Interview
Dolly Bellefleur: “Beauty with Brains is een geuzennaam geworden”
Een terugblik én een tentoonstelling: Made in Dolland
Dolly Bellefleur is het schitterende middelpunt van de tentoonstelling Made in Dolland. Samen met Artzaanstad heeft de schepper van Dolly Bellefleur, Ruud Douma, een expositie samengesteld met werk dat Dolly maakte met fotografen en andere kunstenaars. Voor Winq wandelde hij – zonder hakken – door een aantal hoogtepunten van Dolly’s carrière. Een interview.
Dolly Bellefleur is een boegbeeld voor de lhbtq-gemeenschap in Nederland. Naast haar strijd voor acceptatie van lhbtq-rechten zet de activist en artiest zich onvermoeibaar in voor culturele diversiteit en minderheden. De expositie Made in Dolland, de beeldtaal van Dolly Bellefleur is nu te zien bij kunstuitleen/galerie Artzaanstad, op het Hembrugterrein in Zaanstad.
Gerenommeerde kunstenaars
Er is werk te zien dat Dolly Bellefleur maakte in samenwerking met gerenommeerde fotografen, grafisch vormgevers, ontwerpers, beeldend kunstenaars en (strip)tekenaars waaronder internationaal bekende kunstenaars als Erwin Olaf, Piet Paris en Joost Swarte. Stralend middelpunt van de tentoonstelling zijn de flamboyante creaties die zijn ontworpen door haar vaste couturier Tycho Boeker en een ruime selectie van de 'staatsieportretten' van Dolly's hoffotograaf Piek.
Uit de rijke collectie van kunstuitleen/ galerie Artzaanstad. selecteerde Dolly kunstwerken die soms herinneringen opriepen aan een jeugd waarin een jonge Ruud werd gepest omdat hij 'anders' was dan de rest. Een andere keer zag ze in een kunstwerk weer raakvlakken met haar gedachtengoed of leek het een commentaar op haar eigen beeldtaal.
Steekwoorden
Winq sprak met de man die zijn alter ego Dolly Bellefleur ruim dertig jaar geleden gestalte gaf, Ruud Douma. Aan de hand van een aantal steekwoorden haalt hij herinneringen op en laat hij zien wat Dolly in die 33 jaar heeft neergezet.
Het begin
“In 1989 was er nog niet zo heel veel op het gebied van travestiecabaret. Ik ben begonnen in een revue met allerlei soorten dames: Molly Strychnine, Vera Springveer, Hellun Zelluf… We stonden in een klein theatertje op de Wallen tegenover het Paleis van de Weemoed. Het is nu een brouwerij die De Prael heet, maar toen heette het pijpenlaatje nog het Anthony Theater.
Als kind had ik veel opgetreden in musicals en Onno van Dijk, directeur van het theater, vroeg me of ik die revue zou willen presenteren als vrouw. Die eerste keer presenteerde ik en zong ik nog niet. Ik heette alleen nog Dolly, zonder achternaam. Daarna ben ik ook liedjes gaan schrijven en zingen en zo ben ik er per toeval ingerold.
In die tijd had Manfred Langer, van de iT, zijn eigen kroeg in de Halvemaansteeg, Chez Manfred. Daar raakten we aan de praat en om de revue onder de aandacht te brengen organiseerde hij een reclametoer met twee koetsen met paarden. Daar zat ik dan in, met een paar collega’s.”
Inspiratie
“De Canadese performer Craig Russell trad op in de Kleine Komedie, waarbij hij alle grote Amerikaanse sterren imiteerde , van Liza Minnelli tot Peggy Lee. Ongelooflijk hoe hij hun stemmen perfect kon nabootsen! En ik had gehoord van Hugo van Mondfrans, die onder zijn eigen naam optrad maar wel als vrouw. Hij zong live en hem kende ik alleen van de verhalen. Margreet Dolman is ook wel een voorbeeld.
Zou je wat zij doet drag noemen of travestie? Ik vind het lastig om daar een label op te plakken, het wekt meteen bepaalde verwachtingen als je bepaalde termen gebruikt. De kandidaten van RuPaul’s Drag Race en Drag Race Holland spreken wat dat betreft een heel andere taal: wat zij neerzetten met make-up en kleding, geeft een compleet ander beeld dan wat ik doe. Wat dat betreft lijk ik eerder op prinses Beatrix, hahaha!”
Het witte haar en de lange benen
“Het beeld van Dolly Bellefleur is al vrij snel ontstaan. Die pruik met dat grote witte haar lag er al, als een oude cavia in de kleedkamer. Samen met Tycho Boeker wilde ik een eigen stijl neerzetten met als voorbeelden Audrey Hepburn en Jackie Kennedy. Het moest vooral sophisticated zijn. In het begin doe je veel op intuïtie, later borduur je daarop voort. Dat witte haar was toeval, maar het werkte wel. Verder wilden we mijn lange benen benadrukken. If you got it, flaunt it!
Maar wat we vooral wilden proberen is een geheel eigen beeldtaal ontwikkelen. Dat zie je terug op de tentoonstelling: ik heb een voorkeur voor vilt, waarschijnlijk omdat ik als kind veel met vilten Fabeltjeskrant-poppen hebben gespeeld. Zo heb ik een robe waarop met vilt Engelse drop is geappliceerd. En natuurlijk zie je ook veel roze, en de kleuren van de regenboog.
In de loop der jaren komt er steeds meer van mezelf terug in Dolly, maar ik word nog steeds een ander personage. Tijdens de opbouw van de tentoonstelling maakte Marc Aijtink, de directeur van Artzaanstad, me mee als Ruud en tijdens de opening zag hij Dolly voor het eerst in actie. Hij zei: ‘Dat is toch een totaal ander iemand.’
Laatst bekeek ik een oude theatershow, in het begin was ik wat bitcheriger dan nu. Ik vind dat niet zo goed werken voor mij. Niet dat ik altijd aardig ben hoor, maar ik vind het belangrijker om iets over te brengen. Beauty with Brains heb ik ooit als grapje over mezelf verzonnen omdat iedereen ervanuit ging dat een blonde dame als ik niks kon. Dat is een soort geuzennaam geworden.”
Travestie Show
“De eerste keer dat er een enorme hausse ontstond rond travestie, was in 1995 ten tijde van De Travestie Show. Dat bleef een beetje bij een grote verkleedpartij. Al vrij snel had ik als motto: het gaat niet om cuppie-cuppie, maar om koppie-koppie. Ik vond het zelf namelijk vrouwonvriendelijk om met een enorme boezem te gaan lopen. Maar als ik rond die tijd ergens optrad, kreeg ik vanuit het publiek ineens de opmerking: ‘Goh, waar zijn je borsten?’ Door dat programma merkte je wel dat het invloed had op hoe mensen naar je keken, ook al deed ik zelf niet mee aan het programma. Ik heb wat dat betreft altijd mijn eigen weg gekozen.”
Canal Parade
“Vanaf de eerste keer in 1996 vaar ik al mee met de Botenparade. Die was opgezet ter promotie van de Gay Games, die twee jaar later werden gehouden. Eigenlijk kon je ieder jaar de klok erop gelijkzetten dat er op maandagochtend brieven in de krant verschenen dat het allemaal te bloot was. Maar er waren altijd ook genoeg andere boten te zien.
Wat de commerciële boten betreft: het is goed dat die bedrijven er zijn, als ze er maar niet alleen voor de show staan. Daarom is het ook zo goed dat sommigen daarvan hun boot weer afstaan aan kleinere organisaties voor wie deelname aan de Canal Parade te duur is. In 2015 was ik zelf ambassadeur van Pride Amsterdam. Het is mijn droom om nog een keer mee te varen met een duikboot. Om af en toe even naar boven te komen om te zwaaien.”
Gay Games 1998
“Dat was de leukste zomer ooit. We waren ineens in de meerderheid, dat was voor het eerst. Ik ging dagelijks naar het plein bij de Stopera, waar mensen zaten te picknicken. Ik heb veel opgetreden die dagen, al had ik geen officiële rol.
De openingsceremonie was zo ontroerend… Er was één land met slechts één deelnemer, die dus in zijn eentje rondliep met zijn vlag. Op de Bloemenmarkt liep iedereen hand in hand. Ik vind het jammer dat het niet altijd zo kan zijn. Het is onbegrijpelijk dat mensen zich daar zo druk over maken.”
Made in Dolland
“Dat die carrière nu alweer 33 jaar duurt! Het samenstellen van de tentoonstelling vond ik heel leerzaam. In terugblikken ben ik niet zo goed, maar nu werd ik gedwongen. Dus ben ik door al mijn materiaal heengegaan, er is heel veel bewaard gebleven. Vaak leef je in het moment als je iets maakt en ren je van de ene deadline naar de andere en vergeet je er van te genieten. Nu vond ik het leuk om terug te zien wat ik allemaal gedaan heb.
Illustrator Piet Paris heeft twee series gemaakt voor de voorstelling, waarvan een met stijliconen. Met Audrey Hepburn, Jackie Kennedy en met mij! Verder zijn er prachtige foto’s te zien van Erwin Olaf, die ook alweer tien jaar geleden zijn gemaakt. Voor heel veel fotografen en tekenaars is Dolly’s haar, dat silhouet, de inspiratiebron. Modeontwerper Michael Barnaart maakte een broche geïnspireerd op mijn haute coiffure en benen. Dat is toch wel mijn trademark.
Door de jaren heen zoek je steeds nieuwe manieren om je boodschap over te brengen. Daarmee bereik je ook weer een ander publiek. Strip is daar een geweldige vorm voor. Samen met Wilbert van der Steen ben ik jaren geleden begonnen met een strip die ook Made in Dolland heette. Door die enorme bos haar en die ellenlange benen, ooit door een criticus vergeleken met de Twin Towers, te abstraheren kun je natuurlijk ook vrij snel een stripfiguur maken van Dolly.”
Eurovisie Songfestival
“Voor de opening van mijn tentoonstelling had ik ook Getty Kaspers uitgenodigd. In mijn jeugd ben ik dus heel erg gepest en haar Songfestival-liedje heeft mij daar echt doorheen getrokken. “When you think it’s all over and they let you down, dry your tears and forget all your sorrow.” Dat heb ik gekrijst als kind, echt!
Sinds een aantal jaar maak ik hertalingen van de Nederlandse inzending. Bij die hertalingen hoort ook altijd een video, die ik maak in samenwerking met striptekenaars.”
Jongeren
“Door corona was het even wat minder, maar als Dolly kom ik ook vrij veel op scholen. Ik kan natuurlijk niet voor alle jongeren spreken, maar waar ik ben geweest zie je dat jongeren veel veel minder man-vrouw denken. Ze zijn veel meer fluïde dan mensen van mijn generatie. Daaraan hebben programma’s als Drag Race of Hij is een Zij ook bijgedragen.
Laatst zag ik in de buurt een schooltas met een regenboogvlag hangen. Na een paar dagen heb ik aangebeld en de moeder deed open. Het bleek dat haar dochter heel actief was op school, onder meer bij een GSA. Dat vond ik zo stoer dat ik haar een Dolly-kalender heb gegeven.
Tijdens het samenstellen van de tentoonstelling merkte ik dat ik dit ben gaan doen omdat ik anders was. Ik werd gepest en heb als kind veel gemist. Dat is de motor geweest om dit later te gaan doen. Ik vind het nu ontroerend om te zien dat er ook gezinnen met kinderen naar de tentoonstelling komen, kinderen die volledig zichzelf durven te zijn. Dat geeft de burger moed.”
Andreas Penning en Bob Angelo Penning
“Een briefje van een kind dat mijn optreden leuk vindt, dat vind ik al een echte onderscheiding. Maar natuurlijk is het altijd leuk om een schouderklopje te krijgen. De Andreas Penning vond ik heel bijzonder, want die werd uitgereikt door Eberhard van der Laan. Ik had een heel bijzondere band met hem, net als met zijn vrouw en kinderen.
Tijdens de uitreiking waren die nog vrij jong. Ze zaten op de eerste rij. Mijn liedjes gingen over homo-emancipatie en waren best zwaar. Dus tussendoor zat ik af en toe een beetje te keten. Da’s ook het leuke van Dolly: af en toe kun je zelf nog een klein kind zijn en dingen doen die je volgens mijn Google-leeftijd eigenlijk niet meer zou mogen.
De Bob Angelo Penning was ook een eer om te krijgen, vooral ook omdat die ooit aan een roze pionier als Benno Premsela is uitgereikt. Als iemand een held was, was hij het wel. Hij was een van de eerste mannen die op een normale manier in beeld werd gebracht.
Als daarvóór een homoseksuele man op tv kwam, werd die onherkenbaar gemaakt met alleen een silhouet. Maar hij durfde open en bloot in beeld te vertellen. Those were the gays my friend, ze streden ooit fervent tegen taboes en truttige clichés. Met hun gedrevenheid hebben ze ons bevrijd!”
Toekomstplannen
“Een boek schrijven is iets wat ik zeker nog wil doen. Maar ik heb de vorm nog niet, ik denk altijd dat ik nog niet genoeg heb meegemaakt. Eerst is er de tentoonstelling, die nog te zien is tot het einde van Pride Amsterdam op 7 augustus. En ik kijk erg uit naar 5 augustus, dan is er een speciale brunch voor roze senioren die ik ga rondleiden door Made in Dolland.”
Made in Dolland, te zien bij kunstuitleen/galerie Artzaanstad op het Hembrugterrein, Grote Hulzen 11 in Zaanstad. Kijk voor meer informatie op www.artzaanstad.nl en www.dollybellefleur.nl.
Is deze Dolly-broche iets voor jou?
De Dolly-broche van Michael Barnaart is voor 39 euro te bestellen. Stuur daarvoor een e-mail naar dolly@dollybellefleur.nl.
Coverbeeld: Erwin Olaf