Interview

Tim Leyendekker maakte Feast, een film over de Groninger hiv-zaak

“Ik benader het verhaal met een open vizier”

Leestijd: < 1 min

Regisseur Tim Leyendekker (47) maakte een speelfilm over de geruchtmakende Groninger hiv-zaak, waarbij meerdere mannen opzettelijk werden geïnfecteerd met hiv. "In eerste instantie vond ik het een incarnatie van puur kwaad, maar het fascineerde me ook."

Op 1 februari start een bijzondere vijftigste editie van het International Film Festival Rotterdam – en niet alleen omdat de zalen leeg zullen blijven vanwege de lockdown. In de Tiger competitie, het hart van het festival, gaat een bijzondere Nederlandse film in wereldpremière: Feast van regisseur Tim Leyendekker.

Feast is gebaseerd op de geruchtmakende Groningse zaak waarbij drie hiv-positieve mannen seksfeestjes organiseerden, waar zij bezoekers drogeerden en vervolgens met hiv infecteerden.

Leyendekkers film is geen dramatische vertelling of conventionele documentaire, maar eerder een collage van losse scènes: soms documentair, dan weer ingetogen gespeeld. Het levert een film op die nog dagen door je hoofd blijft spoken, juist omdat Leyendekker geen moreel oordeel lijkt te vellen.

Feast is Leyendekkers speelfilmdebuut. De afgelopen vijftien jaar maakte hij meerdere korte films die allemaal op hun eigen manier raken aan aspecten van de gayscene. We spraken met de maker, die zijn filmfeestje nu niet in een volle bioscoopzaal kan vieren, maar gewoon in de intimiteit van zijn eigen huis moet meemaken.

Hoe kwam je erbij de geruchtmakende Groningse hiv-zaak tot onderwerp van je eerste speelfilm te maken?
“Deze zaak maakte destijds veel indruk op me. Ik vroeg me af hoe deze mensen dit in hun hoofd hadden gehaald. Het was voor mij in eerste instantie een incarnatie van puur kwaad, maar dat maakte het ook fascinerend. De Telegraaf had het over 'monsters', maar de daders hadden gewone banen, bijvoorbeeld in de zorg. Hierdoor viel dat eendimensionale beeld al snel uiteen en wilde ik het verhaal juist met een open vizier benaderen.”

Wat vond je het meest interessant aan deze zaak?
“De schijnbare inwisselbaarheid van dader- en slachtofferschap. Zo heb ik in mijn film een gesprek verwerkt met een dader die zichzelf vooral als slachtoffer ziet van een andere dader. Sommige mensen die aangifte deden, bleven ook terugkomen naar soortgelijke feestjes. Er zat voor hen blijkbaar iets spannends aan.”

Welk verhaal wilde je vertellen?
"Ik wilde een film maken over goed en kwaad, maar dan met veel nuances. Het kwaad schuilt niet per se in een groot abstract monster, het zit in ons allemaal. Al overschrijd je natuurlijk een grens wanneer je mensen drogeert en hen daardoor wilsonbekwaam maakt."

In hoeverre is deze film een onderzoek geweest naar je eigen demonen?
"Hoe verder ik kwam, hoe meer ik ontdekte dingen te onderzoeken die ik eigenlijk heel eng vind. Bloed, bijvoorbeeld, of naalden. Ik besefte dat ik zelf ook te maken heb gehad met vergaande ongewenste seksuele intimidatie.”

“Ik wil de kijker ruimte geven zijn eigen conclusies te trekken”

Ging het Filmfonds meteen akkoord met de opzet voor Feast?
Tim aarzelt even en antwoordt dan voorzichtig: "Het was niet makkelijk, zal ik maar zeggen. Ik zag de vorm die de film nu heeft van het begin af aan voor me, maar het was lastig daar geld voor te vinden. Ik heb nog geprobeerd een meer traditionele documentaire te maken. Daar diende ik zelfs bij een christelijke omroep een plan voor in. 'Hoe haal je het in je hoofd?', antwoordden ze in een leuk-stuitende brief. Terwijl mijn plan toch behoorlijk conventioneel was. Volgens deze omroep zat hun publiek niet op zo'n onderwerp te wachten. Ze vonden het verwerpelijk en wilden dat ik een moreel oordeel zou geven over wat wel en niet kon en mocht. Terwijl ik een film wilde maken die het publiek serieus neemt en de kijker ruimte geeft eigen conclusies te trekken.”

Was je in je jeugd al gevoelig voor opgelegde conventies?
"Als tiener voelde ik me altijd anders. Ik werd al voor ‘homo’ en ‘flikker’ uitgemaakt toen ik negen was. Ik wilde graag bij de rest horen, maar ik kon niet anders. Ik heb ook met potenrammerij te maken gehad, maar ik heb mijn rug recht gehouden en bleef me verzetten tegen de druk van anderen. Dat doe ik nog steeds. Uiteindelijk heb ik me bij het maken van deze film aan mijn eigen plan gehouden, al moest ik 'm daardoor met een laag budget maken. Ik ben niet geïnteresseerd om iets te maken waar ik niet achter sta. Dat is nog erger dan helemaal niets maken."

Still uit Feast
Still uit Feast

Hoe begon je eigen homoseksuele ontdekkingstocht?
“Rond mijn vijftiende verhuisde ik van Leidschendam naar Rotterdam om samen te gaan wonen met mijn eerste vriendje. Later werkte ik lange tijd in gay leerbar de Shaft. Ik zag daar hoe mensen op een vrije manier met seks omgingen. Er was daar veel intimiteit en vriendschap, maar tegelijk voelde je er een grote afstand en eenzaamheid. Na onenightstands – en die had ik regelmatig – dacht ik de volgende ochtend vaak: dit gaat een relatie worden. Negen van de tien keer was dat natuurlijk niet zo. Ik vond het lastig om te navigeren tussen intimiteit, seksualiteit, vertrouwen en liefde. Ik kon seks en liefde niet goed gescheiden houden en vond het fascinerend dat anderen dat wel konden. Die houding zie je ook terug in mijn werk. Het is heel analytisch, maar ik kan me ook laten gaan in het fantaseren erover.”

Voel je die verwarring nog steeds?
"Veel minder. Inmiddels heb ik twintig jaar een monogame relatie. Het hing denk ik samen met mijn leeftijd en de scene. Het was een zoektocht naar wie ik ben en wil zijn, maar bovenal een zoektocht naar rust. Naar minder geven om wat anderen van me vinden. Naar minder consumeren, of het nu drank, drugs of iets anders betreft. Ik wilde minder afhankelijk zijn van dat constant onbevredigde gevoel dat het beter, geiler en spannender kon. Dat gevoel heb ik ook in een scène in Feast verwerkt.”

“Ik hoop dat wat ik maak het thema 'homoseksualiteit' overstijgt”

In je films verwijs je vaak naar de gayscene. Is dat toeval of een statement?
"In mijn korte film Still uit 2006, waarin je enkel de stemmen van twee jongens hoort die over de telefoon een afspraakje maken, zat een acteur die mij toen vroeg of ik alleen maar ‘homofilms’ kon maken – misschien verwoordde hij het iets vriendelijker. De vraag vond ik beledigend, al snapte ik toen niet waarom. Ik denk nu dat het is omdat ik hoop dat wat ik maak het thema ‘homoseksualiteit’ overstijgt, dat ik mijn films niet alleen voor homo's maak. Ik maak wat ik wil maken, maar ben niet per se bezig met of er meer queer- of homofilms moeten komen. Ik heb geaccepteerd dat ik onderwerpen zoek die dicht bij mezelf liggen. En ja, ik ben homo, dus dat hoort daar ook bij."

Hetero filmmakers krijgen zo’n vraag nooit gesteld wanneer in hun film het zoveelste boy-meets-girl-verhaaltje centraal staat.
"Precies, al begrijp ik het ergens wel. Het is goed dat er nu veel gesprekken zijn over diversiteit. Ook bij het Filmfonds zitten de laatste tijd meer mensen met verschillende achtergronden. Soms voelen beslissingen misschien wat geforceerd, maar dat hoort nu eenmaal bij een emancipatieproces."

Still uit Feast
Still uit Feast.

Miste jij als jonge homo representatie in films?
"Zeker. Ik zie tegenwoordig talloze dvd-covers van arthousefilms met daarop jongens met een ontbloot bovenlijf die hun coming-out hebben op twaalfhonderdduizend verschillende manieren. Daar had ik ook meer van willen zien toen ik jong was. Bij mij hield het met My Beautiful Laundrette wel zo'n beetje op. Pas later verscheen het briljante Beautiful Thing [over twee tienerjongens in een grauwe buitenwijk van Londen die langzaam de liefde voor elkaar ontdekken – red.]. Die had ik op mijn twaalfde wel willen zien. Wel zie ik soms films die het gemiddelde boy-meets-girl-verhaal nauwelijks overstijgen. Prima natuurlijk, maar volgens mij wordt het inmiddels tijd voor wat meer verdieping."

Feast is vanaf 26 mei te zien in de bioscoop.

Foto Tim Leyendekker: © Frank Hanswijk

Powered by Labrador CMS