interview

Dotan: “Ik wil me nooit meer ergens zo voor schamen”

De 34-jarige zanger over zijn coming-out en nieuwe muziek

Gepubliceerd
Leestijd: 8 min

Een jaar na zijn coming-out voelt zanger Dotan Dahan (34) zich sterker en gelukkiger dan ooit. “Ik heb mezelf leren omarmen.”

2020 had voor Dotan het jaar van een Amerikaanse doorbraak kunnen worden, maar exact op het moment dat hij zijn tour aan de andere kant van de oceaan zou aftrappen, gooide het C-virus de wereld op slot. Desalniettemin pakte vorig jaar voor hem bijzonder goed uit. Zijn muziek ging zonder zijn maker op reis en haalde de hitlijsten in onder meer Italië, Polen en Rusland. Zelf kreeg hij de tijd om in alle rust de laatste hand te leggen aan zijn nieuwe album Satellites, dat vandaag verscheen.

Hoe gaat het met je?
“Ik zit goed in mijn vel, maar het is een apart jaar. Er stonden optredens gepland bij meer dan veertig festivals. Een van mijn grootste drijfveren om muziek te maken is altijd geweest om ermee te kunnen reizen, er mensen mee te bereiken.”

Nadat je september vorig jaar publiekelijk uit de kast kwam in Waar is De Mol? heb je een paar optredens gedaan in Nederland. Hoe voelden die?
“Als een tweede hoofdstuk, of beter nog: een tweede boek. Ik sta nu veel vrijer op het podium, beleef er meer plezier aan. Het stemmetje in mijn hoofd dat zei: ‘Je doet alles fout’ is weg.”

“wanneer je het wegstopt, blijkt seksualiteit toch een belangrijk onderdeel te zijn van wie je bent”

Datzelfde stemmetje deed je op een gegeven moment zelfs twijfelen of het leven nog wel zin had, zo liet je weten aan Johnny de Mol.
“Ik raakte rock bottom. Na de mediacrisis 2,5 jaar terug kreeg ik zoveel over me heen [begin 2018 bleek dat de zanger en zijn toenmalige label middels nepaccounts op sociale media zijn imago hadden geprobeerd te beïnvloeden – red.]. De grond zakte onder me vandaan. Gelukkig ligt die tijd inmiddels achter me en is er een opwaartse lijn zichtbaar, ook in de connectie met het publiek. Het maakt me niet meer zoveel uit wat anderen van me vinden. Tegenwoordig kan ik lachen wanneer ik vreemde koppen over mezelf zie verschijnen.”

Zoals?
“Ik postte ooit een zwart hartje op Twitter. Simpelweg een teken van leven; ik had al een tijdje niets gepost. Meteen verschenen er artikelen waarin werd gespeculeerd of ik in een depressie zat, terwijl ik dolgelukkig met mijn vriend op het strand lag.”

Welke impact dacht je dat een coming-out zou hebben op je carrière?
“Ik was bang dat mijn homoseksualiteit me minder zou maken. Ik accepteerde mezelf niet en kon daardoor onmogelijk geloven dat anderen dat zouden doen.”

Ik hoorde je in een interview zeggen dat je 24/7 bij iedereen in de smaak wilde vallen.
“Ik had een groot team om me heen waarbinnen vaak tegen me werd gezegd dat ik likeable moest zijn, een allemansvriend. Dat vond ik lastig; op school was ik vroeger vaak het buitenbeentje. Ik wist al vroeg dat ik geen doorsnee persoon ben, maar deed mijn uiterste best dat toch te worden, door mezelf zoveel mogelijk weg te cijferen. Op die manier konden mensen nauwelijks een mening over me hebben.”

Pas met ‘Numb’, het nummer waarmee je vorig jaar een lange radiostilte doorbrak, was je voor het eerst in een van je eigen clips te zien.
“Ik vond het altijd confronterend met mijn eigen hoofd ergens op te staan. Alleen in mijn muziek was ik authentiek, en misschien op het podium. Alles daarbuiten voelde ongemakkelijk, alsof ik in een bepaalde rol kroop. Er lag voor ‘Numb’ al een andere clip klaar, waar ik niet in zat. Anderhalve week voor die uitkwam, dacht ik: nee, vanaf nu ga ik het anders doen. Binnen twee uur hebben we een nieuwe geschoten.”

Hoe ontstond het idee dat je homoseksualiteit je minder zou maken?
“Tijdens het voetballen riepen jongens vroeger dingen tegen elkaar als: ‘Je bent toch geen homo?’. Op die momenten ging er een schok door mijn lijf. Ik voelde: dit gaat over mij en ik was als de dood dat ze het zouden merken. In mijn middelbareschooltijd was er niemand uit de kast. Homo was voor mij niets meer dan een scheldwoord. Ik deed op de middelbare school met veel plezier mee aan de musical, tot iedereen me ‘homo’ begon te noemen. Meteen ben ik gestopt. Ik groeide op met weinig en eenzijdige representatie in de media en zag niet dat homoseksualiteit in veel vormen en smaken voorkomt. Dat ik een half Israëlische achtergrond heb hielp ook niet. Pas nadat mijn oma overleed werd alles wat vrijer. Inmiddels zijn meerdere neefjes en nichtjes uit de kast. Ik weet nog dat mijn vader me afraadde aan mijn opa te vertellen dat ik op mannen val, het zou hem te veel verdriet doen. Daardoor registreerde ik opnieuw: er is iets mis met mij. Al die momenten maakten de drempel om uit de kast te komen steeds hoger.”

“dat queer personen zich veilig voelen bij mijn optredens, maakt me trots”

Wanneer begon je te voelen dat het beter was er open over te zijn?
“In 2014 bracht ik mijn tweede album uit. Daarna maakte ik jarenlang geen nieuw materiaal meer. Het lukte me niet, ik voelde geen inspiratie en dacht zelfs: misschien was dit het. Toen al voelde ik: als ik verder wil, moet ik mezelf onder ogen komen. Het gekke is, ik dacht altijd dat seksualiteit niet definieert wie je bent, maar wanneer je het wegstopt, blijkt het toch een belangrijk onderdeel van je te zijn. Het was een soort klepje dat ik dichthield, waardoor ik mezelf ook afsloot voor andere zaken.”

Je zei ooit dat je het eng vond voor een carrière als zanger te kiezen. Wat maakte het zo eng?
“Ik graaf heel diep voor mijn muziek. Vanaf het prille begin heb ik in een open wond zitten wroeten. Het was haast sadomasochistisch. Tijdens het schrijven komen er bij mij altijd dingen bovendrijven die voorheen vaak lekker weggedrukt zaten. Het is net therapie. Zeker aan het begin was dat ontzettend lastig. Ik wist: als ik hiervoor ga, wordt dat mentaal zwaar. Maar of mensen mijn muziek kunnen waarderen is voor mij nooit de belangrijkste vraag geweest.”

Hoe rijm je dat met de situatie met de nepaccounts? Staat dat daar niet haaks op?
“Ik kreeg te maken met grote partijen met torenhoge verwachtingen – bovenop die van mezelf. Het was pure onzekerheid; ik wist niet of ik al die verwachtingen wel waar kon maken en zocht naar manieren om de boel een handje te helpen. De muziekindustrie is hard en opportunistisch en er worden niet veel kansen gegeven. Achteraf denk ik: waar maakte ik me in godsnaam druk om – net als bij mijn coming-out.”

Hoe reageerde de lhbtq-gemeenschap op je coming-out?
“Ik ontvang nog bijna dagelijks berichten, onder meer van tieners die mij vragen hoe ze het aan hun ouders kunnen vertellen. Volgens mij vraag je het aan de verkeerde, denk ik dan. Mij heeft het ruim twintig jaar gekost, haha. Bij mijn optredens afgelopen februari zag ik voor het eerst ook queer stellen in het publiek. Dat zij zich veilig voelen op mijn concert maakt me trots. Ik vind het belangrijk om out en proud gay te zijn; er moet nog veel gebeuren voor we tot totale acceptatie komen.”

Je muziek deed het in het afgelopen jaar ineens erg goed in Rusland en Polen, landen die niet bekendstaan als regenboogparadijs. Hoe ging je daarmee om?
“Het eerste wat ik zei tegen mijn manager was: ik wil een statement maken, ik wil in beide landen een interview doen met een groot medium, waarin duidelijk wordt vermeld dat ik gay ben. Er waren zenders bij die een deel van mijn materiaal niet wilden uitzenden, omdat ze het te homo-erotisch vonden, die vroegen of ik iets anders kon maken. Ik zei ze: het is dit of niets. Vooral in Polen kreeg ik veel reacties van jongeren die blij waren dat ik me er openlijk over uitsprak. Met het platform dat ik heb, voel ik me verplicht om luid en duidelijk mezelf te zijn.”

Luister je vaak je eigen muziek terug?
“Zelden. Het voelt alsof de muziek niet meer van mij is op het moment dat het af is. Ik vind het moeilijk als mensen me vragen waar een nummer over gaat: ik wil hun eigen connectie met die song niet wegnemen met mijn antwoord.”

“op school was niemand uit de kast, ‘homo’ was enkel een scheldwoord”

Bij het beluisteren van je albums uit 2011 en 2014 hoorde ik met de kennis van nu om de haverklap een schreeuw om hulp of bekentenis. Is er niemand geweest die aan de bel trok?
“Nooit. Het nummer ‘7 Layers’ op mijn gelijknamige album uit 2014 gaat naast mijn jeugd over mijn seksualiteit. “I was a stranger in my own skin, 7 layers I’ve been hiding in”. In dacht: dit is zo duidelijk, misschien hoort iemand het. Ik had het denk ik ideaal gevonden als ik ernaar was gevraagd, zodat ik alleen maar ‘ja’ hoefde te zeggen.”

Op je vorige albums staan ook liefdesnummers. Gingen die over jongens?
“Ja, maar omdat ik niet uit de kast was, liep het keer op keer spaak. Ik ontnam mezelf de liefde, zelfs op momenten dat ik er diep vanbinnen graag voor wilde gaan. Ik zat zo vast. Achteraf gezien is dat best …”

Verdrietig.
“Ja.”

Heb je die jongens ooit nog gesproken na je coming-out?
“Een van hen zei me dat hij wilde dat ik de beslissing eerder had gemaakt. Ikzelf ook, maar ik ben blij dat ik nu alsnog open en vrij mijn leven leef. Alles wat er gebeurd is zie ik als een zegening. Het is een les geweest. Ik voel me nu sterker en gelukkiger.”

Je draagt tegenwoordig de achternaam van je vader. Hebben de afgelopen twee jaar invloed gehad op je band met hem?
“We zijn closer dan ooit tevoren. Het mooie is dat hij het wíl snappen, omdat hij er voor mij wil zijn. Daardoor kan ik ook begrip opbrengen voor hem. Hij is geboren in Jeruzalem. Homoseksualiteit maakte lange tijd geen deel uit van zijn beleefwereld.”

Heeft het iets veranderd in de band met je moeder, die je al jaren niet meer spreekt? 
“Daar praat ik liever niet over. Wat me wel veel waard is, zijn de gesprekken die ik nadien had met mijn familie in Israël. Ze accepteerden me allemaal en houden nog evenveel van me. Dat heeft me veel rust gegeven.”

Waar heb je je vriend ontmoet?
“Begin 2019 vertrok ik naar LA om te werken aan nieuwe muziek. Een gezamenlijke vriend stelde ons aan elkaar voor en meteen wist ik: dit is hem. Ik had geen idee dat ik dit kon voelen voor iemand. Hij is het grootste geschenk dat dit alles me heeft opgeleverd.”

In Waar is De Mol? noemde je een kinderwens. Hebben jullie het daar weleens over?
“Af en toe, maar we willen eerst alle opties goed bekijken. We hebben allebei die droom, of ik moet zeggen: die wens. Een droom klinkt als iets wat niet te verwezenlijken is. Eerst wil ik weer de podia op, maar ik sluit niet uit dat we over vijf jaar op een boerderij wonen met honden en kinderen en dat ik de podia achter me laat. Ik vind muziek fantastisch, maar weet niet hoelang ik het leuk ga blijven vinden om in de belangstelling te staan. Ik blijf daar een haat-liefdeverhouding mee houden.”

Hoe heeft je coming-out je muziek beïnvloed?
“Mijn teksten zijn veel minder cryptisch en qua sound ben ik meer gaan experimenteren. Ook sta ik veel meer open voor de invloeden van anderen; vroeger wilde ik alles zelf doen. Mijn nieuwe album Satellites is heel eclectisch.”

Je single ‘There Will Be A Way’ gaat over licht na de duisternis. Is de schaamte weg?
“Volledig. Ik heb twee dingen geleerd: fouten maken is oké en oordeel niet over anderen. Je weet nooit wat er door iemand heen gaat of wat er aan de hand is. Ik ben trots dat ik er ben, dat het goed gaat en op de muziek die ik maak. Ik wil me nooit meer ergens zo voor schamen. Dat heeft lang genoeg geduurd.”

Hoe ziet 2021 er voor je uit?
“Ik ga waarschijnlijk niet veel in Nederland zijn. Met name het nummer ‘Numb’ heeft dit jaar internationaal veel deuren voor me geopend, in Italië bijvoorbeeld.”

Hoe liep dat?
“In mei 2019 bracht ik het uit en bijna een jaar later kreeg ik ineens mails van een man uit Italië die me zei dat hij daar met ‘Numb’ aan de slag wilde. Wat heb ik te verliezen, dacht ik. Een week later stond ik ineens op plek 7 in de lijst met meest geshazamde nummers. Voor Italianen werd het een soort Covid-19-anthem. Grote kans dat mijn nieuwste nummer nu ook wordt opgepikt.”

Styling: Clyde Semmoh
Grooming: Danine Zwets

Powered by Labrador CMS