Interview

“Mensen met psychische problemen zijn vaak een voetnoot in de krant”

Tim en Nicolaas over '100 dagen in je hoofd'

Leestijd: < 1 min

Dynamisch duo Nicolaas Veul en Tim den Besten keert dit najaar terug op televisie met de nieuwe serie 100 dagen in je hoofd. De programmamakers van de VPRO verbleven maandenlang in een psychiatrische kliniek om te leren wat er omgaat in de hoofden van mensen die kampen met ernstige, geestelijke problemen.

Wat hebben jullie precies gedaan in die kliniek?
Nicolaas: “We hebben honderd dagen meegedraaid op twee verschillende afdelingen. Tim liep mee op de afdeling waar mensen zitten die binnen afzienbare termijn – zeg anderhalf á twee jaar – weer terugkeren in de maatschappijb. Ik zat op de afdeling met mensen die lijden aan flinke psychische problemen, zoals schizofrenie. Dat is een vleugel waar je niet zomaar kunt weglopen en een plek waar mensen heel lang kunnen blijven: één cliënt zat er al 27 jaar.”

Veel mensen hebben bij een psychiatrische kliniek het beeld van dwangbuizen en mensen die denken dat ze Napoleon of God zijn. Is dat een realistisch beeld?
“Absoluut niet. In films zijn dit soort mensen altijd eng en onbetrouwbaar. In het echt zijn het vooral mensen zoals jij en ik – met als kanttekening dat ze worstelen met geestelijke problemen.”
Tim: “De laatste jaren komen mensen met psychische problemen steeds vaker in het nieuws. Maar doorgaans is het een voetnoot in de krant: er is een verwarde man opgedoken op het centraal station. Wie is die verwarde man? En wie bepaalt de scheiding tussen de mensen buiten de muur en de mensen die binnen zitten omdat ze problemen hebben?”

Zou iedereen onder andere omstandigheden achter die muur kunnen belanden?
Tim: “Absoluut. Het leven is lang niet zo zwart-wit als veel mensen zouden willen. Zeker de mensen op mijn afdeling waren lange tijd gewoon jouw collega, vriend, familielid of buurman voordat ze hier terechtkwamen.”

“Wij voelden ons verplicht zelf ook met de billen bloot te gaan over ónze psychische problemen”

Was het lastig om toegang te krijgen tot deze cliënten en hun vertrouwen te winnen?
Tim: “We hebben eerst lange gesprekken gehad: met de kliniek, met de verpleegkundigen, met de cliënten zelf. We wilden dat iedereen vanaf het begin op één lijn zat. En iedereen mocht te allen tijde beelden schrappen of aan de rem trekken. Het laatste dat we wilden is dat we werden gezien als twee tv-makers die binnen kwamen banjeren, de boel overhoopgooiden en vervolgens wegrenden met een sensationele serie. We hebben dit, nog meer dan onze vorige series, stapje voor stapje gedaan. En ook toen het materiaal was gedraaid, hebben we de beelden met elke cliënt bekeken om te kijken of zij zich er goed bij voelden.”

Waarom zeiden de zorgverleners en cliënten ja tegen jullie voorstel?
Nicolaas: “Ze konden zich vinden in ons doel om hen een gezicht te geven. Ze zitten in een kwetsbare positie. Maar tegelijkertijd zijn het ook mensen die gehoord en gezien willen worden. Die hun verhaal met de buitenwereld willen delen, als dat met respect en zorgzaamheid gebeurt.”
Tim: “Wij voelden ons verplicht zelf ook met de billen bloot te gaan over ónze psychische problemen. De cliënten deelden zoveel met ons dat wij ook met hen hebben gedeeld waar wij zelf tegenaan lopen en zijn gelopen in het leven. Iedereen krijgt te maken met grote of kleine gebeurtenissen die opeens het verschil kunnen maken: ieder mens heeft stoornissen of trauma’s waar je opeens, soms jaren later, door onvoorziene omstandigheden last van kunt krijgen.”

Jullie vorige 100 dagen-serie, waarin jullie de rol van docent aannamen,
bleek succesvol. Wat is het geheim van de formule?
“Het is een groot voordeel dat wij echt de tijd nemen – en krijgen – om dieper in een onderwerp te duiken. In televisieland is die tijd er meestal niet; de meeste presentatoren mogen maar vijf dagen uittrekken voor een indringende serie. Die extra tijd helpt ons een lastig onderwerp beter te duiden en voor de kijker op de kaart te zetten. Naar 100 dagen voor de klas keken honderdduizenden mensen. Ik hoop dat veel van die kijkers na de serie dachten: die leraren zeiken helemaal niet over werkdruk.”

Jullie werken al sinds mensenheugenis samen. Wat is jullie chemie?
Nicolaas: “De meeste duo’s bestaan uit twee tegenpolen: Bassie en Adriaan, Knabbel en Babbel, Laurel en Hardy. Dat geldt ook voor ons. Ik ben bedachtzaam en gevoelig, Tim is meer de olifant. Dat levert vaak leuke televisie op. Elke kijker kan één van ons twee kiezen en daar iets van vinden: je bent zelf een Tim of een Nicolaas, of je ergert je juist kapot aan één van ons twee. Tegelijkertijd zitten we als het over grote thema’s of over het vak gaat altijd op één lijn. We vinden dezelfde onderwerpen belangrijk, we hebben dezelfde smaak als het om montage of muziek gaat. Hoe verschillend we ook zijn, als we een programma maken hebben we nooit discussie.”

100 dagen in je hoofd is vanaf donderdag 21 oktober wekelijks te zien op NPO 3. Meer info: vpro.nl/100dagen

Beeld: Diederick Bulstra Photography

Powered by Labrador CMS