Column

“Voer gerust een discussie over besnijdenis, maar laat mijn penis erbuiten”

Bo Hanna over penisnijd

Leestijd: < 1 min

Winq-columnist Bo Hanna wordt op een feestje gevraagd of hij besneden is. “Voer gerust een discussie over besnijdenis, maar laat mijn penis erbuiten.”

Of ik een besneden pik heb. Die vraag werd mij zonder enige gêne gesteld op een huisfeestje waar ik onlangs belandde. “Vanwaar de interesse”, reageerde ik verbaasd. Hoewel de vraag ook om mij heen flink wat wenkbrauwen deed fronsen, laaide in no time een discussie op over besneden penissen, met die van mij als lijdend voorwerp.

“Vind jij het normaal dat ze zonder toestemming een stukje vel van een kind z’n piemel afknippen?”

Iemand die uit medische noodzaak zelf besneden is, vond onbesneden piemels onhygiënisch, terwijl anderen besnijdenis juist als genitale verminking zagen. “Vind jij het normaal dat ze zonder toestemming een stukje vel van een kind z’n piemel afknippen?”, vervolgde de persoon die eerder naar mijn geslachtsdeel had gevraagd. Tot zijn verbazing liet ik hem weten dat ik tégen het ritueel besnijden van kinderen ben. Vervolgens leek hij te denken dat ik rechtstreeks in contact stond met ‘de manager van mijn cultuur’. Of ik die even voor hem wilde bellen de volgende dag, om ervoor te zorgen dat Noord-Afrikanen en masse besnijdenis in de ban zouden doen.

Alhoewel ik totaal niet preuts ben aangelegd, vond ik het op z’n zachtst gezegd tamelijk bizar dat mijn geslachtsdeel voer vormde voor enkele minuten gespreksstof bij een gezelschap dat ik nog maar net had ontmoet. En hoewel ik er inmiddels aan gewend ben geraakt dat mensen allerlei aannames hebben bij mijn uiterlijk – tijdens meer dan één avond uit is mij gevraagd of ik drugsdealer was – had iemand deze bewuste avond een primeur: nooit eerder ben ik op een feestje geïnterviewd over mijn penis.

Hoe dan ook, laat ik maar met de deur in huis vallen: já, ik ben besneden. Als kind ben ik onder narcose in een Nederlands ziekenhuis besneden. In Egypte is 95 procent van alle mannen besneden en wordt de voorhuid om hygiënische redenen al eeuwenlang verwijderd. Aangezien ik de zoon ben van Koptisch-Egyptische migranten, is ook mijn voorhuid onder het mom van hygiëne gesneuveld.

Toen ik als kind op voetbal zat werd ik tijdens het douchen uitgelachen omdat ik besneden was. “Jij hebt een paddenstoelenpiemel!” riepen kinderen, onder toeziend oog van de voetbaltrainer, die niets deed. Ik heb er zelf niet voor gekozen om besneden te worden, maar ik heb er ook geen last van. Ik weet niet wat ik mis en ben blij met het besneden zaakje dat ik heb hangen. Waar ik wél last van heb, zijn de ongepaste vragen en idiote opmerkingen die ik van kleins af aan al naar mijn hoofd geslingerd krijg. Je kunt je afvragen of een Amerikaan op eerdergenoemd huisfeestje ook naar zijn penis was gevraagd; de meeste Amerikaanse mannen zijn immers besneden.

“Met een discussie over het ritueel besnijden van jongens vind ik niets mis”

Met een discussie over het ritueel besnijden van jongens vind ik niets mis, al heeft het verleden bewezen dat een debat over dit onderwerp vaak verhit raakt. In 2018 hebben vergevorderde plannen in IJsland om besnijdenis zonder medische noodzaak te verbieden, tot een hoop controverse geleid, waarna ze in de ijskast zijn gezet.

In mijn optiek moeten we het schurende gesprek niet uit de weg gaan: momenten van controverse kunnen anderen aan het denken zetten. Dat gezegd hebbende: behandel anderen met respect. Voer gerust een discussie over besnijdenis, maar laat mijn penis erbuiten.

Beeld: Celso de Sanders / Grooming: Emma Blok

Powered by Labrador CMS