interview
Een halve tovenaar: Jan-Simon Minkema
Acteur, dichter en scenario- schrijver vertelt over zijn bewogen leven
Jan-Simon Minkema vertelt smakelijk over zijn zelfontworpen interieur, zijn jeugd, zijn mannelijke muze aan wie hij recentelijk een complete dichtbundel wijdde en over De Familie Knots. Maar ook de streng bevochten lhbtiq+-rechten komen aan bod, net als de positieve én mindere kanten van het ouder worden.
Van buiten lijkt de jarenzestigwoning van Jan-Simon Minkema (1950) in het Noord-Hollandse Zwaag een gewoon rijtjeshuis. Eenmaal door de voordeur weet je niet waar je moet beginnen met kijken: het lijkt wel een andere wereld die je binnenstapt. Overal staan verzamelingen uitgestald, van religieuze kunst en kitsch tot een kast vol serviesgoed, een lamp waaraan zeemeermannen hangen en pontificaal in de woonkamer een enorme pluche hond. “Van De Familie Knots”, zegt Minkema. “Die mocht ik na afloop van de serie niet meenemen naar huis, dus toen heb ik hem maar gejat.”
coronatafel
Over die knotsgekke familie uit de jaren tachtig later meer, want dit interieur schreeuwt om een toelichting. “Ik heb alles zelf gedaan, samen met mijn vader die timmerman was. Het kleurgebruik is blauw, ossenbloedrood en geel, de kleuren van de oude houten huizen in Marken die ook mijn lievelingskleuren zijn. Alles wat er staat aan meubels en spullen, heb ik bij elkaar gescharreld uit kringloopwinkels en tweedehands zaken. De vitrinekast heeft mijn vader van een oude deur gemaakt die ik in een container had gevonden. We zitten nu aan mijn coronatafel, in de tijd dat ik nergens kwam. Die heb ik in vier maanden tijd beplakt met twaalfhonderd uit vellen papier geknipte klaprozen, en daarna de tafel vier keer in de blanke lak gezet. Die techniek heet découpage en werd in 1800 al gedaan.”
Tekst gaat verder onder de foto
Dat creatieve zat er vanaf het begin al in, vertelt Minkema als we spreken over zijn jeugd. “Ik ben geboren in Groet, een klein dorpje vlakbij Schoorldam, de plaats waar we later gingen wonen. Het is een prachtig dorp met mooie duinen en stranden, maar de sfeer was heel benauwd. Ik was een uitgesproken homojongen. In die tijd droegen de Beatles van die capes, dat wilde ik ook. Ik liep als een halve tovenaar door het dorp en vond het prachtig. Ik moet heel vaak aan Splinter Chabot denken als ik het over mezelf heb. Toen ik zijn boek las, moest ik vaak denken: ‘ach jongen, ik heb zoveel van die dingen zelf ook meegemaakt’. Destijds werd ik de klas uitgestuurd: ‘Minkema, de klas uit, we gaan hier niet in onze pyjamajas zitten’. Het hoofd van de school hoorde mij aan: ‘ik doe zo mijn best, en de juf heeft zelf altijd lelijke kleren aan en de kettingen die ze omheeft, die passen nooit bij haar trui. Ik had er best verstand van, vond ik zelf.”
bewonderende blik
Van een andere juf mocht hij met de meisjes mee borduren, terwijl hij even goed in handenarbeid was. “Ik ben altijd al creatief geweest, maar besefte ook dat ik anders was. Als jongetje ben ik op school ontzettend getreiterd. Ze wachtten me op met clubjes jongens die mijn fiets en boekentas in de sloot gooiden. Ik wilde toneelkleren aan, had lang haar en was een beetje meisjesachtig, waar ze me altijd voor uitscholden. Ik snapte toen ook echt nog niet wat er aan de hand was. Ik wist dat ik jongens mooi vond, maar had ook veel vriendinnen. Ik was een jaar of acht, negen, toen een jongen me op de grond gooide en bovenop me ging zitten. Hij deed me pijn en ik dacht: ‘waarom doe je dat nou, je bent zo’n mooie jongen’. Waarschijnlijk zag hij mijn bewonderende blik, dus kreeg ik ook nog een paar klappen in mijn gezicht.”
“ik werd gevraagd voor de operettevereniging, of ik decors wilde bouwen en of ik bij het koor wilde komen. ik was thuis”
Toen de jonge Jan-Simon naar de vijfde klas zou gaan, zeiden zijn ouders: nu is het mooi geweest. Van de boerenschool in Schoorl ging hij naar de Bosschool in het kunstenaarsdorp Bergen. “Daar werd ik gevraagd voor de operettevereniging, of ik decors wilde bouwen en of ik bij het koor wilde komen. Ik was thuis.”
Tekst gaat verder onder de foto
Rond zijn twaalfde wist Minkema het zeker. “Ik had weleens iets gehoord over homoseksualiteit. Er was een jongen op een witte Puch, die was een aantal jaren ouder. Die wachtte me soms op als ik naar huis reed. Met hem heb ik mijn eerste seksuele ervaring gehad. Ik vond het geweldig. Hij riep de hele tijd: ‘je mag het tegen niemand zeggen, maar je bent zo mooi. Zo mooi!’ Dat had ik nog nooit van iemand gehoord. Mijn moeder wilde weten wat die jongen van mij moest, die de hele tijd langs ons huis reed. Ze voelde toen al ergens hoe het zat, met mij.”
je bent mijn zoon
Op zijn zeventiende is Minkema het huis uitgegaan en dacht: ik heb nu een kamer, nu kan ik het wel vertellen. “Mijn moeder zei: ‘maar dat wist ik toch al?’ ‘En pappa?’ ‘Die weet van niks.’ Ik vroeg mijn moeder of zij het aan hem wilde vertellen. Dit was in augustus. Mijn vader heeft helemaal gewacht tot 31 december en toen we elkaar een gelukkig nieuwjaar wensten, pakte hij me beet en zei: ‘je moeder heeft alles verteld, maar het kan me niet schelen. Er is maar een ding dat ik wil en dat is dat je gelukkig wordt, je bent mijn zoon.’ Had ik me daar al die maanden druk om gemaakt. Mijn vader was echt zo’n stoere bouwvakker en ik had gedacht dat-ie zou zeggen: ‘nu wil ik je nooit meer zien’. Maar dat was dus niet zo, al begreep hij er helemaal niets van.”
“er waren weleens homodingen op tv, maar er ging altijd iemand zelfmoord plegen. het was altijd slecht en naar”
Tegenwoordig hebben jongeren die opgroeien en door een coming-outfase heengaan, tal van voorbeelden van lhbtiq+ mensen op tv. “In mijn tijd was dat niet zo. Er waren weleens homodingen op tv, maar er ging altijd iemand zelfmoord plegen. Het was altijd slecht en naar. Op die jongen met die Puch na was er niemand in mijn omgeving. Later op de Mulo was er een jongen die hetero was, maar het prima vond om met mij te vrijen. Ik was verliefd, hij natuurlijk helemaal niet. Het begon met stoeien en eindigde altijd in een vrijpartij. Zo heb ik het wel ontdekt, ook voor mezelf. Het was geen heel groot drama, maar ik dacht wel: ik moet weg uit dat dorp.”
Tekst gaat verder onder de foto
Op zijn zeventiende ging Minkema dus de deur uit. Hij wilde naar de Kleinkunstacademie, maar dat zagen zijn ouders niet zitten. Dus werd het een etaleursopleiding in Almelo. Na wat omzwervingen en eenmaal volwassen besloot hij alsnog om zich in te schrijven. “Het was in de tijd van Fame en er waren 350 aanmeldingen. Zeven werden er aangenomen en daar was ik één van. Vanaf dat moment heeft mijn leven de wending gekregen die ik altijd wilde. Ik kwam in een wonderwereld terecht waar ik meteen thuishoorde en ben nooit meer weggegaan.”
de familie knots
Zijn landelijke doorbraak beleefde Minkema in de jaren tachtig, met De Familie Knots. Dit was een vrijgevochten kinderprogramma dat draaide om de volgende personen: Hansje, een verlegen meisje dat beneden op de winkel paste en een verliefd was op Meester Vogel, die op zolder een kamer huurde van de familie. Neef Herbert bracht Hansje regelmatig een bezoek om een ‘speledingetje’ te kopen. Boven bestierden de onhandige opa en oma Knots (‘ouwe zemelaar!’) de keuken, samen met hun pluche hond. In de salon zetelde tante Til, die in een opzichtige rode jurk zat te schilderen. Zodra er iets in de soep liep, loste zij dat weer op door de wereld roze te verven. Haar partner Onkel X dacht intussen dat hij een detective was. De rollen werden gespeeld door Hetty Heyting, Marnix Kappers en Minkema zelf.
“we deden veel aan travestie en we lieten altijd in het midden wat de geaardheid was van meester vogel”
De Familie Knots is nu veertig jaar geleden. Minkema denk niet dat zo’n serie er nu door hadden gekregen, met alle netmanagers en hun zucht naar strakke formats van dien. “De familie bestaat volledig uit wezensvreemde gekken. We deden veel aan travestie en we lieten altijd in het midden wat de geaardheid was van meester Vogel.” Voor veertigplussers is de Familie Knots puur jeugdsentiment, zo merkt Minkema keer op keer. Maar voor sommigen is de serie ook op een andere manier belangrijk geweest. “Een paar jaar geleden deed ik mee aan een poëziemiddag in Zaandam. Die werd gepresenteerd door Dusty, de dragqueen met die enorme pruik. Die was vals, vals, vals! De ene na de andere dichter kreeg er genadeloos van langs. Ik stond in de coulissen en dacht: ‘hier moet ik me maar even tegen wapenen’. Toen was het mijn beurt. Ik kom oplopen, ze gaat voor me staan met dat enorme gevaarte op haar hoofd en ze maakt een buiging. ‘Meneer Minkema, ik wil u vanuit de grond van mijn hart bedanken voor de Familie Knots. Want in mijn jeugd was daar opeens tante Til en ik dacht: ik kan dus alles zijn wat ik wil.’ Ik dacht, wat overkomt mij nou, ik was zo ontroerd. De zaal begon te klappen. Ze zagen ineens: ‘verrek, daar kennen we hem van!’.”
Tekst gaat verder onder de foto
Tegenwoordig zijn er veel meer series waarin lhbtiq+-thema’s voorbijkomen. “Wat dat betreft is er veel veranderd. Maar dan hebben we het wel over de wereld van de kunsten. Dat is niet de wereld van de Boer Burger Beweging, om maar wat te noemen. In de kunst is het geen probleem, maar als het in je eigen familie zit of je zoon komt thuis en zegt: ‘pap, mam’… Dat zag je zelfs bij Splinter, die is opgegroeid met twee heel ruimdenkende ouders en toch zoveel problemen heeft gehad. Dat vond ik een eye-opener. Maar ook heel goed dat hij er een boek over heeft geschreven, want hij spreekt jongeren aan.”
dom en gevaarlijk
Er lijkt af en toe een tweedeling te ontstaan in de samenleving, ziet ook Minkema. “Ik vind het heftig om te zien wanneer Dolly Bellefleur kinderen gaat voorlezen in een mooie jurk en een mooie pruik en die kinderen zeggen dan: ‘oh, wat mooi. U lijkt wel een prinses’, en dan staan er allemaal mensen te protesteren. Dolly liep er gewoon naar toe en vroeg: ‘waarom doen jullie dit?’. Dat vind ik dapper. Of kijk naar Pim Lammers. Hij heeft prachtige verhalen en gedichten geschreven voor en over kinderen. Ik heb de moeite genomen om daar het een en ander van te lezen en dan denk ik: ‘wat kun je goed schrijven’. Dan maakt zo’n Monique Smit hem uit voor pedo zonder het verhaal waarover het ging, over een voetbaltrainer en een pupil, te hebben gelezen. Ik ben echt geen gemene, valse nicht, maar bij Monique Smit dacht ik: ‘God, mens, wat dom en gevaarlijk’. Hoe haal je het in je hoofd om Pim Lammers een van de pijlers van zijn vak, het voorlezen op scholen, te ontzeggen? Want ik las dat hij vijftig optredens had die allemaal zijn gecanceld. Dan elimineer je iemand dus even, en zijn werk. Het lijkt soms wel of de tijd wordt teruggedraaid, en dat vind ik teleurstellend."
“ik zou het liefst een groot feest hebben waar alles en iedereen er mag zijn. óók de hetero’s”
Gelukkig zijn er ook verworvenheden. “Ik ben een beetje dubbel over alle gay parades en dat soort dingen. Aan de ene kant vind ik het fantastisch. Het moet. Laat je maar zien. Aan de andere kant zou het allemaal door elkaar moeten lopen. Ik zou het liefst een groot feest hebben waar alles en iedereen er mag zijn. Dan zeg ik even met een grapje: óók de hetero’s. Binnen de community bestaan natuurlijk ook allemaal groepjes, dat vind ik weer wél heel goed. Ik vind het fantastisch dat er een leather community is, een bear community, heel veel verschillende. Je zal maar een beertje zijn van twintig, dan kun je naar de berenmiddag in The Web en dat vind ik geweldig. Dat vind ik zelfs ontroerend. Ik ben op Facebook bevriend met Dani Bear, die zich een jaar lang Mr. Bear Nederland mag noemen. Ik vind het zo leuk om te zien dat dit kan bestaan. In mijn tijd was alles nog veel meer geheim, en dit staat gewoon op Facebook. Ik zou er niet zo snel naar toe gaan met mijn gestel en mijn leeftijd, maar ik vind het echt geweldig dat het er is. Dat is echt een verworvenheid.”
Tekst gaat verder onder de foto
Over dat gestel gesproken. Nadat de coronapandemie officieel voorbij werd verklaard, kreeg het virus Minkema maar liefst twee keer te pakken. “Ik heb er nog steeds last van. Heel vervelend, ik had twee jaar lang zo m’n best gedaan, ik vond dit heel gemeen. Ik ben zo ontzettend ziek geweest. Ik heb nu niet genoeg puf, het duurt lang voor ik op gang ben gekomen en daarom spreek ik pas in de middag af met mensen. Voor de rest gaat het wel en het komt allemaal wel weer goed, denk ik. En je wordt ook gewoon ouder, dus sommige dingen horen daarbij. De huisarts zei: ‘je bent een oude auto, niet elk onderdeel kan vernieuwd worden’. Ik ben nog heel actief, maar moet mezelf nu op tijd laten stoppen, anders ben ik de volgende dag geen mens.”
“je zal maar middenin een vrijpartij zitten en dan ineens: ‘o, mijn rug!’ dan is het moment wel voorbij”
Dat ouder worden komt aan bod in Dagdroom en Nachtegaal, een recente bundel van Minkema. “Mijn geest is nog steeds zeventien jaar, of 26, of in ieder geval op een leeftijd waarop alles nog kan. Maar het lichaam is wel oud. Dat doet gewoon niet meer zo mee. Ik zie er ook de komische kant van in. Je zal maar middenin een vrijpartij zitten en dan ineens: ‘o, mijn rug!’ Dan is het moment wel voorbij.”
muzikaal project
Minkema is al jaren tekstschrijver, niet alleen van scenario’s voor bijvoorbeeld de tv-serie Zonder Ernst met Ellen Vogel, maar ook van liedteksten voor Paul de Leeuw, Liesbeth List, de Zangeres Zonder Naam en vele anderen. Recentelijk is daar een muzikaal project bijgekomen met George Beentjes, een klassiek pianist en componist. “George Beentjes heb ik leren kennen via een operazangeres die in Griekenland woont, Corinne Romijn. Zij had het gevoel dat George en ik goede vrienden zouden kunnen zijn en via Facebook zijn we aan elkaar gekoppeld. Hij kende mij van De Familie Knots en stuurde mij een cd met klassieke liederen. Ik stelde voor om eens een lied te hertalen in het Nederlands. Zanger Ago Verdonschot, met wie hij veel werkt, heeft dat toen ingezongen. Het zijn er inmiddels veertien geworden en nu maken we nieuwe liederen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Anderhalf jaar geleden vroeg Minkema aan Beentjes of hij een complete dichtbundel over hem mocht maken, over al zijn verschillende interesses. Dat werd In mijn ogen. “Hij is componist, pianist, maar ook bokser en fotomodel. Hij is actief in de leather scene. Ik vroeg hem toen of hij mijn muze wilde zijn. Hij vond dat een eer. In principe zijn het mijn gedachtes, dromen en droomwensen maar ze gaan over hem. Ik had afgesproken om niets te publiceren wat hij niet wil, of zijn vriend Alexander. Inmiddels zijn we goede vrienden geworden en hij belt me als hij iets wil bespreken. Dan ben ik gewoon de oudere met iets meer ervaring op het gebied van geldzaken. Dat een fotograaf weer wil dat hij voor niets werkt en dan denk ik: ‘verdomme, het is je beroep, je moet wel de huur betalen’. Zo’n zetje kan hij dan wel even gebruiken
“als je zoals ik over de zeventig bent: seksgevoelens gaan nooit weg. maar ze veranderen wel. ik hoef geen seksrelatie met iemand die veel jonger is”
“Laatst zei iemand: ‘je bent natuurlijk verliefd op hem’. Maar verliefd is niet het goede woord. Ik bewonder hem ongelooflijk, vind hem ook prachtig en dat zeg ik ook tegen hem. Als je zoals ik over de zeventig bent: seksgevoelens gaan nooit weg. Maar ze veranderen wel. Ik hoef geen seksrelatie met iemand die veel jonger is. Maar ik vind het wel fijn als ik iemand mag bewonderen. In mijn gedichten en liederen kan ik daarbij wegdromen. Ik hoop dat ik de tijd van leven heb dat we een cd kunnen maken met de liederen die we samen hebben gemaakt, dat zou ik heel bijzonder vinden. Dan is de cirkel rond. Ik heb hem op een spoor gezet en hij mij ook. Dat is toch wel heel mooi.”
meer informatie
De dichtbundels Dagdroom en Nachtegaal en In mijn ogen van Jan-Simon Minkema zijn verkrijgbaar via de Facebook-pagina Minkema Jan-Simon.