Voetbalclub Feyenoord krijgt eigen roze fanclub
Update: brand gesticht bij oprichter
Voetbalclub ADO Den Haag heeft al sinds 2013 een eigen club voor lhbtq fans: de Roze Règâhs. Vorige week werd bekend dat ook het Rotterdamse Feyenoord een eigen roze fanclub krijgt. Is dat nodig, vragen sommigen zich nu af. Maar in Den Haag is te zien dat er wel degelijk stappen in de goede richting zijn gezet om homofobie tegen te gaan.
[UPDATE]
In de nacht van 21 op 22 augustus is brand gesticht in de sportschool van een van de oprichters van de Roze Kameraden, Paul van Dorst. Op de deur was 'KK Homos' gekalkt en ernaasts stond: 'Paul, Sebas en Thijs DOOD' geschreven, verwijzend naar de drie oprichters van de Roze Kameraden. Het vandalisme en de bedrijgingen zijn ondertekend door RJR: de Rotterdam Jongeren Kern, een onderdeel van de harde Feyenoordkern.
[ORIGINEEL ARTIKEL]
Feyenoord is met de Roze Kameraden de tweede Nederlandse voetbalvereniging die een roze fanclub krijgt. In Duitsland en Engeland is het fenomeen massaler en vormen de lhbt-clubs een brede beweging van voetballiefhebbers. Dergelijke clubs zijn meestal geen onderdeel van de bestaande supportersvereniging. De Roze Kameraden konden wel onderdeel worden van het grote FSV De Feijenoorder, maar ze hebben ervoor gekozen om een aparte club te vormen. Wel streven beide groepen naar samenwerking.
Bestrijden van discriminatie
Doel van de Roze Kameraden is het bestrijden van lhbtq-discriminatie binnen Feyenoord. Homo wordt nog vaak gebruikt als scheldwoord. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk helemaal geen homofobe uitlatingen meer te horen zijn in stadion De Kuip.
Een aantal Feyenoord-supporters heeft geïrriteerd gereageerd op het nieuws. Maar volgens een van de oprichters, Sebas Maasland, is het niet de bedoeling dat ze zich in een apart hoekje gaan verstoppen. Hij en medeoprichters Thijs van der Heijden en Paul van Dorst zijn ervan overtuigd dat het initiatief inclusiviteit in De Kuip zal bevorderen.
Regenboogvlag
Ze kijken hierbij met een schuin oog naar ADO Den Haag, waar de Roze Règâhs voor een bescheiden wonder hebben gezorgd. De eerste vier jaren verliepen moeizaam: supporters met veel invloed wuifden het verzoek weg om minder vaak te schelden met seksuele geaardheden. Sterker nog: als tegenreactie deden ze er nog een schepje bovenop.
Ook was er gedoe met een regenboogvlag. Elke keer als de Règâhs zo’n vlag ophingen, werd deze door andere supporters van de muur getrokken met als commentaar: “Sodemieter op met die teringvlag.”
Ineens was het stil
Met de komst van Maron Pots in 2017 veranderde alles. Pots is een voetbalhooligan van het eerste uur, toen ADO nog FC Den Haag heette. Hij trad in dat jaar aan als voorzitter van de roze fanclub en als eerste daad stapte hij met de regenboogvlag het supportershome binnen. Die hing hij aan het plafond en bleef hoogstpersoonlijk wachten tot iemand langskwam. Wie er problemen mee had, mocht zich melden bij de hooligan, en ineens was het stil.
Vier jaar later constateert Pots dat er nauwelijks nog spreekkoren zijn in Den Haag met homofobe uitlatingen. Hoewel dergelijke spreekkoren nog vaak voorkomen, ziet ook ANP-journalist Thijs Smeenk dat de toon op tribunes milder is geworden. Naast zijn werk is hij bestuurslid van de John Blankenstein Foundation, die zich inzet voor acceptatie in het voetbal.
Machowereld
Hij heeft een dubbel gevoel bij de roze fanclubs, maar wat hem aanspreekt is het feit dat ze staan voor lbhtq’s die voor zichzelf opkomen in een machowereld. “Lhtbi-supporters hebben lang iets gehad van: ik ga naar het stadion en ik hou mijn mond wel dicht. Deze geluiden worden gelukkig luider, nu. Maar laten we hopen dat ze over dertig jaar niet meer nodig zijn.”
Bron: de Volkskrant