interview
Ex-docent Peter van Maaren: “Door me te bekeren tot de islam, probeer ik een brug te slaan”
Meesterverbinder
In de korte documentaire Ik zeg je eerlijk volgen we Peter ‘musa’ van Maaren, een tot de islam bekeerde homoseksuele ex-docent, die met scholieren in gesprek gaat over seksuele en religieuze diversiteit. “Als je nieuwsgierig bent naar je leerlingen, krijg je daar heel veel voor terug.”
“Sinterklaas!” roept een van de kinderen wanneer hij bij binnenkomst in het klaslokaal met een handdruk begroet wordt door Peter van Maaren. Onbewust heeft hij het bij het juiste eind, want naast diversiteitstrainer is Van Maaren Hulpsinterklaas, een rol die hem met zijn volle zilveren baard en pretoogjes op het lijf is geschreven. Van Maaren lacht vriendelijk terug en schudt respectvol de volgende leerling de hand. Met dit tekenende moment opent de korte documentaire Ik zeg je eerlijk, nu te streamen op NPO Start.
Jarenlang was Van Maaren docent bij het Regio College Zaandam, waar hij geen geheim maakte van zijn homoseksualiteit. Over zijn ervaringen schreef hij in 2004 het boek Mijn meester is een homo. Inmiddels is hij geen docent meer, maar hij verschijnt nog altijd voor de klas. Als tot de islam bekeerde homoseksuele man – twee werelden die in de ogen van velen onverenigbaar lijken – geeft hij workshops over seksuele en religieuze diversiteit op basis- en middelbare scholen. Door zich te verplaatsen in de belevingswereld van de leerlingen, weet hij veilige, open gesprekken op gang te brengen over onderwerpen die normaliter onbesproken blijven.
“hetero’s klagen weleens dat homoseksualiteit hen door de strot wordt geduwd, maar het is precies omgekeerd”
Wanneer we Van Maaren spreken, heeft hij net een gesprek gehad met een redacteur van Het Onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond. “Ik geef ook weleens workshops aan leerkrachten. Daar hoor ik vaak dat ze de regenboogvlag of een dag als Paarse Vrijdag [dag waarop scholen hun solidariteit tonen voor de lhbtqia+- gemeenschap – red.] maar onzin vinden. Ik ben wat dat betreft veel meer in m’n element in een ruimte vol Marokkaanse jongeren.”
Waar komt dat door?
“Op de een of andere manier ontstaat daar sneller wederzijds respect. Ik gaf ooit een workshop aan vijftig Marokkaanse jongeren in Amsterdam-West die zich schuldig hadden gemaakt aan homofoob geweld. De situatie begon uit de hand te lopen en Jongerenwerk Amsterdam vroeg mij of ik met hen in gesprek wilde gaan.”
Hoe verliep dat?
“Bij binnenkomst keek het ‘baasje’ van de groep me aan met een minachtende blik en zei: ‘Zemmel’, Marokkaans voor homo. Ik pakte mijn microfoon en zei: ‘Klopt, ik ben een zemmel’. Iedereen begon te lachen. ‘Ik maak je dood’, vervolgde de jongen. Ik vroeg hem waarom. ‘Vanwege mijn geloof,’ zei hij, ‘ik ben moslim’. Ik zei hem dat hij geen respect had voor ouderen, dat hij volgens mij rookte, dronk, blowde en dat hij vast seks had voor het huwelijk. Stuk voor stuk zaken die de Koran verbiedt. Dat laatste ontkende hij boos, maar toen ik hem vroeg dat te zweren bij Allah, gaf hij toch toe al seks te hebben gehad. De workshop deed uiteindelijk twee uur in plaats van één en in die tijd vond er een kleine aardverschuiving plaats. Achteraf kreeg ik applaus. ‘Je hebt wel ballen’, zei een van hen, ‘dat jij als homo met ons komt praten.’ Daarna bood hij aan wat te eten voor me te halen.”
In de documentaire is te zien hoe je zeer kalm blijft wanneer jongeren hun negatieve mening over homoseksualiteit delen. Het lijkt je niet persoonlijk te raken.
“Ik vind het zelfs gemakkelijker dan wanneer jongeren zeggen dat ze er al zijn, wat betreft de acceptatie van mensen met een andere religie, gender of seksualiteit dan zij. Ik geef ook weleens workshops op voornamelijk witte scholen, aan rijke, hoogopgeleide kinderen. Dat is verschrikkelijk. Vaak hebben zij niet tot nauwelijks contact met andere culturen, geloven ze stellig dat hun waarheid dé waarheid is, en ze staan eigenlijk nergens voor, omdat alles hen wordt aangereikt. Laat mij maar in gesprek gaan met een klas met kinderen uit verschillende culturen, al dan niet met een oorlogsverleden of uit een gezin dat kampt met armoede. Daar kom ik meestal veel verder mee.”
Hoe zag het maakproces van Ik zeg je eerlijk eruit?
“Documentairemaker Eva Nijsten heeft mij eerst een jaar lang geschaduwd tijdens mijn workshops zonder camera. Zo kon ze controleren of de verhalen die ze over mij gehoord had ook klopten. Vervolgens heeft ze tijdens negen workshops mijn gesprekken met leerlingen en hun reacties daarop in beeld gebracht.”
Hoe overtuigde je de ouders van deze kinderen om toestemming te geven hen in beeld te brengen?
“als ik tijdens het vrijdaggebed in de moskee zit, naast de jongeren die mij ooit terroriseerden, dan kijk ik naar boven en zeg ik: alhamdulillah, dank aan god”
“We hebben ze naar waarheid gezegd dat we een item gingen filmen over diversiteit en inclusie, zonder het woord ‘homo’ te gebruiken; homoseksualiteit is immers maar een klein onderdeel van de hele workshop. De leerlingen vonden het prima dat ik met hen sprak over seksuele diversiteit, interessant zelfs. Wat ze lastiger te begrijpen vonden, was dat ik me als homo heb bekeerd tot de islam.”
Hoe is dat gelopen?
“Ik woon in de Diamantbuurt in Amsterdam, en werd daar de eerste jaren geterroriseerd door Marokkaanse jongens. Op een dag ben ik de moskee om de hoek binnengelopen, heb ik hun vaders aangesproken en daarmee was het probleem in één keer opgelost. Ik ben rooms-katholiek opgevoed en ben altijd bezig geweest met het geloof. Gaandeweg begon ik me steeds meer te verdiepen in de islam. Ik miste in de katholieke kerk de verbinding en saamhorigheid die ik in de moskee wel terugvond. Ook de opvallend actieve geloofsbelijdenis onder jongeren vond ik interessant – en uiteindelijk zijn God en Allah voor mij een en dezelfde. Zeven jaar geleden heb ik me in Tunesië officieel bekeerd. Voor mijn moslim vrienden heet ik tegenwoordig Musa, een knipoog naar de tijd waarin Marokkaanse jongens voor mij weken wanneer ik op hen afliep: ik was als een soort Mozes voor wie de zee uiteen spleet. Inmiddels heb ik ook mijn officiële certificaat, waarmee ik de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka mag verrichten. Onder de naam Petrus, die in mijn paspoort staat, was dat niet mogelijk geweest.”
Ironisch, dat de poorten van Mekka voor Petrus gesloten blijven.
“Nogal hè, haha. Door me te laten bekeren, probeer ik een brug te slaan. Het blijft voor velen een vreemd gezicht, zo’n witte man in de moskee, maar in de buurt ben ik inmiddels een bekende naam en ik organiseer van alles om verschillende gemeenschappen met elkaar in contact te brengen. Ik probeer altijd de gemene deler te vinden. Dat verbinden, het toenadering zoeken, het zit in mijn DNA. Als ik op vakantie ga, zoek ik altijd eerst goed uit hoe de sociale cohesie is, hoe mensen elkaar begroeten. Mijn ervaring is dat als iemand me in een ander land aankijkt met een denigrerende blik en ik hen begroet in hun eigen taal, hun houding op slag verandert. Voor leerlingen geldt hetzelfde: als je nieuwsgierig bent naar hun levens, dan krijg je daar heel veel voor terug.”
“door me te laten bekeren, probeer ik een brug te slaan”
Waarom ben je ooit gestopt met het docentschap?
“Vanwege een zware burn-out. Die had niet zo zeer te maken met het vak, als met de directie en mijn collega’s. Daarbij ken ik geen maat: ik moet mezelf met veel dingen in het leven afremmen. Ik ben er nooit helemaal van hersteld, maar gelukkig heb ik nu een nieuwe vorm gevonden om me nuttig te maken in het klaslokaal.”
Uit onderzoek van de GGD Amsterdam bleek laatst dat er onder jongeren sprake is van een drastische daling in de acceptatie van homoseksualiteit. Wat ligt daar volgens jou aan ten grondslag?
“Dat scholen nog altijd veel te weinig aandacht besteden aan gender en seksualiteit. En als het gebeurt, dan komt er vaak een hoogopgeleide voorlichter, die in gesprek gaat over homseksualiteit met jongeren uit andere culturen, zonder enig besef van hoe die culturen in elkaar steken. Wat is het nut van zo’n sessie, als de hele klas denkt: dit gaat niet over mij? De kunst zit hem erin een vertaalslag te maken en dan met regelmaat, maar ja, alle schoolboeken zijn hetero, de docenten in de meeste gevallen ook en zij profileren zich schaamteloos. Hetero’s klagen weleens dat homoseksualiteit hen door de strot wordt geduwd, maar het is precies omgekeerd: in bioscopen, literatuur, lesmateriaal, muziek, de politiek, overal barst het van de hetero’s. Zo lang scholen niet meer aandacht besteden aan seksuele en genderdiversiteit, zal de tolerantie achteruit blijven hollen – en de acceptatie al helemaal. Maar als ik dan tijdens het vrijdaggebed in de moskee zit, naast de jongeren die mij ooit terroriseerden, dan kijk ik naar boven en zeg ik: alhamdulillah, dank aan God.”
Ik zeg je eerlijk is nu te streamen via NPO Start.