Interview

"We blijven graag nét binnen de randjes"

De Fransse Eijkel over de voorstelling ‘Subtropique’

Leestijd: < 1 min

Drie jaar terug gooiden Sanne Franssen en Christian van Eijkelenburg als De Fransse Eijkel hoge ogen met hun absurdistische debuut. Deze week gaat hun nieuwe voorstelling Subtropique in première. “De irritaties van de Gonnies en Gerda’s van deze wereld blijven een onuitputtelijke bron van inspiratie.”

Sanne en Christian leerden elkaar kennen aan de Frank Sanders Akademie, waar ze ieder de Jos Brink Genesius Penning ontvingen voor hun werk. Nadat ze samen het podium betraden, wonnen ze daarbij het Rabo Talenten Concours en de Publieksprijs tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival.

Jullie staan aan het begin van jullie podiumcarrière, maar hebben al een mooie prijzenkast opgebouwd. Voelt dat als een steuntje in de rug of eerder als druk op de ketel?
Sanne: “Voor mij als een duwtje in de rug. Ineens dacht ik: ik kan iets!”
Christian: “Vlak na mijn afstuderen was ik mezelf constant met anderen aan het vergelijken. Die Genesius Penning was toen echt een superfijn stukje erkenning.”

“We zoeken de randjes op, maar blijven er altijd nét binnen”

Waar begon bij jullie de liefde voor het theater?
S: “Op mijn elfde zag ik met mijn moeder in Scheveningen The Lion King. Ik wist direct: dít wil ik.”
C: “Ik maakte vroeger graag toneelstukjes. Op mijn negende stuurde mijn moeder me naar een auditie voor de musical Oliver. Voor het wist stond ik op het podium. Zo ben ik erin gerold.”

Jullie zijn allebei opgeleid tot musicalacteur, maar jullie eerste voorstelling voelde meer als cabaret. Hoe ontstond dat?
S: “We begonnen met de vraag: wat vinden wíj leuk om te maken? Daar koppelden we nog niet direct een discipline aan. We wisten niet of het musical, cabaret of toneel ging worden. Uiteindelijk werd het alles tegelijk.”
C: “Ons werk is moeilijk in een hokje stoppen. We vonden het allebei op school al het leukst om zelf dingen te maken. Bij veel musicals – er zijn uitzonderingen – wordt iets voor je gemaakt en ben je als acteur of zanger vooral een pion.”
S: “Alhoewel de afwisseling wel fijn is, hoor. Na een heftige maakperiode vind ik het heerlijk om een script voor m’n neus te krijgen, met iemand erbij die precies zegt wat ik moet doen. Toch blijft zelf maken het allerleukst.”
C: “Het geeft een enorme vrijheid. Zo kunnen we precies bepalen wat wij willen laten zien.”

Christian van Eijkelenburg
Christian van Eijkelenburg: "Je wordt tegenwoordig om de oren geslagen met cursussen mindfulness met zeedieren”

Tijdens jullie eerste show, waarbij jullie je lieten inspireren door irritaties, was het vooral lachen, gieren, brullen. Wat kunnen we van jullie tweede voorstelling verwachten?
C: “Dat is dit keer niet anders. Irritaties, van ons en anderen, blijven een onuitputtelijke bron van inspiratie.
F: “Het is gewoon superprettig om mensen te spelen die je irriteren en dat lekker uit te vergroten.”

Jullie verzamelen dus materiaal in het ov, met een notitieboekje op schoot? 
S: “Zoiets ja.”
C: “Maar we volgen ook lekker discussies op Facebook van de Gonnies en Gerda’s van deze wereld, die zich over van alles en nog wat boos maken.”

Vallen jullie persiflages ook weleens verkeerd?
S: “Tot dusver niet. Zo heftig zijn we volgens mij niet. Ik vind ons best gematigd, we zijn geen Theo Maassen. We zoeken de randjes op, maar blijven er altijd nét binnen.”

“Soms ontstaat een sketch vanuit een lekkere uitspraak, dan weer vanuit een typetje en soms is het volledige improvisatie”

Jij hebt een vriend, Christian. Laat je dat ook weleens bewust terugkomen in jullie sketches?
C: “Niet per se. Ik merk dat de situaties die we gebruiken in de voorstelling zich vaak meer om me heen afspelen dan in mijn persoonlijke leven.”

Jij bent zelf eigenlijk een heel tevreden mens.
C: “In mijn relatie ben ik heel tevreden, maar over mezelf en de mensen om me heen lang niet altijd.”
S: “Ik herken dat wel. Ik put minder inspiratie uit mijn privéleven dan uit dat van mensen om me heen.”

Behandelen jullie vooral particuliere angsten en ergernissen of stippen jullie ook grotere thema’s aan?
C: “We maken vooral korte sketches, al is een overkoepelend thema in Subtropique dat alles tegenwoordig een experience moet zijn. Je moet alles 'beleven' en 'ervaren'. Alles draait om storytelling. Je wordt om de oren geslagen met gekke uitwassen als cursussen mindfulness met zeedieren.”

Sanne Franssen
Sanne Franssen: "De sketches moeten dit keer grappig zijn én zich in de sauna kunnen afspelen"

Hoe werkt jullie maakproces? Gooien jullie alle anekdotes en notities op een hoop en proberen jullie daar teksten uit te destilleren?
S: “Soms horen we een lekkere uitspraak en ontstaat vanuit daar een scène, een andere keer werken we vanuit een bepaald typetje, dan proberen we op die manier te praten of te bewegen. En soms ontstaat een sketch uit pure improvisatie.”
C: “Het thema van onze nieuwe voorstelling ontstond bijvoorbeeld door de lelijke tweedehands badpakken die we op de persfoto’s dragen. We vonden die zo fijn dat we besloten om het hele stuk zich te laten afspelen in een subtropisch zwemparadijs annex wellnessresort."

Waarom die plek?
C: “Dat dwingt ons alles daar af te laten spelen. Anders gaan we alle kanten op. We hebben veel leuke ideeën die de voorstelling niet hebben gehaald, omdat ze niet binnen het thema passen.”

Alles moet te linken zijn aan een glijbaan, chloorwater of een klef patatje oorlog.
S: “Precies, het moet dit keer grappig zijn én zich in de sauna kunnen afspelen. Het materiaal dat niet door de ballotage is gekomen, kunnen we hopelijk gebruiken om een derde voorstelling mee te vullen.”

“Vind je iets niet leuk: even doorbijten en we zijn weer iemand anders”

Vorige keerden werden jullie geregisseerd door Kees Prins (Jiskefet), dit keer door Wil van der Meer (Filmpje!, TiTa Tovenaar). Waarom die switch?
C: “Zo’n verandering houdt ons scherp. Het geeft ons nieuwe input en doet weer iets anders met ons materiaal.”

Zijn er andere artiesten die jullie enorm inspireren?
S: “Veel van de mensen die ons inspireren, zoals Wil van der Meer en Paul Groot (Koefnoen), helpen ons bij de voorstelling, maar we proberen er wel voor te zorgen dat het eigen blijft.”
C: “Toen ik jong was, keek ik veel naar Arjan Ederveen en Tosca Niterink, maar of ik daar direct inspiratie uit put, weet ik niet. Misschien uit het absurdistische van hun werk. En dat alles mogelijk is, dat vind ik heel fijn. Bij Plien en Bianca heb ik dat ook. Er zit bij hen geen limiet op; alles kan en alles mag.”

Bij jullie eerste voorstelling was het motto: vind je iets niet leuk, knipper twee keer met je ogen en er staat weer iets nieuws. Is dat wederom het geval?
C: “Zeker. De scènes volgen elkaar in hoog tempo op.”
S: “Boeit een sketch je niet, even doorbijten en we zijn weer iemand anders.”

Subtropique tourt t/m 20 mei door heel Nederland. Kijk voor de speellijst op defransseeijkel.nl

Powered by Labrador CMS