Recensie

Saint-Narcisse is zoveel meer dan pornokitsch

“Deze film is een middelvinger naar verpreutsing”

Leestijd: < 1 min

Met zijn film Saint-Narcisse, over een innige verhouding tussen een tweeling, steekt cultregisseur Bruce LaBruce een middelvinger op naar de verpreutsing. “Maar laat je niet misleiden,” aldus filmjournalist Nico van den Berg, “deze film is zoveel meer dan pornokitsch.”

‘It’s a Family Affair’, met deze laid-back jarenzeventigevergreen van Sly & The Family Stone eindigt Saint-Narcisse, de nieuwe film van de Canadese cultregisseur Bruce LaBruce. Het is een vette knipoog naar de ‘twincest’ die de uitgesproken queer filmmaker uitgebreid laat zien. Twee tweelingbroers die seks met elkaar hebben zonder dat daar een moralistisch sausje overheen wordt gegoten. Er zijn dagen dat je dit niet in je plaatselijke filmtheater voorbij ziet komen.

BEGRENSDE LIEFDE

Bijna alle lhbtq-films zijn tegenwoordig netjes ingekapseld in toegankelijke festivals als de Roze Filmdagen, een Pride Night bij Pathé of in verantwoorde series bij de NPO. Zelfs het uitgekauwde genre van de Nederlandse romcom heeft sinds deze week met Liefde zonder grenzen een zeer beschaafd liefdeslijntje tussen twee mannen, inclusief grote roze driehoek op de filmposter. Je zou het de ultieme emancipatie kunnen noemen, een tuttige romance op het witte doek kan tegenwoordig dus ook tussen twee mannen zijn. Liefde netjes binnen door iedereen geaccepteerde grenzen zou een betere titel geweest zijn.

“Een stijve pik of seks op niet-conventionele wijze zijn teruggedrongen naar fetisjfeesten voor de liefhebber”

Het past in een bredere ontwikkeling van verpreutsing in de publieke ruimtes, waar je ook de bioscoop en het filmtheater onder kunt scharen. Het begrip ‘aanstootgevend bloot’ wordt bijna nooit meer gebruikt. Niet omdat we zoveel meer normaal zijn gaan vinden, maar omdat je het bijna niet meer ongevraagd voor je ziet, of het nu gaat om de botenparade tijdens Pride Amsterdam of seksscènes in de bioscoop. Een stijve pik of seks op niet-conventionele wijze zijn, behalve online en in de eigen slaapkamer, teruggedrongen naar fetisjfeesten voor de liefhebber. De interesse in het radicaal-geile wordt zo bevredigd in afgesloten ruimtes waar alleen gelijkgestemden komen.

NEW QUEER CINEMA

Ook de lhbtq-cinema lijkt steeds verder weg te raken van het rebelse karakter dat het ooit had. Begin jaren negentig was er zelfs sprake van een invloedrijke filmstroming onder de naam New Queer Cinema. Hieronder vielen spraakmakende films als Paris is Burning, over de New Yorkse ballroomculture, Totally Fucked Up, over de ‘fag-and-dyke teen underground’ en Young Soul Rebels, over de liefde tussen een zwarte punker en een zwarte funkboy, tegen de achtergrond van een moord op een homoseksuele man.

Alle films uit deze stroming hebben met elkaar gemeen dat er openlijke liefde en expliciete seks tussen mannen in te zien was, inclusief gays van kleur. Ook trans personen, de lesbische scene en andere queer subculturen werden in al hun diversiteit door de vaak eigenzinnige makers op de voorgrond gezet. Alles om de heteronorm neer te zetten als iets wat verworpen moest worden.

“Voor de meesten waren de films van Bruce LaBruce eyeopeners”

Tot deze New Queer Cinema behoorde zeker ook Bruce LaBruce, het enfant terrible van de Canadese cinema, die in zijn films interseksualiteit, solidariteit tussen – in zijn eigen woorden – ‘potten, flikkers en transgenders' en raciale inclusiviteit zelden liet ontbreken. In 1991 brak hij door bij een cinefiel publiek met zijn film No Skin Off My Ass, waarin LaBruce samen met zijn toenmalige skinheadlover hun rauwe relatie in expliciete seksscènes vastlegde. Stel je voor dat je deze ‘queer punkfilm’ in een filmhuis zag in een tijd dat internet nog niet bestond en je begrijpt dat dit soort films voor de meeste mensen echte eyeopeners waren. Zijn korte film Slam! uit 1992, waarin een pornoster anale seks heeft op de oubollige muziek van The Carpenters, werd zelfs door de Canadese autoriteiten in beslag genomen en verbrand. En eind jaren negentig werd LaBruce aangevallen om zijn film Skin Flick, waarin hij geweld en verkrachting koppelde aan mannenseks en geilheid. Zijn latere werk leek qua stijl wat meer op traditionele arthousefilms, maar ging nog altijd over onderwerpen als seks tussen een tiener en een tachtiger (Gerontophilia, 2013) of hadden teksten als “A cock, a cock, my kingdom for a cock!” (Pierrot Lunaire, 2014).

SAINT-NARCISSE

Zijn nieuwste film Saint-Narcisse is los gebaseerd op de Griekse mythe van Narcissus, waarin de hoofdpersoon aan narcistisch gedrag ten onder gaat. In zijn film behandelt LaBruce aan de hand van dit verhaal het thema incest, door twee tweelingbroers seks met elkaar te hebben in een familie waar onderlinge lust een belangrijke rol speelt. Daarnaast speelt LaBruce met talloze clichés uit de homopornowereld, zoals de heftige seksuele spanning tussen jongens op katholieke internaten en douchen in de vrije natuur. Hoofdrolspeler Félix-Antoine Duval speelt op slimme wijze allebei de tweelingbroers en is met zijn afgetrainde lichaam haast het prototype van een homopornoster. Maar wat LaBruce nog steeds een meesterlijk regisseur maakt, is de manier waarop hij met al deze clichés toch een originele film weet neer te zetten en ‘fuck off’ roept tegen de verpreutsing.

Saint-Narcisse lijkt op pornokitsch, maar is zoveel meer dan dat. Het is LaBruce’s antwoord op deze tijd, waarin seksuele vrijheid vaak wordt gezien als iets waar grenzen aan moeten worden gesteld en waarin taboes steeds onbespreekbaar lijken te worden. Hoog tijd voor New Queer Cinema 2.0.

Beeld: Cinemien

Powered by Labrador CMS