Recensie

Beautiful Beings is onprettige, maar verplichte kijkkost

“Deze film toont hoe makkelijk de mens vervalt in heteronormatief hokjesdenken”

Leestijd: < 1 min

De IJslandse coming-of-agefilm Beautiful Beings volgt een groep tienerjongens die al vechtend en stoeiend hun mannelijkheid aan elkaar probeert te bewijzen. Een vaak ongemakkelijke, maar belangrijke film, aldus filmjournalist Nico van den Berg. “Zeker als je de opkomende conservatieve krachten om ons heen in beschouwing neemt.”

Coming-of-agefilms zijn van alle tijden. Het opgroeien als puberende tiener vormt al sinds jaar en dag een inspiratiebron voor veel filmmakers, niet in de laatste plaats omdat ze daar hun eigen jeugdervaringen en -trauma’s volop in kwijt kunnen. Maar tijden veranderen, en een film als het deze week uitgekomen Beautiful Beings, waarin een groepje tienerjongens al vechtend en stoeiend hun mannelijkheid aan elkaar probeert te bewijzen op weg naar volwassenheid, bekijken we nu met andere ogen dan 20 jaar geleden.

Beautiful Beings is de tweede film van de IJslandse regisseur Guðmundur Arnar Guðmundsson. Hij debuteerde in 2016 met het ijzersterke Heartstone, ook een film over een hechte jongensvriendschap, waar hij op het filmfestival van Venetië de Queer Lion voor kreeg. Guðmundssons nieuwe film lijkt wat opzet betreft misschien op zijn vorige film, maar de grimmigheid is een stuk aanweziger en het geweld explicieter. Het heeft IJsland er niet van weerhouden deze film in te zenden voor de Oscars. Of het een kans op een nominatie maakt, is nog maar de vraag, maar Beautiful Beings biedt door het indringende en duistere karakter in ieder geval veel stof voor discussie over hoe houdbaar het begrip ‘mannelijkheid’ nog is.

In de film volgen we vier jongens van een jaar of veertien in een grauwe IJslandse buitenwijk: de schuchtere Balli, die steevast het doelwit is van pesterijen; de onzekere Addi, die geen raad weet met zijn helderziende moeder; de agressieve Konni, wiens bijnaam ‘het beest’ is, en de volgzame Siggi. Guðmundsson wisselt op subtiele wijze continu van perspectief, waardoor we uiteindelijk van alle vier de jongens iets beter snappen waarom ze zich met zoveel geweld en haantjesgedrag afzetten tegen alles en iedereen, maar ondertussen wel langzaam naar elkaar toegroeien. Tussen de vier ontstaat niet alleen een hechte vriendschapsband, maar iets wat je genegenheid of zelfs liefde zou kunnen noemen. Wat dat precies is, dat laat Guðmundsson in het midden. Ook omdat hij wil laten zien dat ondanks alles wat hen blokkeert of in een heteronormatief patroon drukt, er momenten zijn dat ze aan die druk weten te ontsnappen en wat verlichting voelen onder die grauwe deken.

Dat wil niet zeggen dat Beautiful Beings een prettige kijkervaring is. Zeker het eerste half uur draait je maag regelmatig om door de keiharde manier waarop Balli fysiek wordt aangepakt en afgerost, omdat hij met zijn fragiele verschijning niet voldoet aan wat ‘echte mannen’ volgens de jongens in zijn klas horen te zijn. Guðmundsson laat scherp zien hoe verwoestend het kan uitpakken wanneer je in een omgeving opgroeit waarin je je eigen identiteit en seksualiteit moet onderdrukken om te overleven. Wanneer je je in een groep bevindt die alleen lijkt te kunnen denken vanuit een primitieve, agressieve en heteromasculiene mindset.

Misschien dat daarom de film zo’n andere kijkervaring biedt dan bijvoorbeeld de klassieker Stand by Me uit 1986, waar Beautiful Beings soms mee wordt vergeleken. Ook in die film zien we hoe vier tieners in het schemergebied tussen kindertijd en volwassenheid een onstuimige tijd met elkaar beleven. Het grote verschil is dat het bij die Stand by Me vooral ging om de groeistuipen die horen bij volwassen worden. Er werd nauwelijks met een genderblik naar de film gekeken. Wat zien we als mannelijk en vrouwelijk? Welke spiegel willen we onze kinderen voorhouden bij de opvoeding? Hoe giftig kan het zijn om jongens een stoerheidsideaal aan te leren wat zogenaamd bij mannelijk gedrag zou horen? Hoe leren we mannen om via heteronormen te denken en zo anderen te veroordelen?

“De jongens in de film groeien naar elkaar toe; hun omgeving beweegt lang niet altijd mee”

De woede die je eerst voelt voor de jongens die Balli in elkaar beuken, en niet alleen harde takken, maar ook homofobe verwensingen naar zijn hoofd slingeren, maakt gedurende de film plaats voor schaamte en somberte. Want hoezeer de jongens ook naar elkaar toe zijn gegroeid aan het eind, de omgeving beweegt lang niet altijd met hen mee. De agressieve vaders die hun zoon geen mietje willen zien worden en emotie bedekken met geweld, de moeders die hierin geen vuist durven te maken; het maakt dat de situatie in de film vaak hopeloos aanvoelt. Zeker als je de opkomende conservatieve krachten om ons heen in beschouwing neemt. Kijk naar Italië, waar de nieuwe premier in spe pleit voor een herwaardering van het heterogezin en de ‘echte man’. Of dichter bij huis, waar een aantal partijen dat voor de verkiezingen nog het Regenboogstembusakkoord ondertekende uit electorale overwegingen en angst voor populistische rechts, ineens terugkrabbelen bij een wet die het leven voor trans personen moet vergemakkelijken.

Hierom is Beautiful Beings verplichte kijkkost. De film is niet alleen een van de meest indrukwekkende van dit moment, maar laat ook zien hoe makkelijk de mens kan vervallen in heteronormatief en masculien hokjesdenken en daarmee voor een onveilige omgeving voor met name de lhbtq-gemeenschap zorgt. Hopelijk komt deze boodschap ook over bij het Oscarcomité.

Beautiful Beings is nu te zien in de bioscoop.

Beeld: Arti Film

Powered by Labrador CMS