column
Matthijs ging op zoek naar een corona-seksbuddy
“Voor goede seks blijk je geen taal te hoeven delen”
Columnist Matthijs van Els zocht en vond een corona-seksbuddy om de huidhonger mee te lijf te gaan en ontdekte: voor goede seks hoef je geen taal te delen. “We verstaan elkaar niet, toch was de communicatie tijdens de seks nooit eerder zo goed.”
Mensen denken vaak dat ik veel seks heb omdat ik veel over seks schrijf. De realiteit is anders. Ik ben wel degelijk een seksueel persoon, maar vind seks soms moeilijk en ongemakkelijk. Ik denk te veel na, waardoor het genot vaak wordt gedwarsboomd door onzekere gedachten als: ‘Ik ben niet goed in bed’, ‘Kan ik wel klaarkomen?’ of ‘Wat als het pijn gaat doen?’. Op zulke momenten vlucht ik in smoesjes: moeheid, last van mijn darmen, te veel gedronken, vandaag al klaargekomen, geen zin of – altijd doeltreffend – niet gespoeld. Met een leugentje op zijn tijd is niks mis, maar het moet niet de standaard worden. En dat werd het wel voor mij.
Aan het begin van de coronapandemie sloot ik me compleet af voor de buitenwereld. Dat was niet alleen saai en eenzaam; het verergerde mijn onzekerheden. Ik dacht te veel na, over alles. Na een aantal maanden geheelonthouding van welk fysiek contact dan ook kreeg ik – hoe erg ik dit woord ook haat – huidhonger. Ik besloot mezelf meer vrijheid te gunnen en startte een zoektocht naar een corona-seksbuddy. De eerste pogingen waren vreselijk. Mijn gedachten zaten me dusdanig in de weg dat mijn smoesjes werkelijkheid werden. Ik kon niet meer klaarkomen en het genot was compleet verdwenen. Maar toen, op het punt mijn zoektocht te staken, ontmoette ik de Braziliaanse Gabriel*.
“Mijn grootste probleem tijdens de seks: zodra het lekker is, begin ik na te denken over alles wat fout kan gaan”
Via de app was er direct een klik; een week later spraken we af bij mij thuis. Op het moment dat hij voor mijn deur stond en we elkaar in levenden lijve ontmoetten, waren we beiden sprakeloos. Letterlijk. We spreken namelijk niet dezelfde taal, zo bleek. Mijn kennis van het Portugees gaat niet veel verder dan ‘bom dia’ en Gabriel bleek het Engels noch Nederlands machtig.
Maar hoe hadden we dan toch leuke en goede gesprekken gehad afgelopen week? Gabriel pakte zijn telefoon en toonde me verklarend zijn Google Translate-app. Ik liet hem binnen en uit ongemak gaf ik hem ongevraagd een glaasje water. Vrij gauw verplaatsten we ons maar naar de slaapkamer. We spraken immers af voor seks en daar is geen enkele taal voor nodig, toch? Al snel lagen we zoenend en knuffelend op bed en het was doodstil. Het voelde alsof de hele wereld toekeek. Mijn grootste probleem tijdens de seks is altijd: zodra het lekker is – en dat was het – begin ik na te denken over alles wat fout kan gaan. Het liefst had ik me op dit moment teruggetrokken met een vaag excuus, maar nu was daar die taalbarrière. Ik had natuurlijk het tamelijk universele no kunnen gebruiken, maar besloot door de zure appel heen bijten.
Ik richtte mijn focus op mijn lichaam en dat van Gabriel. Alles wat ik wilde zeggen, stopte ik in mijn lijf. Zonder het bewust door te hebben, was ik ineens voorbij het punt waarop ik voorheen zou zijn gestopt. Zonder een woord te uiten, begreep Gabriel alles wat ik zei. Zijn lichaam luisterde naar het mijne en vice versa. Onze lichamen waren volledig in sync. Nooit eerder communiceerde ik tijdens de seks zo goed met iemand. Voor het eerst in lange tijd luisterde ik naar de ander en wist ik mijn verlangens verstaanbaar te maken.
“Obrigado”, kraamde ik uit het niets uit in mijn beste Portugees, vlak nadat ik klaarkwam. Vraag me niet waarom. Volgens mij zijn seks en taal gewoon geen goede combinatie voor mij. Althans, in ieder geval niet tussen de lakens. Drie uur later verliet Gabriel mijn huis met een glimlach.
Nu, zeven maanden later, zien we elkaar nog steeds. Google Translate is onze beste vriend geworden. Nog steeds spreken we af om te knuffelen, muziek te luisteren, dutjes te doen of seks te hebben. En ja, nog steeds bedank ik hem na afloop en daar lachen we dan om. En tegenwoordig antwoordt hij dan in zijn beste Nederlands: “Graag gedaan”.
* Deze naam is gefingeerd, de persoon achter het pseudoniem allerminst.
Beeld: Rob Jacobs