De grote dag

“Wij trouwden omdat ik bedreigd werd”

Boris Dittrich & Jehoshua Rozenman over hun huwelijk

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

In 'De grote dag' vertellen bekende queer koppels over het aanzoek, de bruiloft en het huwelijk als daad van activisme. Politicus/schrijver Boris Dittrich (65) en kunstenaar Jehoshua Rozenman (65) trouwden in 2006. “Onze bruiloft was niet heel feestelijk, eerder pragmatisch.”

Boris: “In de jaren tachtig overleden veel leeftijdsgenoten aan aids. Het was een ramp. Ik stond als advocaat meerdere weduwnaars bij, wier vriend was overleden. Als ze niets hadden vastgelegd bij de notaris hadden ze geen voet om op te staan. Vaak zette de familie van hun overleden partner hen op straat en erfden ze niets. Ik nam me toen voor: als ik politicus word, ga ik daar iets aan veranderen.”
Jehoshua: “Waarvan akte. Toch zijn wij niet gelijk getrouwd toen het kon. We waren op dat punt al bijna twintig jaar samen. We hadden er geen behoefte aan.”
B: “Politiek gezien vond ik dat een prettige positie: het liet impliciet zien dat ik er niet alleen voor had gevochten omdat ik zélf wilde trouwen. Het ging mij om een gelijkheidsprincipe.”
J: “Vijf jaar later zijn we toch getrouwd.”
B: “Ik werd met de dood bedreigd door de Hofstadgroep, onder meer omdat ik openlijk homoseksueel ben. Dit was in de periode nadat Theo van Gogh werd vermoord.”
J: “Boris werd overal waar hij ging vergezeld door bodyguards.”
B: “Op een dag ging ik naar de bakker om broodjes voor ons te halen. Er reed een auto langs de zaak met een knallende uitlaat en meteen trok een van mijn bodyguards zijn pistool. Ik schrok me rot en besefte: wat als ik vermoord word? We hadden helemaal niets geregeld. Eenmaal thuis zei ik: ‘Volgens mij moeten wij maar eens trouwen’.”
J: “’Best hoor’, antwoordde ik. Ik vroeg me vooral af waar hij bleef met de broodjes.”

De Grote Dag Boris Dittrich Jehoshua Rozenman
De Grote Dag Boris Dittrich Jehoshua Rozenman

B: “Toen Job Cohen er lucht van kreeg dat we gingen trouwen, stond hij erop ons in de echt te verbinden. Dat vond ik mooi. Ik heb hem ooit als staatssecretaris weten te overtuigen van het nut van de openstelling. Later voltrok hij als burgemeester van Amsterdam de allereerste huwelijken tussen koppels van gelijk geslacht.”
J: “Hij deed het heel leuk. Toen hij het verhaal van onze liefde en ontmoeting vertelde, dacht ik: goh, dat hebben we toch maar goed gedaan.”
B: “Onze bruiloft was niet heel feestelijk, eerder pragmatisch.”
J: “We trouwden met een man of twintig erbij en gingen gewoon op de fiets naar het stadhuis.”
B: “Ik zie nog de verbaasde gezichten voor me van de gasten toen we aan kwamen fietsen.”
J: “Toen Job onze getuigen vroeg om de ringen, zeiden die: welke ringen? Waren we helemaal vergeten te regelen. Na de trouwceremonie hebben we geluncht met vrienden en familie en daarna ben ik naar mijn atelier gefietst om weer verder te werken.”
B: “Een jaar later verhuisden we naar Amerika, waar ik aan de slag ging voor mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. Daar heb ik mij ook ingezet voor huwelijksgelijkheid. Ik was een van de getuigen bij het allereerste huwelijk in New York. Dat maakte meer indruk op me dan de openstelling in Nederland. Hier ging er veel bureaucratische rompslomp overheen, in Amerika verliep het onder Obama’s bewind uiteindelijk ineens heel snel. Voor het stadhuis stond de eerste dag dat het kon een rij met honderden stellen die wilden trouwen. Het was een enorme emotionele ontlading.”

Beeld: Marc Deurloo
Styling: Juan Velazquez Caceres
Grooming: Clayton Leslie @ Frank Agency

Powered by Labrador CMS