Column

“Waarom de donkere dagen mij altijd angst aanjagen”

Pim kijkt niet uit naar de winter

Leestijd: < 1 min

De zomer ligt definitief achter ons en dat stemt columnist Pim Nugteren uitermate droevig. “Mijn eenzaamheid is harder voelbaar in de duistere helft van het jaar.”

Twee keer knipperen en de zomer is alweer ten einde. Meer nog dan ooit tevoren. Het is alsof het met één enkel nachtje slapen van half maart ineens half oktober is geworden. Als een nare droom waarvan je wakker wordt, enkel om te beseffen dat het de realiteit is. Was dit het dan?

Het duurt vervolgens niet lang voor ik denk aan de regel die mijn vader een aantal jaar geleden introduceerde. Als mijn zusje en ik een eventuele +1 niet minimaal twee maanden voor Kerst introduceerden, dan was deze niet welkom bij het kerstdiner. 25 oktober dus, twintig dagen vanaf het moment dat ik deze column schrijf. De conclusie is snel getrokken. “It’s gonna be a long and lonely Christmas…”, de woorden uit Dana’s ‘It’s Gonna Be A Cold Cold Christmas’ galmen ongevraagd meteen door mijn hoofd.

“Ieder jaar voelt het aanbreken van de herfst weer als een race tegen de klok”

De donkere maanden hebben me altijd angst aangejaagd. Ik heb er eerder over geschreven. Is het de kou? De korte, donkere dagen? Een simpel gebrek aan zon of bepaalde vitamines? Ik weet het niet. Maar om de een of andere reden is de eenzaamheid, die er eigenlijk het hele jaar door (soms af en aan) wel is, harder voelbaar in de duistere helft van het jaar. Het is alsof er dan ineens, zo rond begin oktober, een dikke deken over het leven valt. Alsof we allemaal even weggestopt worden. Ingestopt door het leven dat zegt: zo, ga nu maar even slapen. Volgend jaar weer een nieuwe zomer, een nieuwe kans op liefde.

Gelukkig weet ik ook dat deze deken zes maanden later, zo rond begin april, weer opgetild zal worden. Dan mogen we weer opstaan. Ademen. Naar buiten. De zon over onze huid laten glijden. Lachen en plezier maken. Maar tot die tijd is het donker en kil en vindt het enige plezier plaats in huis met een goed glas rode wijn, een bordspel, kaarslicht en het juiste gezelschap. Maar wat als nou juist dat gezelschap ontbreekt? Het aanbreken van de herfst voelt ieder jaar weer als een race tegen de klok. Om nog voordat de deken valt, iemand te vinden om mee te overwinteren. Iemand om me samen mee op te sluiten en te wachten op betere tijden. Iemand om mee te overwinteren.

“Vorig jaar snapte ik ineens waar winterfanaten zich zo op verheugen”

Ik denk terug aan de vorige winter. Aan hoe ik toen in vuur en vlam stond. Het juiste gezelschap was zo goed als bij me ingetrokken. We waren heerlijk samen aan het overwinteren. De hele werkdag verheugde ik me juist op die bordspelletjes, kaarsjes en het klinken van onze glazen vol met mijn favoriete Cabernet Sauvignon-Merlot. Het was het jaar waarin ik ineens snapte wat de andere helft van de mensen (de herfst- en winterfanaten) bedoelen. Nooit eerder had ik me zo verheugd op het kerstdiner. Maar liefst zes (!) gangen had ik na dagen voorbereiding op tafel tevoorschijn getoverd, alle met een bijpassende wijn, champagne of port. Het leven was een feest en met twee keer knipperen was het alweer half maart.

Misschien moet ik er deze winter gewoon wat meer uit. Het gezelschap opzoeken. Dat is wat ik ga doen. Niet in mijn eentje met die kaarsjes en die rode wijn bij de pakken neerzitten. Eropuit!

Maar eerst steek ik straks een zoveelste geurkaarsje aan, slenter ik naar de keuken om een nieuw glas wijn in te schenken en plof ik neer op de bank om op mijn telefoon een nieuw potje Mens Erger Je Niet te spelen met een computer. Is het alweer half maart? Snel even twee keer knipperen.

Meer lezen? Hier vind je alle columns van Pim Nugteren.

Foto: © Peter van der Wal

Powered by Labrador CMS