’n zestien jaar geleden in Rotterdam. Ze haalt herinneringen op aan twee vroege creaties die te zien waren in de Laurenskerk en in Lantaren Venster. “O, als ik nu terugdenk aan die werken”, zegt ze met lichte gêne.

Voordat Morand (Zürich, 1977) naar Rotterdam kwam, had ze nooit een moment aan een carrière als choreograaf gedacht. Ze werd opgeleid tot klassiek danseres en danste bij diverse internationaal gerenommeerde balletgezelschappen. “Maar uiteindelijk werd ik niet meer echt geraakt door wat ik deed. Ik miste de connectie met de wereld om mij heen.”

En zo belandde de ervaren ballerina in 2000 tussen de moderne-dansstudenten van Codarts Rotterdam. “Daar ontstond het vonkje. Ik maakte, aanvankelijk voor de grap, choreografieën met andere studenten en langzaam maar zeker werd ik steeds meer richting de choreografie gezogen.”

Holland Dance scènefoto Mire
Holland Dance scènefoto Mire

Terug in Zwitserland richtte ze in 2008 haar eigen gezelschap op, met een allesbehalve gebruikelijke naam: Prototype Status. Lachend: “Prototype is een verwijzing naar mijn vader. Hij bouwde motoren voor racewagens en had het altijd over prototypes. Daarbij: ik geloof niet in het feit dat wij als kunstenaars creëren. Ik geloof dat we dat wat al bestaat ontleden, hergroeperen en op een creatieve, hopelijk verrassende manier weer in elkaar zetten. En met elke nieuwe samenstelling creëer je dus weer een nieuw prototype.”

“Daarnaast wil ik mezelf ook niet al te serieus nemen”, zegt Morand. “Je hebt tegenwoordig alleen een bankrekening en wat formele documenten nodig om op papier al een gezelschap te hebben. Ik vind dat zo’n onzin, natuurlijk heb je dan nog geen volwaardig gezelschap, je hebt alleen die ‘status’. Vandaar Prototype Status.”

Inmiddels telt Morands oeuvre zo’n twintig ‘prototypes’, waarmee ze een zo breed mogelijk publiek, nieuwe ervaringen en gezichtspunten wil bieden. “Ik stel mezelf voortdurend vragen over ruimte en perceptie en kijk hoe ik bestaande gebruiken kan doorbreken, bijvoorbeeld wat betreft de plaats en de participatie van het publiek.”

“Je kunt de dansers als het ware laten zweven”

In haar duet Underground, uit 2012, speelt ze voor het eerst met het begrip voyeurisme. De twee dansers bevinden zich in een half transparante ‘plexibox’ en de toeschouwers mogen zelf kiezen hoe ze de voorstelling willen benaderen. “Underground was als het ware de ‘baby’-versie van MIRE. Het was bedoeld als een museuminstallatie, mensen konden in en uit de voorstellingsruimte lopen. Maar”, zegt ze geamuseerd, “als ze lawaai maakten, dan ging het hele systeem uit en werd alles donker.”

Ook voor Underground speelde ze al met het idee van naakte dansers. “Maar ik zag ervan af omdat je bij een naakt koppel nu eenmaal snel aan een liefdesrelatie denkt. In MIRE draait het vooral om de vorm en schoonheid van het naakte lichaam”, zegt ze. “Niet alleen om de rauwe schoonheid van het nabije, reële lichaam, maar in contrast daarmee juist ook om de gesublimeerde, caleidoscopische schoonheid van de reflectie van de twaalf lichamen.” De spiegel aan het plafond speelt daarbij een essentiële rol. “Daardoor ontstaat een hemels beeld, bijna als van een beschilderd kerkplafond. Bovendien helpt de spiegel je om aan de zwaartekracht te ontsnappen: je kunt de dansers als het ware laten zweven.”

Beeld: Céline Michel

Powered by Labrador CMS