achtergrond

Een gevaarlijk exportproduct: de koloniale wortels van homofobie

“Veel van de homo- en transhaat in landen in het Mondiale Zuiden, werd meegebracht door kolonisten”

Leestijd: 9 min

Homoseksualiteit is ‘on-Afrikaans’, zo menen regeringsleiders in Ghana en Oeganda, waar onlangs vergaande antihomowetten werden aangenomen. Een blik op de geschiedenis bewijst het tegendeel.

2023 was een vreselijk jaar voor de Oegandese lhbtiqa+-gemeenschap. Eind mei werd daar een van de strengste antihomowetten ter wereld van kracht, die elke uiting van homoseksualiteit illegaal maakt. Zo mogen homoseksuele mensen zich niet meer verenigen in een organisatie, kunnen hiv-patiënten die seks hebben met mensen van hetzelfde geslacht de doodstraf krijgen en staat op het ‘promoten’ van homoseksualiteit een celstraf tot twintig jaar. In december 2023 startten Oegandese lhbtiqa+ activisten een rechtszaak om aan te tonen dat de wet fundamentele mensenrechten schendt, maar begin april dit jaar, oordeelde het hooggerechtshof in Oeganda dat de wet wordt gehandhaafd.

De Oegandese queer activist Gracie Brendah Nanyunja, die vorig jaar tijdens de Winq Diversity Awards de Hivos International Activist Award ontving voor haar inspanningen, was reeds gevlucht naar Kenia toen ze vernam dat de wet in werking zou treden. “Het voelde alsof de muren op me afkwamen. Deze wet brengt ons in gevaar, simpelweg om wie we zijn.” Op dit moment verblijft Nanyunja in Nederland, waar ze zich blijft inzetten voor haar community: ook in Kenia was ze niet langer veilig. Haar partner en kinderen bevinden zich nog steeds in Oeganda. “Elke dag maak ik me zorgen om hun veiligheid, maar ik probeer vol te houden.”

on-afrikaans

Ghana trad onlangs in Oeganda’s voetsporen. Op 28 februari jongstleden nam het Ghanese parlement de Human Sexual Rights and Family Values Bill aan, die homoseksuele, biseksuele en trans personen in het Afrikaanse land verder criminaliseert. “De wet kan gebruikt worden om iedereen te straffen die de lhbti-gemeenschap steunt, van mensenrechtenverdedigers en medische professionals tot journalisten, leraren en huisbazen”, aldus Genevieve Partington, directeur van Amnesty International Ghana. “De wet bedreigt de vrijheid van meningsuiting en vereniging, met gevangenisstraffen tot 10 jaar.” De Ghanese president Nana Akufo-Addo moet de wet nog ondertekenen, maar heeft reeds aangegeven dat hij dat zal doen als een meerderheid van de Ghanezen dat wil.

Bij het beargumenteren van dergelijke wetgeving stellen leiders in landen als Oeganda of Ghana regelmatig dat homoseksualiteit onnatuurlijk en ‘on-Afrikaans’ zou zijn. Onderzoeker en essayist Aileen Waitaaga Kimuhu betoogde vorig jaar in een artikel voor het platform Democracy in Africa dat juist het tegenovergestelde waar is. “Queerness wordt in verschillende termen en concepten beschreven in pre-koloniaal Afrika en is daarmee een historisch feit.” Seksuele en genderdiversiteit waren in het pre-koloniale tijdperk aanwezig in veel niet-westerse landen. Waitaaga Kimuhu beschrijft hoe het de kolonisten waren die queer en trans identiteiten probeerden uit te wissen, in veel gevallen met succes. Veel van de homo- en transhaat die je ziet in landen in het Mondiale Zuiden, werd ooit meegebracht door kolonisten en heeft daar vervolgens geleid tot de ‘antihomowetten’ die we vandaag de dag kennen.

intieme egyptenaren

Aanwijzingen voor seksuele diversiteit zijn al te vinden in het eeuwenoude Egypte. Zo worden in een tombe gedateerd uit 2400 v.Chr. twee mannen genaamd Chnoemhotep en Nianchchnoem afgebeeld in poses die in andere tombes enkel voorkomen bij heteroseksuele echtgenoten. Hoewel sommige onderzoekers ervan overtuigd zijn dat de twee (tweeling)broers waren, kan de mogelijkheid van een relatie niet worden uitgesloten, stelt Dr. Daniel Soliman, conservator Egypte en Nubië in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. “De manier waarop de intimititeit tussen twee mannen in het graf van Chnoemhotep en Nianchchnoem is afgebeeld, is uitzonderlijk voor kunst in het oude Egypte”, vertelt hij. “Op sommige beelden houden de twee elkaars handen vast, op anderen slaan ze armen om elkaar heen. Ze zijn ook te zien met hun neuzen tegen elkaar aangedrukt, wat destijds een zeer intieme vorm van aanraking was in Egyptische kunst”, zo vertelt Soliman. Hoe die intimiteit geïnterpreteerd moet worden, blijft volgens hem een lastige kwestie. “Sowieso kan er niet gesteld worden dat same sex-relaties op dezelfde manier belangrijk waren voor de invididuele identiteit als in het heden, maar dat betekent niet dat same sex-omgangsvormen niet voorkwamen in het oude Egypte. Daar zijn zelfs aanwijzingen voor.”

“de manier waarop de intimititeit tussen twee mannen in het graf van chnoemhotep en nianchchnoem is afgebeeld, is uitzonderlijk voor kunst in het oude egypte”

Dr. Daniel Soliman

Seksuele en genderdiversiteit in de niet-westerse geschiedenis gaat verder dan het eeuwenoude Egypte. Zo schrijft historicus en onderzoeker Bright Alozie op de website Black Perspectives van de African American Intellectual History Society over hoe koningin Njinga Mbande, heerser van het Mbundu-volk in het land dat we vandaag de dag kennen als Angola, meerdere seksuele en genderrollen en -identiteiten aannam. Zij kleedde zich vaak als een man, trouwde met vrouwen en had een harem van vrouwen die ze liet kleden als mannen. Alozie geeft daarnaast voorbeelden van hoe relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht wijdverspreid waren onder het Siwa-volk van Egypte, de Benin mensen van Nigeria, het Nzima-volk van Ghana en het San-volk van Zimbabwe.

derde gender

Ook het pre-koloniale verleden van andere werelddelen kent een rijke diversiteit aan seksuele oriëntaties en genderidentiteiten. Een voorbeeld daarvan is de hijra-gemeenschap in India, een groep mensen die onder het zogenaamde derde gender valt. Hijra’s belichamen vrouwelijke genderkenmerken en hun zelfexpressie bestaat onder andere uit het dragen van vrouwelijke kleding en juwelen en het weghalen van gezichtshaar, schrijft universiteit hoofddocent Jessica Hinchy in haar boek Governing Gender and Sexuality in Colonial India. Vanuit een westers perspectief zouden hijra’s omschreven kunnen worden als trans vrouwen of trans feminiene personen. Maar dit zou volgens haar tegelijkertijd de subtiliteiten van hun identiteit uitwissen, omdat hijra’s niet los gezien kunnen worden van de pre-koloniale culturele en religieuze context waarin zij zich bevonden – en vandaag de dag nog steeds bevinden.

Hinchy beschrijft in haar boek hoe Britse kolonisten de hijra’s zagen als een bedreiging voor publieke normen en waarden, en als een gevaar voor de koloniale politieke autoriteit. Deze vrees groeide gestaag, vooral tussen 1850 en 1870, toen de Britse elite van ambtenaren collectief in paniek raakte over de aanwezigheid van deze groep, wat leidde tot strenge regulering en verboden.

“de steun van ngo’s als het coc en amnesty international zijn levensbepalend voor deze lokale gemeenschappen”

Gracie Brendah Nanyunja

De woorden die de Britten gebruikten om hijra’s te beschrijven, zoals ‘vervuilend’ en ‘besmettend’, illustreren hoe zij hen wegzetten als een bedreiging voor de samenleving, vergelijkbaar met ziekteverwekkers. Deze taal impliceerde dat de Britse overheerser de Indiase samenleving ‘schoon’ en ‘gezond’ maakte, wat de legitimiteit van het kolonialisme verder versterkte voor de kolonisten zelf. Door genderidentiteiten en seksualiteiten die afweken van de norm als oncontroleerbaar te beschouwen, rechtvaardigden de Britten hun ingrijpen. Op deze wijze meenden zij de Indiase samenleving te ‘beschermen’ en te ‘verheffen’.

Britse kolonisten drukten niet alleen in India een heteronormatief en genderbinair stempel op de samenleving. Veel van de (voormalige) Britse koloniën zijn vaak ook de landen die vandaag de dag homoseksualiteit strafbaar hebben gemaakt. Uit een rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten uit 2023 blijkt dat 32 van de 56 landen in het Gemenebest, waaronder Oeganda en Ghana, wetten kennen tegen homoseksualiteit. In minimaal 26 van die landen blijken deze wetten gebaseerd op wetten die in het koloniale tijdperk werden geïntroduceerd.

kuise idealen

Kolonisten dwongen samenlevingen in het Mondiale Zuiden om zich te conformeren aan heteronormatieve en kuise idealen en beriepen zich daarbij op het christendom. In een rapport over seksuele en genderdiversiteit in Zuid-Afrika van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten uit 2023, wordt beschreven hoe kolonisten hun heteronormatieve, christelijke overtuigingen oplegden aan de Zuid-Afrikaanse samenleving. Zij beschouwden homoseksualiteit als onnatuurlijk en verwerpelijk. Dit leidde tot negatieve houdingen richting homoseksualiteit in de samenleving.

“queerness wordt in verschillende termen en concepten beschreven in pre-koloniaal afrika en is daarmee een historisch feit”

Aileen Waitaaga Kimuhu

Ook Nederlandse kolonisten introduceerden het christendom in een van hun koloniën. Auteur Nizaar Makdoembaks schrijft in zijn boek Homovervolging in tijden van slavernij hoe de religieuze invloed van Nederland er in Suriname voor heeft gezorgd dat mannen die seks hebben met andere mannen als zondig werden beschouwd, en daar de disproportionele consequenties van moesten ondervinden. “Door de vernietiging van mannen die seksueel contact met elkaar hadden, poogde men de gunst van God te winnen en zo een voorspoedige economische ontwikkeling veilig te stellen”, schrijft Makdoembaks. Men geloofde dat Suriname en Nederland gestraft werden door God voor de aanwezigheid van ‘sodomieten’, de toenmalige benaming voor mannen die seks hadden met mannen. Makdoembaks werpt ook licht op de ervaringen van homoseksuele tot slaaf-gemaakten, die vaak te maken kregen met unieke vormen van misbruik en vervolging. Van 1731 tot 1778 werden in Suriname 21 mannen opgepakt, van wie er zeven de doodstraf kregen en op gruwelijke manier om het leven werden gebracht, omdat vermoed werd dat zij homoseksueel waren.

Vlag bij essay

religieuze fanatici

De export van dit extreme christelijke gedachtegoed naar de niet-westerse wereld vindt vandaag de dag nog steeds plaats. In God Loves Uganda, een documentaire van Roger Ross Williams uit 2013, vertelt pastoor en activist Kapya Kaoma hoe Amerikaanse evangelisten in de eenentwintigste eeuw nog altijd zeer invloedrijk zijn in Oeganda, en zich op religie beroepen om de lhbtiqa+-gemeenschap te demoniseren, soms met dodelijke gevolgen. Kaoma vertelt hoe in 2009 anti-lhbtiqa+ activist en religiefanaat Scott Lively meerdere conferenties gaf in Oeganda, waarbij hij predikte tegen homoseksualiteit. Zo zouden homoseksuelen ‘verantwoordelijk zijn voor de extreme keuzes van Nazi-Duitsland’, hebben ze ‘de Verenigde Naties overgenomen’ en zouden ze in Oeganda ‘kinderen beïnvloeden en homo maken om de samenleving te vernietigen’. Kaoma zag hoe parlementariërs na deze conferenties ineens een noodzaak voelden om een nieuwe antihomowet in het leven te roepen. Uiteindelijk leidde dit tot de ‘Anti-Homosexuality Act, 2014’, een voorloper van de wet die in mei vorig jaar van kracht ging.

Bij de totstandkoming van de anti-homowet die in 2023 werd aangenomen, bleek wederom sprake te zijn van Amerikaanse invloeden. Frank Mugisha, directeur van Sexual Minorities Uganda (SMUG), vertelde in een uitzending van de Rachel Maddow Show dat conservatieve antihomo-activisten voet aan de grond hadden kregen in Oeganda. Host Rachel Maddow en haar team ontdekten een verband tussen het anti-lhbtiqa+sentiment in de Verenigde Staten en in Oeganda: in beide gevallen bleek dezelfde anti-lhbtiqa+ organisatie een vinger in de pap te hebben. Family Watch International, een funda- mentalistische lobbyorganisatie uit Arizona, organiseerde in maart 2023 een conferentie in Oeganda waar beleidsmakers en politici uit verschillende Afrikaanse landen op afkwamen. Maddow ontdekte tevens dat Sharon Slater, de voorzitter van Family Watch International, banden had met Janet K. Museveni, de vrouw van de Oegandese president, en met minister Martin Ssempa, die een groot voorstander was van de oorspronkelijke versie van de antihomowet in zijn land, waarin op herhaaldelijke homoseksuele handelingen de doodstraf stond. Via deze wegen beïnvloeden conservatieve, religieuze Amerikanen hoe Oegandese politici, maar ook burgers kijken naar de lhbtiqa+-gemeenschap.

britse kolonisten drukten niet alleen in india een heteronormatief en genderbinair stempel op de samenleving.

Ook Oegandese queer activist Gracie Brendah Nanyunja ziet deze invloed van Amerikaanse religieuze fanatici. “Groepen als deze hebben een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen en ondersteunen van wetten zoals de antihomowet in Oeganda. De bevindingen van Rachel Maddow benadrukken het directe verband tussen deze organisaties en de formulering van dergelijke onderdrukkende wetgeving. Hun invloed verergert homofobie en bestendigt schadelijke stereotypen, wat bijdraagt aan de marginalisering van mensen zoals ik.”

steun van het westen

De ontwikkelingen van de laatste jaren zijn zorgelijk voor de lhbtiqa+-gemeenschap wereldwijd. Ngo’s als Amnesty International zetten zich daarom in voor lokale gemeenschappen in landen waar anti-lhbtiqa+-wetten tot stand komen, onder andere door middel van onderzoek en door autoriteiten aan te sporen tot actie. “We maken ons veel zorgen over de anti-lhbtiqa+ wetten die in verschillende landen in het Afrikaanse continent lijken toe te nemen,” vertelt Julia van den Muijsenberg, persvoorlichter van Amnesty International Nederland.

Het Amnesty-rapport We are facing extinction: Escalating anti-lgbti sentiment, the weaponization of law and the human rights implications in select African countries bevat interviews en input van lhbti individuen en organisaties uit verschillende Afrikaanse landen. “We zien dat vooruitgang teruggedraaid wordt en strenge regels nog strenger worden. Daarnaast zie je ook dat dit soort wetten een direct effect hebben op het aantal geweldsincidenten richting lhbti’ers,” aldus Van den Muijsenberg. In het rapport roept Amnesty International de autoriteiten in de onderzochte landen op om de mensenrechten te respecteren, deze wetten te schrappen en de individuen die vastzitten vanwege hun vermeende seksuele oriëntatie of genderidentiteit direct vrij te laten.

Ook het COC steunt actief lokale lhbtiqa+ gemeenschappen in landen met haatdragende wetten. Internationaal projectmanager Mart Kamphuis merkt een verandering op in de aard van deze wetten. “In andere landen is seksueel contact vooral strafbaar gesteld, veelal vanuit oud-koloniaal strafrecht, maar de wetten in Ghana en Oeganda gaan over identiteit. Het gaat hier niet over wat je doet, maar over wie je bent. Met seksueel contact kun je in theorie stoppen, maar je identiteit kun je niet aan de kant zetten.” Kamphuis ziet ook invloeden van buitenaf die geleid hebben tot de wetten. “Vanuit de Verenigde Staten zijn er veel groeperingen en missionarissen in Ghana actief, die zich heel actief uitspreken tegen lhbtiq+-rechten, homoseksualiteit neerzetten als mentale ziekte en allerlei beleidsmakers proberen te beïnvloeden.” Een daarvan is het eerdergenoemde Family Watch International. “Zij nodigen elk jaar parlementariërs vanuit heel Afrika uit voor hun congres om te praten over anti-lhbtiq+-wetgeving, en stellen dat homoseksualiteit iets westers is, waar landen zich tegen af moeten zetten om hun eigen cultuur en waarden te beschermen”, vertelt Kamphuis. “Een ironische gewaarwording, gezien de antigenderbeweging hun eigen opvattingen over de lhbtiqa+-gemeenschap oplegt aan landen als Ghana.” COC ondersteunt lokale queergemeenschappen door hen te voorzien van financiële middelen. “Zij bepalen zelf waar ze het geld voor gebruiken; zij zijn immers experts in hun eigen land en weten het beste wat er nodig is,” aldus Kamphuis. En dat is ook waar hij en zijn collega’s potentie zien voor verandering: alles via lokale organisaties laten verlopen. Die kunnen vervolgens individuen helpen door veiligheidstrainingen aan te bieden, een lobby op te zetten bij het ziekenhuis voor betere toegang tot medicatie en door politiemensen te trainen om geen geweld te gebruiken tegen lhbtiqa+ personen. “We communiceren niet rechtstreeks met beleidsmakers of parlementariërs van een land, maar ondersteunen activisten om zelf het gesprek aan te gaan. Wij helpen de activisten met het voorbereiden van belangrijke gesprekken en momenten, of bij het formuleren van hun boodschap.”

ondergrondse strijd

Hoop is er nog, want lokale organisaties geven niet op. “Je ziet na de eerste golf van haat en geweld, waarbij de gemeenschap naar binnen keert, altijd activisten en organisaties die hun werk oppakken en verder voorzetten, ook in Oeganda en Ghana”, vertelt Kamphuis. “Ze passen zich snel aan en gaan verder in de nieuwe situatie. Ze werken meer ondergronds en veel organisaties stoppen er ook niet mee, omdat ze zien dat het noodzakelijk is om te blijven strijden.”

hoop is er nog, want lokale organisaties geven niet op.

“De steun van ngo’s als het COC en Amnesty International zijn levensbepalend voor deze lokale gemeenschappen”, aldus Oegandese queer activist Nanyunja. “Ze hebben geholpen onze stem op het wereldtoneel te versterken en een toevluchtsoord te bieden aan diegenen die op de vlucht zijn voor vervolging.” Wel plaatst Nanyunja er een kanttekening bij. “Hoewel ik dankbaar ben voor de steun, is het essentieel om te benadrukken dat er meer moet worden gedaan om de systemische onderdrukking te bestrijden waarmee wij te maken krijgen. We hebben aanhoudende belangenbehartiging, diplomatieke druk en een grotere zichtbaarheid van de internationale gemeenschap nodig om onderdrukkende wetten aan te vechten en onze rechten te bevorderen, niet alleen in Oeganda maar over de hele wereld.”

In deze tekst komen verschillende termen voor om de regenbooggemeenschap te beschrijven. Winq hanteert consistent lhbtiqa+, maar in citaten laten we alternatieve vormen intact.

Powered by Labrador CMS