column

“Over seksuele grensoverschrijding in de gayscene moeten we zorgvuldig praten”

Chef redactie Martijn Kamphorst over de berichtgeving rond Sidney Smeets

Leestijd: < 1 min

Het is belangrijk dat we het gesprek over seksueel grensoverschrijdend gedrag in de gayscene vaker voeren, hoe ongemakkelijk soms ook. Wel moet dat met grote zorgvuldigheid gebeuren, aldus Martijn Kamphorst, chef redactie van Winq. “Anders ontstaat onbedoeld een schadelijk beeld dat deze problematiek niet verhelpt, maar vergroot.”

Steeds vaker worden verhalen van seksuele grensoverschrijding en seksueel misbruik onder homoseksuele mannen breed besproken in (mainstream) media. Vorig jaar gebeurde dat bij de zaak rond Hans P., ex-hoofdredacteur van de Gaykrant, die veroordeeld werd voor het bezit van grote hoeveelheden kinderporno. Vorige maand werd modeman Martijn N. door een groot aantal mannen beschuldigd van ernstig seksueel misbruik. Afgelopen week werd het nieuws gedomineerd door D66-politicus Sidney Smeets, die aftrad als Tweede Kamerlid nadat meerdere jonge mannen hem beschuldigden van het verzenden van ongepaste berichten.

Regenboogfoto's

Dat het gesprek steeds breder gevoerd wordt is een goede zaak, maar een hoge mate van sensitiviteit is daarbij vereist. Mede daarom verschijnt dit stuk pas een week na de beschuldigingen aan het adres van Smeets op onze site. NOS ging vorige week vrijdag in hun berichtgeving stevig de mist in. ‘Terugtreden Sidney Smeets legt groter probleem in de lhbti-community bloot’, kopten zij in een artikel over de berichten, met daarbij een foto van Smeets met een regenboogmondkapje en dito vlinderdas. De Limburger gebruikte in hun berichtgeving dezelfde foto. Bij het nieuws over de zaak Hans P. gebeurde vorig jaar iets soortgelijks: Het Parool plaatste bij een stuk hierover een beeld van de regenboogvlag. Met één beeld werd in deze gevallen de hele regenbooggemeenschap verbonden aan deze nieuwsberichten.

“NOS spreekt over 'een probleem binnen de lhbti-gemeenschap', maar wat hebben intersekse personen hiermee te maken?”

Deze keuzes zijn niet alleen onzorgvuldig, maar ook schadelijk. NOS spreekt in het eerdergenoemde artikel over een probleem binnen 'de lhbti-gemeenschap', maar lesbische vrouwen of trans en intersekse personen hebben niets met de aangekaarte misstanden te maken. Sterker nog: zij zijn disproportioneel vaker slachtoffer dan dader van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel zijn de acties van Smeets onderdeel van een veel groter probleem, dat niet zozeer gelinkt is aan een gemeenschap, maar aan een gender. In veruit de meeste gevallen betreft het seksuele grensoverschrijding door cisgender mannen – in het geval van Smeets een homoseksuele – die morele, maar in andere gevallen ook wettelijke grenzen overschrijden. Met de keuze voor het woord 'lhbti-gemeenschap' impliceert de NOS onterecht dat ook de andere letters van het regenboogacroniem zich met regelmaat schuldig maken aan dergelijk gedrag, maar daar wordt argumentatie noch bewijs voor aangedragen.

"Dit artikel slaat de plank goed mis", aldus Remco Boxelaar, directeur van kennisplatform Corporate Queer, in een kritische post over het NOS-artikel op Instagram. Die benoemt onder meer de problematische beeldkeuze, maar stelt ook dat de NOS met twee maten meet. Boxelaar merkt op dat in het artikel in een bijzin wordt genoemd dat binnen hun eigen organisatie momenteel eenzelfde zaak speelt, maar “NOS houdt de naam van hun collega onder de pet, terwijl Sidney Smeets tot sleutelfiguur of katalysator wordt gebombardeerd.”

"Er wordt niet tot nauwelijks bij stilgestaan dat óók jongens slachtoffer kunnen zijn van seksueel misbruik”

Winq-columnist Bo Hanna, die in het NOS-artikel wél consequent spreekt over een probleem binnen de homogemeenschap, merkt terecht op dat er jonge homo’s zijn die zich niet durven uitspreken over machtsmisbruik. “Uit angst dat de hele homogemeenschap als pedoseksueel wordt gezien. Ik hoop dat dit nu niet gebeurt. Dat zou het ergste zijn wat er kan gebeuren.” Des te kwalijker is het dus dat NOS ervoor kiest het symbool van de regenbooggemeenschap te verbinden aan een artikel over deze gebeurtenissen.

Mannelijk slachtofferschap

Laat hier geen twijfel over bestaan: we moeten veel vaker en kritischer spreken over grensoverschrijdend gedrag en scheve machtsverhoudingen, zowel binnen als buiten de gayscene. Zo voelen veel queer jongeren zich nog altijd onzichtbaar en onbegrepen op school en wordt er tijdens voorlichting niet tot nauwelijks bij stilgestaan dat ook jongens slachtoffer kunnen zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Dat zie je onder meer terug in de zorgverlening rond gedwongen sekswerk, die zich met name richt op vrouwen. “Jongens die in aanraking komen met seksuele uitbuiting worden daardoor over het hoofd gezien”, merkt zorgcoördinator Glenn van den Akker op in een interview op onze site. Namens het Expertisecentrum Mensenhandel en (jeugd)Prostitutie zet hij zich in voor slachtoffers van jongensprostitutie. “Zij lopen tegen een drievoudig taboe aan op homoseksualiteit, sekswerk en mannelijk slachtofferschap. In veel gevallen zoeken of accepteren ze daardoor geen hulp.”

Makkelijke prooi

Ook bij mijn allereerste date met een man – ik was 17 en net uit de kast – was er een groot leeftijdsverschil. Plekken om veilig contact te hebben met andere homoseksuele jongeren in de buurt waren er in die tijd niet, dus zocht ik mijn heil online. Door de schaarste aan gay leeftijdsgenoten was ik een makkelijke prooi. Een paar complimentjes waren genoeg om me in een andere stad bij een eind dertiger op de bank te doen belanden.

Eenmaal daar dacht ik: hoe ben ik hier terechtgekomen, wat zoek ik hier eigenlijk en vooral: hoe kom ik hier weg? Mijn ouders en vrienden had ik niet verteld waar ik was, omdat ik zelf nauwelijks wist wat ik eigenlijk ging doen. Zodra ik merkte dat deze man meer van mij verwachtte dan een leuk gesprek, maakte ik me uit de voeten. Voor mij liep deze situatie met een sisser af, voor veel anderen eindigt het in trauma.

Dubieuze contacten

Smeets is niet de eerste en zal niet de laatste persoon in een machtspositie zijn die er dubieuze contacten op na blijkt te houden met jongeren. Toch blijkt uit zijn reactie dat hij zich van geen kwaad bewust leek. "Ik heb me naar mijn beste weten altijd gedragen binnen de wetten die in Nederland gelden", reageerde hij. Nu heeft Smeets, voor zover nu duidelijk, geen strafbare feiten gepleegd, maar moreel zijn er tegen zijn acties wel degelijk bezwaren in te brengen.

Grote leeftijdsverschillen in relaties zijn niet per definitie problematisch, maar we moeten hier als community kritischer naar leren kijken. Ook moeten we waakzamer zijn op scheve machtsverhoudingen als deze, zowel bij eigen contacten als die van vrienden, kennissen en collega's. Zo liet D66-politicus Rob Jetten bij De vooravond weten dat hij soms seksueel getinte berichten ontvangt van jongeren op social media. Van die gelegenheid maakt hij gebruik om hen dat af te raden en hen erop te wijzen dat mensen hier misbruik van kunnen maken. “Op die manier hoop ik mijn kleine steentje bij te dragen.”

Dit complexe maatschappelijke gesprek over mannelijke seksualiteit moeten we op uiterst zorgvuldige wijze voeren. Er is meer aandacht nodig voor dit probleem om kwetsbare jongeren te beschermen, evenals duidelijke en hardere maatregelen om daders te bestraffen; met enkel het bewuster maken van kwetsbare jongen is dit probleem niet opgelost. Anderzijds moeten we voorkomen dat er, zeker in mainstream media, een problematisch beeld ontstaat over oudere homoseksuele mannen in het algemeen of de regenbooggemeenschap als geheel. Stigma is ons als gemeenschap immers niet vreemd.

“We moeten ervoor waken dat de gayscene niet klakkeloos bestempeld wordt als buitengewoon gevaarlijk”

Veilige plek

Online dating kent gevaren, datzelfde geldt voor het nachtleven – zowel queer als niet-queer. Op die gevaren zouden we jongeren beter attent moeten maken, onder meer door middel van inclusievere en veel progressievere voorlichting op scholen of bijvoorbeeld een onafhankelijk meldpunt om dergelijke misstanden veilig te melden. Tegelijkertijd bieden veel plekken en initiatieven jongeren juist een veilige ruimte om zichzelf te kunnen ontplooien. Denk aan een platform als Jong & Out, alleen toegankelijk voor queer jongeren, of de jongerenfeesten van het Utrechtse PANN.

We moeten ervoor waken dat we de lhbti-gemeenschap en de gayscene niet integraal bestempelen als buitengewoon gevaarlijk, waardoor een schadelijk beeld ontstaat dat deze problematiek niet verhelpt, maar vergroot. Hoe minder plekken er immers in de beleving van jongeren zijn om op veilige wijze in contact te komen met anderen als zij, hoe eenzamer zij zich zullen voelen en hoe groter de risico’s die zij uiteindelijk zullen nemen om zich gezien, gehoord en verbonden te voelen.

Beeld: Celso de Sanders

Powered by Labrador CMS