“De vakantie van twee weken werd een opsluiting van twee jaar”

Deze mannen ondergingen conversietherapie

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

In Nederland claimen zeker vijftien aanbieders dat ze mensen kunnen ‘genezen’ van hun homo-seksualiteit. Twee ervaringsdeskundigen delen hun – zeer tegengestelde – verhalen met Winq. “Ik werd twee jaar lang gebrainwasht.”

Ansel Pronk (50) komt uit een gelovig nest, waar weinig gerept werd over seksualiteit. “Mijn vader was amper aanwezig toen ik klein was, zowel fysiek als emotioneel. Ik zat nooit op zijn schoot en hij gaf mij nooit een knuffel. Terwijl ik daar wel naar verlangende. Mijn moeder had ook geen tijd voor mij; zij liep het vuur uit de sloffen om vijf kinderen op te voeden. Door de afwezigheid van mijn ouders raakte ik flink in de war. Ik kon mij aan niemand spiegelen, wist niet wie ik was en had eigenlijk geen identiteit.” Toen Ansel op zijn vijftiende merkte dat hij zich niet aangetrokken voelde tot de meisjes op school en in het dorp, dacht hij: dat zal nog wel komen.

“Maar toen begon ik een oogje te krijgen op jongens. Ik schaamde mij kapot en praatte er met niemand over. In mijn dorp was dat not done. Alleen de dominee praatte sporadisch met homo’s in het dorp. ‘We moeten voor deze mensen bidden’, zei hij tijdens zijn diensten.” Jarenlang bleef Ansel worstelen met zijn gevoelens. “De gedachte dat ik nooit mijn eigen kinderen zou kunnen krijgen, kreeg ik niet uit mijn hoofd. Daar werd ik gek van.” Op zijn twintigste vluchtte hij weg uit Putten en streek neer in het bruisende Arnhem. “Het lukte mij niet meer mijn gevoelens te onderdrukken, dus ik vertrok naar een stad met veel gaybars. Dat voelde als thuiskomen. Ik maakte veel vrienden, leidde een leuk, sociaal leven en beleefde mijn eerste relatie.’’

“Ik dacht echt genezen te zijn”

Dubbelleven

In Arnhem leefde Ansel op een roze wolk. “Ik genoot met volle teugen van mijn leven als homo. Wel viel het me meteen op hoe gangbaar het is om als homo van de ene in de andere seksuele relatie te springen.’’ Helemaal loskomen van zijn religieuze achtergrond lukte Ansel niet. “Ik bleef lid van een christelijke studentengroep, waarin niemand wist dat ik een praktiserende homo was. Mijn ouders wisten ook van niets. Andersom vertelde ik mijn homovrienden niets over mijn geloof. Zo leidde ik jarenlang een dubbelleven, totdat ik dat ook niet meer volhield. Wat er toen gebeurde, had ik nooit verwacht. Toen ik mijn homovrienden vertelde dat ik naar de kerk ging, lieten de meeste mij keihard vallen. Ik was zo teleurgesteld. Die reactie bevestigde voor mij dat er heel veel mankeert aan de homoseksuele levensstijl. Zo ben ik ervan overtuigd dat mijn seksualiteit de oorzaak is van de seksverslaving waar ik in die jaren onder gebukt ging. Als homo voelde ik mij een stuk vlees dat constant gekeurd werd voor seks, om vervolgens weer keihard gedumpt te worden. Na tien jaar als homo was ik het spuugzat. Ik moest en zou veranderen. Ik wilde geen homo meer zijn.’’

Een ontmoeting met God

Op zijn dertigste besloot Ansel psychologische hulp te zoeken om zijn geaardheid te veranderen. Dat leidde tot gesprekken met christelijke begeleiders en praatgroepen achter gesloten deuren. “De hulp die ik kreeg was niet alleen maar gericht op mijn homoseksualiteit, maar vooral op onderliggende problemen die mijn homoseksuele gevoelens veroorzaakten. Door bijvoorbeeld mijn seksverslaving aan te pakken, bestreed ik ook die gevoelens.’’ In die periode bezocht Ansel een conferentie van de kerk, die hij zich herinnert als ‘een ontmoeting met God’. “Iedereen in die zaal bad voor mij. Het voelde alsof God mij van binnenuit schoonveegde. Mijn homoseksualiteit verdween tijdens die ceremonie niet, maar de eerste stappen waren gezet. Ik maakte het uit met mijn vriend en leefde enkele jaren celibatair. Ik had ineens moeite om te herkennen of iemand homo was, terwijl ik hen voorheen moeiteloos kon aanwijzen.” Na vijf jaar praten met christenen werd Ansel, tot zijn grote vreugde, voor het eerst verliefd op een vrouw. “De opluchting die ik toen voelde kan ik nooit met woorden omschrijven. Het mooie is: er was niets geforceerd aan”. Ansel is inmiddels dertien jaar getrouwd met zijn Nigeriaanse vrouw, met wie hij drie kinderen kreeg. Hij beschouwt zichzelf als een ‘genezen homo’, maar zegt iedere dag ‘sterk te moeten blijven om niet terug te vallen’. “Net als een voormalig alcoholist die er goed aan doet nooit meer een druppel alcohol aan te raken. Mannen blijven een zekere aantrekkingskracht op mij uitoefenen. Zolang ik daar maar geen aandacht aan besteed, zal dit nooit meer een probleem zijn.”

Zelf biedt Ansel nu soortgelijke ‘hulpverlening’ aan, onder meer op social media. “Mijn ervaringen delen met anderen beschouw ik als een grote verantwoordelijkheid. Mensen die van hun homoseksuele gevoelens af willen, lopen constant het risico zwaar geïntimideerd, gepest en bedreigd te worden. Dat is toch absurd? Als homo’s vol trots mogen verkondigen dat zij hun vrouw hebben verlaten voor een andere man, mogen wij toch ook uitspreken dat wij juist een man hebben verlaten voor een vrouw?”

“Met een tas vol kleding rende ik naar mijn brommertje. In paniek scheurde ik ervandoor”

Jacques Zonne (68) stond in zijn christelijke gezin bekend als de ‘minst fanatieke’. Zijn broers runden een koffietentje bij een evangelische beweging, Jacques deed de inrichting. “Toen de organisatie mij daarvoor niet kon betalen, boden zij mij een vakantie aan, ergens in Gelderland op een afgelegen boerderij. Ik was 24 en zat krap bij kas, dus een gratis vakantie kon ik moeilijk weigeren.” Jacques belandde in een kamp met een tiental christelijke begeleiders. Waar de eerste week nog aanvoelde als een gezellige vakantie, sloeg de sfeer op de boerderij in de tweede week keihard om. “Ik moest naar het kantoortje komen van de boerderijleider. Hij had blijkbaar een waarschuwend telefoontje ontvangen vanuit de kerkelijke gemeenschap in mijn dorp. ‘Pas op, jullie hebben hoogstwaarschijnlijk een homo in de groep,’ was hem verteld, ‘kijk er even naar’. Ze hadden in mijn dorp in de gaten gekregen dat ik er al jaren een dubbelleven op nahield. Thuis was ik een brave christen, maar in het weekend reisde ik naar Amsterdam om te feesten in de gayscene. Na dat belletje werd ik gedwongen tot een bekentenis. Toen ik toegaf, veranderde die twee weken vakantie in een helse opsluiting.” 

Duivelsuitdrijving

In pogingen om Jacques te brainwashen, praatten de geestelijken maandenlang op hem in. “Dat ik als homo een slechte christen was, dat soort onzin. Ik was labiel, dus ik begon hen te geloven. Zij overtuigden mij zelfs dat mijn ouders mij nooit meer zouden accepteren. Na een paar dagen was hun doel bereikt. Ik was emotioneel en mentaal gebroken. En toen begonnen de duivelsuitdrijvingen”. Opnieuw werd Jacques naar het kantoortje van de boerderijleider geroepen. Deze keer stond een grote groep begeleiders en andere ‘vakantiegangers’ hem daar op te wachten. “Ik moest in het midden van de kring gaan staan, waarna iedereen hun handen op mijn lichaam legde. Steeds harder schreeuwde iedereen de meest krankzinnige leuzen. ‘Duivel, ga eruit! In Jezus’ naam!’ Ik wist niet wat me overkwam. De eerste minuten verzette ik mij nog, maar daarna liet ik het gewoon gebeuren. Ik werd compleet overdonderd. Ik wist niet meer waar ik was of wie ik was. Ik was helemaal kapot. Het klinkt belachelijk, maar ik dacht na die avond echt dat er een duivel uit mij was gekropen en dat ik vanaf dat moment hetero was.” Toch achtte de begeleiders Jacques nog niet ‘volledig genezen’. Hij mocht nog lang niet weg van de boerderij. “Elke week gingen de begeleiders hardhandiger met mij te werk. Na een poosje voelde ik mij smerig en wist ik niet meer wie ik was.”

Ontwaking

Na een paar weken op de boerderij kon Jacques voor zijn gevoel geen kant meer op. De begeleiders hadden al zijn bezittingen afgepakt. “Mijn ouders werden overtuigd dat het beter was als de dominee mijn paspoort, bankrekening en al mijn andere documenten beheerde. Ik kon geen kant op, was volledig afhankelijk gemaakt.” De vakantie van twee weken werd een opsluiting van twee jaar. Om te voorkomen dat Jacques zou ‘terugvallen’ in zijn homoseksualiteit, werd het brainwashen een dagelijks ritueel. “In die twee jaar kwamen mijn ouders één keer langs. Zij kregen een excursie en vonden het allemaal prima. Ik was zo in de war, dat ik zelf ook dacht genezen te zijn. Dat vonden mijn ouders prettig.” Na lange tijd kreeg Jacques toestemming om een andere ‘genezen homo’, Johan van der Sluis, op te zoeken in Amsterdam. Door diens onlangs verschenen boek, een gedetailleerd verslag van zijn ‘transformatie’ van homo naar hetero, hoopte Jacques dat deze man hem verder kon helpen. “Johan bleek minder genezen dan hij zich voordeed. Hij gaf toe nog gewoon naar andere mannen te kijken. Dat zette mij aan het denken. Is dit allemaal bullshit? Moet ik proberen te ontsnappen? Het voelde alsof ik ontwaakte uit mijn hersenspoeling.” Toen Jacques eenmaal genoeg moed had verzameld, probeerde hij van de boerderij te ontsnappen. “Op een moment dat niemand keek, rende ik met een tas vol kleding naar mijn brommertje. In paniek scheurde ik door het donker, waardoor ik al snel de weg kwijtraakte. Toen ben ik maar teruggekeerd.”

“Ik moest en zou veranderen. Ik wilde geen homo meer zijn’’

Verbod

Kort daarna volgde Jacques’ tweede ontsnappingspoging, die in gang werd gezet door een Haagse, pro-gay dominee. “Nadat ik die dominee vertelde over mijn situatie, viel hij zowat van zijn stoel. Hij belde direct de boerderij met het verzoek mijn ‘behandeling’ onmiddellijk stop te zetten. ‘Anders maak ik jullie wanpraktijken wereldkundig’, dreigde hij. De dag erna moest ik direct vertrekken. Ik laadde mijn brommer vol en reed in de nacht weg. Ik was getekend voor het leven. Destijds bestond er nog geen hulpverlening voor slachtoffers van sektes. Ik heb heel langzaam geleerd mezelf te accepteren.” Vijfendertig jaar later heeft Jacques die twee jaar van zijn leven nog niet kunnen verwerken. “Iedere keer dat ik erover praat, word ik ontzettend nerveus. Bijeenkomsten in de kerk vermijd ik en als ik evangelisten op straat zie, loop ik een paar blokjes om.” Jacques heeft inmiddels gebroken met het geloof. Net als zijn ouders, die de kerk verlieten nadat hun zoon opbiechtte wat hij had meegemaakt. Tegenwoordig maakt Jacques zich sterk voor een wettelijk verbod van de omstreden conversietherapie. “Ik vind het belangrijk dat conversietherapie eindelijk verboden wordt. In andere Europese landen is de wetgeving daarin veel verder dan Nederland. Er ligt nu een wetsvoorstel in de Eerste Kamer, maar daar lijkt weinig mee te gebeuren. Wat mij is overkomen, is dus nog steeds legaal. En geloof mij, deze praktijken bestaan nog steeds in Nederland.”

Ter bescherming van jonge en kwetsbare lhbtq personen drong de Tweede Kamer medio 2019 aan op een onafhankelijk onderzoek naar ‘conversietherapie’ in Nederland. Met resultaat; zeker vijftien actieve ‘therapeuten’ bleken deze omstreden hulp aan te bieden, onder meer met workshops, praatgroepen en vakanties. Die activiteiten vinden voornamelijk plaats achter gesloten deuren in orthodoxe gemeenschappen. Psychische schade zoals depressies en suïcidale neigingen zijn nagenoeg altijd het gevolg. Genoeg reden dus om conversietherapie definitief uit te bannen, vindt het kabinet. De verwachting is dat het nieuwgekozen kabinet dit jaar nog met zo’n wetswijziging op de proppen komt.

Tekst: Ryan Claus
Beeld: Censuur.com

Powered by Labrador CMS