Interview
“Tijdens mijn coming-outtournee ontdekte ik een zwembad vol liefde”
Stefan Raatgever over ‘De jongen die van de klif sprong en zacht terechtkwam’
Met De jongen die van de klif sprong en zacht terechtkwam schreef popjournalist Stefan Raatgever een hoopvolle coming-of-ageroman over een jongen die zijn homoseksualiteit leert omarmen. “Dit is het boek dat ik als tiener nooit kon vinden.”
Toen Splinter Chabot twee jaar terug debuteerde met Confettiregen kreeg Stefan Raatgever een vervelend belletje van de uitgever die zijn boek zou publiceren. Met de woorden ‘sorry, hij was je voor’ belandde zijn coming-of-ageroman over een jongen die worstelt met homoseksuele gevoelens op de plank. Volgens zijn uitgever waren er voorlopig wel weer genoeg ‘homoboeken’ verschenen.
Afgelopen februari verscheen De jongen die van de klif sprong en zacht terechtkwam alsnog, bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff. In het verhaal volgen we de 19-jarige Alec, die gevoelens ontwikkelt voor zijn nieuwe klasgenoot Björn en zich daar geen raad mee weet.
Al met al heb je bijna tien jaar over dit verhaal gedaan. Waar kwam dat door?
“Het duurde lang voordat ik de juiste richting vond. Dat gebeurde pas toen ik besefte dat dit boek meer moest zijn dan mijn eigen verhaal. Ik zag in dat ik het moest schrijven voor een nieuwe generatie Stefans. Mijn doel is jongeren met dit boek te helpen, hun een steun in de rug te bieden. Ik wilde een optimistisch verhaal optekenen, een verhaal dat ik als tiener had kunnen gebruiken, maar nooit kon vinden. Een boek met de boodschap: maak je niet zo druk, het komt wel goed.”
De positieve afloop geef je al weg in de titel.
“Over die keuze heb ik het veel gehad met mijn uitgever, maar ik wilde de lezer van tevoren duidelijk maken dat zij zich aan dit boek kunnen vastklampen.”
“Ik kwam pas op mijn 24ste uit de kast en dat lag niet aan mijn ouders”
Wat voor tiener was jij zelf?
“Een echte binnenvetter. En niet heel wereldwijs. Ik las enkel de boeken die op de verplichte leeslijst stonden. Wel pakte ik ooit een boek van Gerard Reve op. De titel kan ik me niet herinneren, maar het ging over een man die op straat een jonge jongen verleidde. Ik vond het eerder eng dan leuk. Is dacht: is dit het spel waar ik straks in terechtkom? Ik heb het halverwege dichtgeslagen en was weer een stapje verder bij een coming-out vandaan. Uiteindelijk ben ik pas op mijn 24ste uit de kast gekomen.”
Waar lag dat aan?
“Niet aan mijn gezin in ieder geval. Ik groeide op in een veel leuker en ruimdenkender gezin dan mijn hoofdpersonage Alec. Mijn ouders zijn heel ruimdenkend, hebben me nooit het idee gegeven dat het een probleem zou vormen. Sterker nog, de broer van mijn moeder was homo en hij was haar favoriete broer. Ze zat vaak trots over hem te vertellen. Terugblikkend op die tijd had ik prima eerder uit de kast kunnen komen.”
Maar dat deed je niet.
“Op school, op televisie of op de sportclub – ik was fanatiek tennisser – is toch het beeld in mijn gedachten geslopen dat het verkeerd was om af te wijken van de norm. Ik heb lang met meisjes gedatet en mijn gevoelens voor jongens weggedrukt. Dat twijfelende, dat afwachtende heb ik een-op-een doorgegeven aan Alec. Pas wanneer hij Björn ontmoet, lukt het hem de regie over zijn leven terug te pakken.”
Had jij zelf zo’n jongen?
“Nee, en daarom duurde het bij mij denk ik ook zo lang. Als ik dit boek volledig autobiografisch had gemaakt, was het één lange opeenvolging van gepieker en innerlijke conflicten geweest. Bijzonder oninteressant, volgens mij.”
Thematisch vertoont De jongen die van de klif sprong en zacht terechtkwam gelijkenissen met Confettiregen, waarin Splinter Chabot schrijft over de worsteling met homoseksualiteit binnen een progressief milieu. Daardoor besloot de uitgever die je eerder voor ogen had jouw boek niet uit te geven.
“Daar baalde ik enorm van. Ik denk dat Splinter juist een hernieuwde interesse voor queer boeken heeft weten aan te wakkeren. Sowieso is er volgens mij ruimte genoeg voor meer boeken als het zijne. Elk jaar verschijnen honderden, duizenden boeken over hetero personages, en slechts een handvol boeken over queer personages.”
Alec ziet in jouw boek erg op tegen een coming-out. Een deel van de huidige generatie jongeren ziet minder de noodzaak in van dat uit de kast komen.
“Dat is de laatste jaren inderdaad in sprinttempo veranderd. Toch kun je mij niet wijsmaken dat jongeren van nu, zelfs de meest vrijgevochten, er geen moment mee worstelen dat ze niet tot de norm behoren. Alec worstelt eigenlijk nog het meest met de coming-out richting zichzelf, net als ikzelf vroeger.”
“Er zijn nog zat Nederlanders die homo’s alleen kennen van de televisie”
Toen jij eenmaal uit de kast kwam, ging je op coming-outtournee, zo beschreef je in een stuk voor Het Parool.
“Ik had er behoefte aan het te delen en ik heb er prachtige herinneringen aan. Ik ontdekte een zwembad vol liefde, waarvan ik niet wist dat het bestond. Waarom zou je daar niet in springen? Ik had tijdens die tournee het ene na het andere mooie, diepe gesprek met vrienden. Ik vond ook dat ze het verdiend hadden: jarenlang had ik een heteroleven geleid, meisjes aan ze voorgesteld.”
Je boek bevat veel autobiografische elementen, maar jouw reputatie als Songfestivalkenner speelt geen rol in het verhaal. Was dat bewust?
“Ik heb geprobeerd te spelen met het stereotiepe beeld dat veel mensen van homo’s hebben. Daarom heb ik mijn Songfestivalkennis niet in het boek verwerkt, maar mijn verleden bij een tennisclub wel. In de Randstad kan men zich dat nauwelijks voorstellen, maar er zijn nog zat Nederlanders die homo’s alleen kennen van de televisie. Omdat in mainstream media een eenzijdig beeld getoond wordt van homoseksualiteit, komt de burgerlijke homo nauwelijks aan bod.”
De Alphen aan den Rijn-gay, zoals een collega jou noemde, zo vertelde je in Het Parool.
“Daar had hij me inderdaad perfect mee gevat. Ik heb een partner, koophuis en een kind, nu alleen nog een bakfiets. Ik ben nu eenmaal een burgerlijke lul. Voor tv is dat misschien niet zo sexy, en daardoor is het nog steeds zo dat een flink deel van Nederland bij homo’s denkt aan Geer en Goor, Martien Meiland en de Pride-boot met het meeste bloot. Niets ten nadele van die mensen, maar de veelkleurigheid van de gemeenschap wordt te weinig getoond.”
“Als tiener was alles troebel voor me, behalve het verlangen vader te worden”
In jouw boek is Alec bang dat zijn moeder slecht zal reageren op zijn coming-out, omdat een gay zoon zou betekenen dat zij geen kleinkinderen krijgt. Was dat voor jou ook een angst?
“Enorm. In mijn tienertijd was alles troebel voor me, behalve het verlangen vader te worden. Dat heeft vanaf mijn zeventiende als een paal boven water gestaan. Toen ik besloot uit de kast te komen voelde het alsof ik afscheid moest nemen van die wens. Het was een soort rouwproces dat ik aflegde voorafgaand aan mijn coming-out.”
Maar een jaar geleden ben je toch vader geworden van een zoontje.
“Iets wat ik destijds nooit had kunnen vermoeden.”
Je carrière als popjournalist heb je in het boek verwerkt door ieder hoofdstuk in te leiden met een songtekst. Hoe kwam die playlist tot stand?
“Ik kan in een melancholische bui veel steun halen uit een liedtekst. Ik heb veel nummers in het boek verwerkt die voor mij van speciale betekenis zijn, liedjes waarin de pieken en dalen van het leven zijn vervat. De liedteksten in het boek vormen een soort tijdlijn: naarmate Alec ouder wordt, worden de liedjes nieuwer. Voor het grootste deel zijn het herkenbare nummers, omdat ik wilde dat ook iemand van vijftig het boek kan oppakken en er iets in kan herkennen. Er zit dus ook materiaal bij van ABBA of Bowie.”
Het boek heeft ook een eigen soundtrack, geschreven door Christon, leadzanger van Rigby, de voormalige huisband van De Wereld Draait Door.
“Hij schrijft aan de lopende band liedjes, dus ik hoopte dat hij iets had liggen wat thematisch aansloot bij het verhaal, maar tot mijn grote vreugde en verbazing besloot hij het te lezen en iets nieuws te maken. Het is hem gelukt het verhaal prachtig samen te vatten in een paar coupletten. Als je geen zin hebt het boek te lezen, zou je ook alleen dit nummer kunnen luisteren.”
Met dit boek wil jij jongeren een hart onder de riem steken, laten zien dat een coming-out prachtig kan zijn. Maar het verloopt niet altijd zo rooskleurig.
“Mijn vriend is daar een goed voorbeeld van. Hij groeide op in Zeeland, in een strenggelovig milieu. Via hem ken ik verhalen die uit de steentijd lijken te komen, maar die zich toch echt in het afgelopen decennium hebben afgespeeld. Zo heeft hij vrienden die in aanraking zijn gekomen met conversietherapie. Zijn ouders zijn een prachtig voorbeeld van voortschrijdend inzicht. Ook zij hebben moeten wennen aan het idee dat hun zoon gay is, maar ze hebben daarin een grote ontwikkeling doorgemaakt. Door de coming-out van hun zoon werden ze gedwongen anders naar homoseksualiteit te leren kijken. Ik vraag me af of ze dat hadden gedaan als ze het niet van zo dichtbij hadden meegemaakt. Het is goed dat conversietherapie binnenkort wordt verboden, maar er zit een hele cultuur achter die niet van de ene op de andere dag verandert. Ik zou wat dat betreft graag met mijn boek komen spreken in een kerk. Niet om mensen aan te vallen, maar gewoon om mijn verhaal te delen. Volgens mij is dat van grote waarde.”
Je boek bevat veel persoonlijke elementen. Voelde het aan als een verwerkingsproces?
“Ik denk dat ik na mijn coming-out iets te makkelijk verder ben gegaan met mijn leven. Er ontrolde zich een nieuw bestaan voor mij waar ik meteen in wilde duiken. Ik was er in eerste instantie nog niet klaar voor om ook de rotkanten van mijn zoektocht onder ogen te komen. Toen ik aan dit boek begon, raakte ik nog best geëmotioneerd toen ik mijn jeugd begon te wroeten. Blijkbaar had ik toch nog niet alles goed verwerkt. In die zin is het helend voor me geweest dit boek te schrijven.”
Coverbeeld: William Rutten
De jongen die van de klif sprong en zacht terechtkwam, Stefan Raatgever, 272 pagina's. Bestel het boek nu via Bol.com.