Interview
Theatermaker Char Li Chung: “Alles van ons anders-zijn moeten we omarmen”
The Gay King is het derde deel van zijn drieluik
Edward II – The Gay King, het derde deel van Char Li Chungs drieluik over historische homo’s, is sinds februari bij toneelgroep Oostpool te zien. “Als het niet queer is, dan laat ik het liever.”
Van een van de huisregisseurs van Toneelgroep Oostpool, Char Li Chung (26), ging in februari Edward II –the gay king in première. Het stuk is het derde en laatste deel van zijn drieluik over queer personages uit de Europese geschiedenis – Don Caravaggio en De Profundis (over Oscar Wilde) gingen King Edward II voor. Char Li is zoon van een Italiaanse moeder en een Chinese vader; een echte horecafamilie uit Den Haag. “In de coronatijd ben ik gewoon bestellingen rond gaan brengen.”
Je hebt je naam onlangs veranderd van Charli in Char Li.
“Mijn overgrootouders zijn al in 1903 naar Nederland gekomen en iedereen in onze familie heeft een Chinese naam. Toen ik klein was en naar school ging, besloot ik om de spatie weg te halen. Ik wilde ook niet dat mensen mij Li gingen noemen. Als kind wil je geen niet-Nederlandse naam, wat natuurlijk getuigt van westers centralisme. Nu ik volwassen ben, vind ik juist dat we alles van ons anders-zijn moeten omarmen. Volgend jaar ga ik mij, in mijn werk, richten op Oost-Aziatische cultuur en dan is mijn naamacceptatie een eerste belangrijke stap. De representatie van Aziatische regisseurs en acteurs is al zo klein…”
De multi-etnische samenleving was vorige zomer het centrale thema in jouw voorstelling Hollandsch Glorie.
“Daar werd niet in alle kranten even enthousiast op gereageerd. Sommige recensenten noemen het identiteitsdebat een schreeuwerig debat. Als je dat al vindt voordat je komt kijken; dan hebben we al verloren. Voor veel mensen is het identiteitsdebat het urgentste en noodzakelijkste debat dat er bestaat. Sommige witte mensen hebben moeite met de vooruitgang die ik voor ogen heb. Nederland vindt zichzelf zó tolerant, maar dat helpt helemaal niet mee om nieuwe, grote veranderingen teweeg te brengen. Hollandsch Glorie was mijn droomvoorstelling. Belangrijk ook om op dit moment te maken. En midden in de coronacrisis. Het was waanzinnig om in die specifieke periode, als gezelschap, zo’n grote zomerproductie voor duizenden mensen neer te zetten. Zó veel werd in die tijd uitgekleed en soberder gemaakt vanwege de kans op besmetting. Wij wilden juist alles geven waar iedereen zo hartstochtelijk naar verlangde. En dat kon ook, want met Hollandsch Glorie speelden wij in de buitenlucht; in het Amsterdamse Bos.”
“Iedereen moet van zijn stoel vallen van schaamte over de representatie binnen de Tweede Kamer”
Nu volgt dan het derde deel van jouw gay drieluik, zeg ik dat goed?
“Historische homo’s. Dat allitereert lekker. Maar het gaat niet alleen maar om homoseksuele personages. Don Caravaggio zie ik eerder als biseksueel en polyamoreus. Vaak wordt gesproken over een ‘vermeende’ homoseksualiteit – als je in 1600 al vermeend homoseksueel was, dan was je dat waarschijnlijk ook wel echt. Maar na het drieluik over de historische homo’s ben ik daar dan wel even mee klaar.”
Wordt de regenboogvlag die voor de deur van Toneelgroep Oostpool hangt dan ook gestreken?
“Nooit!”
Hij kan volgend jaar plaatsmaken voor een Oost-Aziatische vlag.
“De regenboogvlag gaat over radicale inclusie, dus de Oost-Aziatische gemeenschap zou zich ook in deze vlag moeten kunnen herkennen. Iedere gemarginaliseerde groep zou hoop en aansluiting moeten vinden bij die vlag. Stel: iemand van 16 jaar heeft iets gelezen over een voorstelling van ons, is nieuwsgierig geworden en wil daar stiekem heen. Als die persoon dan op zoek is naar het theater, wordt hij, zij of hen misschien wel op straat geholpen door die vlag; ‘daar moet ik zijn’. Ik heb deze vlag zelf laten ontwerpen en opgehangen. Toneelgroep Oostpool besteedt trouwens al lang veel aandacht aan queer toneel en dat is een considerabele reden waarom ik hier terecht ben gekomen.”
In de Volkskrant zei je pas nog: de wereld zou minder wit en minder heteroseksueel moeten worden.
“Dat gaat natuurlijk over representatie. En macht. Kijk eens naar de Tweede Kamer. Iedereen moet van zijn stoel vallen van schaamte over de representatie binnen dat instituut. Maar het is in de hele Nederlandse samenleving natuurlijk zo. Aandacht hiervoor vragen is de grootste missie van mijn kunstenaarschap. Zolang mensen nog uit de kast moeten komen en heteronormativiteit zo extreem de norm is, zijn we niet ver genoeg. Het is op veel plekken nog steeds niet geaccepteerd als een wat vrouwelijkere man niet in een spijkerbroek wil lopen maar liever meer feminiene kleren draagt. En dan zijn we nog nergens omdat mensen niet kunnen zijn wie ze willen zijn. Ik zou bereid zijn mijn hele leven én mijn kunstenaarschap in te leveren om daar verandering in te brengen.”
Maar dat doe je toch ook?
“Hahaha, dat doe ik inderdaad ook! Mijn werk is altijd queer. Ik geef toe: als het niet queer is of er anderszins geen spark of joy in mij ontstaat, dan laat ik het liever. Mijn coming-out was pas zes jaar geleden en ik heb nog veel te ontdekken in mijn eigen homoseksualiteit en dat doe ik ook via mijn werk. Ik ben in sneltreinvaart over de liefde aan het nadenken.”
De formule 1 van de liefde?
“Jazeker! De verhalen die je in je jeugd leest zijn bijna allemaal heteroseksueel. Toen ik erachter kwam dat ik dat niet ben, ben ik meteen op zoek gegaan naar queer verhalen en zo kwam ik in aanraking met films als Call Me by Your Name en Mysterious Skin. Ik ben daar erg door geïnspireerd geraakt en dat heeft natuurlijk invloed op mijn eigen werk gehad. Het is zo jammer dat wij maar een keer per jaar een goede queer film krijgen. Daar duiken we dan met z’n allen op. Belachelijk! Ik wil iedere maand wel getrakteerd worden op een nieuwe Call Me by Your Name.”
Waarom ga je die dan niet zelf maken?
“Zelf een film maken? O, dat zou ik heel graag willen. Of iets op televisie. Er zijn heel veel plekken waar je verhalen kunt vertellen, dat hoeft helemaal niet alleen op het toneel te zijn. Ik ben nieuwsgierig naar mijn eigen ontwikkeling daarin. In meerdere van mijn voorstellingen heb ik dans geïntegreerd. Daarnaast vind ik ook dat beeldende kunst een plek moet op het toneel. Maar ook zang – ik houd enorm van popmuziek. Mijn generatie is nauw verbonden aan de mobiele telefoon, daarop gaat alles supersnel. In het theater lijkt alles soms veel trager te gaan – af en toe lijkt het wel op slow motion vergeleken met Instagram of Netflix. Dat vind ik jammer, waarom zou het theater zo vreemd naast de echte wereld moeten staan? Ik probeer daarom prikkels toe te voegen om snelheid in het verhaal te brengen.”
Jouw ouders zijn restauranthouders. Jij wilde zelf ook (ooit) de horeca in.
“Er zit zo veel theater in de horeca: de voorbereiding, het moment van aanvang, het acteren aan tafel. Mijn hart schreeuwt om theater, maar als ik in bed lig, schreeuwt het ook om een eigen restaurant. Het is echt een aantrekkelijke gedacht. Le petit Char Li. Haha.”
Ben je geschrokken van de schade die corona kan veroorzaken?
“Mijn moeder heeft haar restaurant de Basiliek in Den Haag al zo lang als ik leef. Daarvan kun je zeggen dat het echt gevestigde horeca is. Ik denk dat de kleine en jonge ondernemingen meer last hebben en hebben gehad van de crisis dan de meer gevestigde restaurants. Maar er is natuurlijk wel stress als je dertig man personeel hebt. Tijdens de lockdown ben ik van Amsterdam terug naar Den Haag verhuisd. Ook om mijn familie te helpen. Nadat wij hier overdag theater hadden gemaakt, stapte ik gewoon op de scooter om bezorgingen te doen. Dat verhuizen ging ook gemakkelijk omdat ik single ben. Ja, ik ben nog single, hebben jullie dat goed gelezen, allemaal?”
Reacties op deze contactadvertentie kunt u sturen naar: redactie@winq.nl. Wij zullen deze discreet aan Char Li doorzenden.
Beeld: Carin Verbruggen & Ferry Drenthem Soesman
Kledingcredits: wollen jas: Cos, overhemd: Zipper Vintage Clothing, sieraden, Char-Li’s eigen
Styling: Wouter Rave
Grooming: Clayton Leslie