Onderzoek

Verontrustende cijfers over acceptatie Nederlandse lhbti-gemeenschap

Bijna zestig procent loopt zelden hand in hand

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

Een nieuw rapport van kenniscentrum Movisie maakt duidelijk dat er nog een wereld te winnen is wat betreft de emancipatie en acceptatie van de Nederlandse regenbooggemeenschap. “Een duidelijk signaal voor een nieuw kabinet om dit in het regeerakkoord tot prioriteit te maken”, aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug.

In ‘Feiten en cijfers op een rij’ bundelt Movisie uitkomsten van relevant Nederlands en Europees onderzoek over de acceptatie, gezondheid en het welzijn van lhbti personen.

Uit het rapport bleek onder meer dat Nederlandse lhbti’s veel te maken krijgen met negatieve reacties en geweld. Biseksuele en bi+ vrouwen zijn relatief vaak slachtoffer van seksueel geweld. 36-52 procent krijgt hiermee te maken, vergeleken met 21 procent van de hetero vrouwen. Twee op de vijf jongeren verbergen hun seksuele oriëntatie en/of genderidentiteit op school.

Fysiek geweld

Een op de tien Nederlandse lesbische, homoseksuele en bi+ respondenten meldde in Europees onderzoek fysiek aangevallen te zijn. 22 procent van hen deed ooit bij de politie aangifte van een fysieke of seksuele aanval. Een op de vijf Nederlandse transgender personen werd slachtoffer van een fysieke of seksueel gemotiveerde aanval. Een op de vier trans personen deed aangifte van de laatste aanval.

Bijna nooit hand in hand

Open zijn over je seksuele oriëntatie en genderidentiteit is nog lang niet voor alle lhbti personen vanzelfsprekend. Wel blijkt dat ruim twee op de drie Nederlandse lhbti respondenten meestal of altijd open zijn over hun lhbti-zijn. Tegelijkertijd loopt 57 procent van hen (bijna) nooit hand in hand met een partner van hetzelfde geslacht.

Bijna de helft van de Nederlandse transgender respondenten geeft aan nooit of zelden open te zijn over hun genderidentiteit. Onder jongeren tussen 18 en 24 jaar verbergt ruim 41 procent hun lhbti-zijn op school. In de groep tussen 15 en 17 jaar oud zegt 16 procent hetzelfde te doen. Iets meer dan de helft van de respondenten tussen de 15 en 17 jaar geeft aan nooit of zelden open te zijn over hun genderidentiteit.

Dak- en thuisloze LHBTI-jongeren

In de publicatie zijn ook recente cijfers opgenomen uit een verkenning die Movisie (Meijsen/Timmerman, 2020) deed naar de situatie van dak- en thuisloze lhbti jongeren in Nederland. Naar schatting zijn tussen de 1.000 en 2.000 lhbti jongeren dak- of thuisloos. Dit is een driedubbel kwetsbare groep door lage zelfacceptatie, afwijzing door familie of omgeving en weinig veilige plekken in de opvang.

Verplichte kost voor nieuwe Kamerleden

Er moet hard worden gewerkt aan de emancipatie en acceptatie van lhbti personen in Nederland. Plannen en beleid moeten inclusiever worden ten aanzien van seksuele en genderdiversiteit. Deze publicatie is ook belangrijk voor alle nieuwgekozen Tweede Kamerleden en de politieke partijen die de komende tijd gaan onderhandelen over een nieuw kabinet.

“Uit deze cijfers blijkt opnieuw dat er nog een wereld te winnen is als het gaat om acceptatie ongeachte seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken”, aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. “Een duidelijk signaal voor een nieuw kabinet om dit in het regeerakkoord tot prioriteit te maken.”

Lees het hele rapport op de website van Movisie.

Powered by Labrador CMS