Minister Grapperhaus op bezoek bij COC

Minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie bezocht op vrijdag 3 juli het hoofdkantoor van COC Nederland. Daar hoorde hij uit de monden van enkele slachtoffers van LHBTQ-geweld zelf, welk leed zij hebben doorgemaakt.

Voorafgaand aan deze gesprekken, ondernam de minister een wandeling door de Reguliersdwarsstraat in Amsterdam. Daar werd hij vergezeld door onder andere Monique de la Fressange, die hem vertelde hoe ze werd aangevallen na het uitgaan. Grapperhaus maakte een betrokken indruk en sprak er schande van dat er nog steeds veel LHBTQ-geweld in Amsterdam plaatsvindt. Hij legde de bal daarna wel meteen bij de horecaondernemers: die moeten meer samenwerken om zo beter een oog in het zeil te kunnen houden. Ook pleitte de minister voor beter cameratoezicht en vroeg hij aandacht voor een programma van het ministerie om matige camera’s door goede te laten vervangen. Onderweg betoog een betrokken Amsterdammer al voorbijfietsend zijn waardering voor de minister (“Grapperhauauauauauaus!”) en redde hij een zak chips van straat, nadat twee pubers met hun scooter voor zijn voeten tegen een paal waren gereden en vervolgens met hun chips en cola op straat waren gedonderd.

Voordat de minister het hoofdkantoor mocht binnentreden, overhandigen vertegenwoordigers van het COC en TNN (Transgender Netwerk Nederland) de minister een actieplan. Bovenaan het actieplan staat: stel discriminatierechercheurs aan. Grapperhaus gaat daar geen gehoor aan geven: “Iedere politieagent moet om kunnen gaan met discriminatiezaken. Anders is het net als in een restaurant: mijn collega komt zo bij u.” COC en TNN pleitten ook voor hogere wettelijke straffen op discriminerend geweld, zoals GroenLinks en ChristenUnie onlangs voorstelden.

Volgens cijfers van de ministeries van Justitie en BZK krijgen ongeveer zeven op de tien mensen uit de regenboogfamilie in hun leven te maken met fysiek of verbaal geweld wegens hun identiteit. Daarvan doen er jaarlijks zo’n tweeduizend mensen melding of aangifte. Er worden per jaar minder dan tien daders veroordeeld voor LHBTQ-discriminatie. Ongeveer zestig procent van de mensen met een LHBTQ-achtergrond past hun gedrag aan om geweld te voorkomen, bijvoorbeeld door niet meer hand in hand te lopen.