uit onze archieven

Gavin-Viano: “Queer personages zijn meer dan een grappige bijrol”

Leestijd: 6 min

Bij alles wat performer, regisseur en presentator Gavin-Viano maakt, vertrekt hij vanuit zichzelf. “Ik vertel mijn verhalen niet vanuit een slachtofferrol. Ik wil eer doen aan de gemeenschappen waar ik deel van uitmaak.”

Is kunst en cultuur er bij jou met de paplepel ingegoten?
“Mijn moeder kwam eind jaren zestig uit Suriname naar Nederland. Jaren later werd ze een alleenstaande moeder. Als de jongste van drie kinderen, zie ik mijn moeder, broer en zus als mijn ouders. Er was bij ons thuis niet veel tijd of aandacht voor kunst, maar wel voor cultuur. We gingen naar New York, het Kwaku Festival en gospelconcerten, maar bezochten nooit een museum of theater. De nadruk lag vooral op school, gelukkig had ik een talenknobbel en kon ik vlot leren.”

Op welk moment wist je dat je performer wilde worden?
“Volgens m’n ouders zong ik al voordat ik kon praten. Op de basisschool begon ik met liedjes schrijven. Mijn eerste nummer schreef ik in groep acht, voor de kerstmusical. De melodie van dat nummer gebruikte ik afgelopen jaar in mijn voorstelling. Verder zat ik bij een knutselclub en deed ik aan wedstrijdzwemmen. Het wereldje van het wedstrijdzwemmen was erg racistisch: in de kleedkamer werd ik ‘Zwarte Piet’ en ‘kutneger’ genoemd. De jongens die zulke dingen riepen, sloeg ik in elkaar. De trainer kwam er nooit tussen en vaak ging ik huilend naar huis. Uiteindelijk ben ik daardoor met het wedstrijdzwemmen gestopt: het was te vermoeiend om bij iedere training voor mezelf te moeten opkomen. Vanaf dat moment ben ik me meer gaan focussen op dansen, choreograferen en muziek maken. Op 15-jarige leeftijd zag ik de videoclip ‘Pass That Dutch’ van Missy Elliott en dacht ik: dat moet ik ook kunnen. Vervolgens raakte ik betrokken bij allerlei projecten in binnen- en buitenland.”

Je hebt een dansopleiding gevolgd bij Codarts in Rotterdam en rondde in de zomer van 2020 de regieopleiding aan de Toneelacademie Maastricht af. Waarom twee studies?
“Ik stond in Duitsland op de planken in allerlei voorstellingen, maar had tegelijkertijd allemaal eigen concepten in m’n hoofd die ik tot uitvoering wilde brengen. Uiteindelijk heb ik me daarom opgegeven voor de Toneelacademie, al was het in eerste instantie niet de bedoeling nóg een studie te doen. Zeker niet in Maastricht, dat was als Rotterdammer even omschakelen. Ik heb er uiteindelijk enorm veel geleerd, inmiddels voelt Maastricht als een tweede thuis.”

“mijn queerness is net zo’n belangrijk onderdeel van mijn identiteit als mijn huidskleur en het spleetje tussen mijn voortanden”

Hoe was het om af te studeren tijdens een pandemie?
“Ronduit klote. Je gunt alle studenten de ervaring om lekker met elkaar te studeren, te feesten en projecten uit te voeren. Gelukkig was mijn plan voor het laatste jaar al helemaal klaar. Ik moest afstuderen met twee projecten. Het eerste project was A plastic state of mind, over vijf vrouwen die tijdens de burgeroorlog in Liberia werden ontvoerd en jarenlang systematisch zijn misbruikt. Dat stuk speelde in februari, werd goed ontvangen en we zouden later nog meer data spelen. Voordat ik mijn tweede voorstelling Ach, mijn wederhelft kon presenteren, werden alle theaters gesloten. Gelukkig mocht ik alsnog afstuderen, omdat mijn hele concept al was uitgewerkt en goedgekeurd.”

Waar komt het idee voor Ach, mijn wederhelft, een drieluik over PrEP, vandaan?
“Twee jaar geleden begon ik aan mijn twee afstudeerprojecten. Ik dacht: je bent een zwarte theatermaker in een voornamelijk witte sector, wat ga je dan maken? Ik wilde iets maken óver en vóór de verschillende gemeenschappen waar ik onderdeel van ben. A plastic state of mind, de eerste voorstelling, ging over black females – daar ben ik door grootgebracht, zij zijn alles voor me. Daarnaast vond ik het belangrijk iets te doen met mijn queerness. Dat is net zo’n belangrijk onderdeel van mijn identiteit als mijn huidskleur en het spleetje tussen mijn voortanden. Ik deed onderzoek naar bestaande queer stukken, maar vond vrijwel alleen materiaal over aids en coming-outproblematiek. Daarnaast was het voor mij persoonlijk nog niet zo makkelijk om aan PrEP te komen.”

Gavin-Viano.
Gavin-Viano.

Hoezo niet?
“Mijn relatie van twee jaar was net uit, en ik was single and ready to mingle. Ik had over PrEP gehoord en wilde het uitproberen, maar mijn huisarts in hartje Rotterdam – een witte cisgender heteroman met kleinkinderen – gaf aan er niet voldoende vanaf te weten en weigerde het voor te schrijven. Ik was flabbergasted en ging met hem in discussie, maar hij verwees me door naar de GGD. Bij de GGD in Rotterdam en Amsterdam waren enorme wachtlijsten, dus zij verwezen me weer terug naar mijn huisarts. Die weigerde alsnog. Ik zei: ‘Wat als je kleinkinderen er gebruik van zouden willen maken? Ga je je er dan wél in verdiepen?’ Het mocht niet baten. Ik werd afgescheept met een onzinnig mailtje over zijn dokterseed. Omdat ik in Maastricht nog steeds een appartement had, besloot ik het daar bij de GGD nog een keer te proberen. Zij hebben me uiteindelijk geholpen.”

Hoe heb je de moeite die het kostte om zelf PrEP te krijgen verwerkt in je voorstelling?
Ach, mijn wederhelft is een drieluik geworden over de Turkse Mehmet die gaat trouwen met de Surinaamse Jorden: twee gezonde mannen die van elkaar houden en fucking succesvol zijn. Deel één gaat over de grootmoeder van Jorden, die in discussie gaat met een rigide witte huisarts die weigert haar kleinzoon PrEP voor te schrijven. In deel twee geeft Mehmet aan dat hij een open huwelijk wil; Jorden staat daar alleen voor open als ze beiden PrEP gaan slikken. In deel drie zien we drie godinnen, gebaseerd op iconische trio’s als Destiny’s Child, de heksen van MacBeth en Totally Spies. Ze praten over genderfluïditeit, maar ik laat ze ook een link leggen met de jaren vijftig, toen het voor vrouwen niet zo eenvoudig was om de anticonceptiepil te krijgen. Ik zie overeenkomsten met hoe er nu wordt omgegaan met mannen die PrEP willen gaan slikken: zo wordt vaak verondersteld dat het promiscue gedrag in de hand zou werken.”

Hoe werd je drieluik ontvangen?
“Erg goed. Ik vond het mooi om na de première in de foyer te zien hoeveel verschillende soorten mensen naar de voorstellingen waren gekomen. Allerlei kleuren, geloven en sociale klassen, mensen die werkzaam zijn voor de GGD, het Aids Fonds en PrEPnu, maar ook mensen die hiv hebben. Eén iemand kwam naar me toe om mij te bedanken dat ik dit stuk had gemaakt. Hij vertelde hoe de aidsproblematiek er in de jaren tachtig uitzag. Hij behoorde tot de eerste mensen die in die tijd hiv-medicatie kregen en vond dat PrEP nog veel te weinig wordt gepromoot bij de nieuwe generatie queer mensen.”

Gavin-Viano.
Gavin-Viano.

Met welke reden kies je ervoor verhalen te vertellen die expliciet betrekking hebben op je huidskleur of seksuele voorkeur? 
“Ik wil die verhalen vertellen vanuit een plek van ownership, niet vanuit een slachtofferrol. Ik wil eer doen aan de gemeenschappen waar ik deel van uitmaak. Mijn eerste voorstelling, Melanine, ging over acht zwarte jongemannen die in de jaren dertig onterecht worden veroordeeld voor verkrachting. Het was 2017 en ik was boos op alles en iedereen omdat ik elke twee maanden staande werd gehouden door de politie. Als ik ergens boos over ben, verwerk ik dat in wat ik maak. A plastic state of mind, het verhaal over de Liberiaanse oorlog, gaat voor mij over black girl magic, vrouwen die hun lot in eigen handen wisten te nemen. Ik zet altijd BIPOC [black, indiginous and people of color – red.] mensen in de hoofdrol en laat die personages in een krachtige positie zien, niet vanuit een slachtofferrol. Queer personages worden te vaak neergezet als grappige bijrol, of ze zijn kopieën van Geer en Goor – niets mis met die twee, maar de queer community is méér dan dat.”

Wat kunnen we in 2022 van je verwachten?
“Veel mooie projecten. Een paar highlights: ik ga nieuwe voorstellingen ontwikkelen onder het dak van Frascati Producties, waarbij ik sinds 2021 als vaste maker aangesloten ben. In maart en april herneem ik een aantal keer mijn solovoorstelling Able to fuck love, in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Daarin vertel en zing ik over mijn perspectief op daten, seksen en beminnen. Ook gaan we mijn eerste voorstelling Melanine spelen in een aantal kindertehuizen in Suriname. Dat wordt echt heel mooi: we gaan Surinaamse acteurs de show leren, zodat zij hem na ons vertrek kunnen voortzetten. O ja, en ik ben met BNNVARA een webserie aan het ontwikkelen, over de mens achter de pornoacteur. Kortom, ik ben voorlopig nog wel even zoet.”

Meer info over Gavin-Viano vind je via frascatiproducties.nl en Instagram.

MUAH: Clayton Leslie
Styling: Wouter Rave
Kledingcredits: vintage ‘polo Ralph Lauren’, overhemd en corduroy gilet: Zipper Vintage Clothing

Powered by Labrador CMS