interview

Fleur Pierets in zwarte jurk

Fleur Pierets: “We moeten elkaar binnen de queer community gaan leren verstaan”

Over haar boek ‘Heerlijk Monster’ en queer geschiedenis

Gepubliceerd
Leestijd: 11 min

Na het overlijden van haar vrouw Julian vereeuwigde schrijver Fleur Pierets haar in een roman. Heerlijk Monster, haar nieuwste boek, ontstond vanuit een andere noodzaak: “Er zijn zo verschrikkelijk veel dingen die mensen niet weten over queer vrouwen en onze geschiedenis.”

In 2017 besloten Fleur Pierets en haar vrouw Julian Boom te trouwen in de 22 landen waar dat op dat moment kon. Bij wijze van positief activistisch statement, maar tegelijkertijd om aan te tonen in hoeveel landen dit nog geen mogelijkheid is. Maar na vier ja-woorden kwam vroegtijdig een eind aan hun project: Julian werd gediagnosticeerd met kanker en na een ziekbed van zes weken overleed ze. Anderhalf jaar later publiceerde Pierets haar debuutroman Julian, waarin ze zoveel mogelijk van haar vrouw probeerde vast te leggen, om zo min mogelijk van haar te vergeten.

Na Julian volgden twee prentenboeken waarin Pierets hun huwelijksproject alsnog afmaakte en nu is er Heerlijk Monster, een verhaal dat vertrekt vanuit een nieuwe plek. Pierets: “Een moeilijke plek. Julian schreef ik in een soort waas. Toen dat af was, wist ik dat ik moest blijven schrijven; het had een fijne uitwerking op me. Maar ik dacht wel: waarover, na zo’n groot verhaal te hebben verteld? En ook: hoe klinkt mijn stem? Dat eerste boek ontstond vanuit zo’n noodzaak, dat ik niet wist hoe mijn stem klonk wanneer ik niet schreef om te overleven.”

“heel mijn jeugd heb ik boeken gelezen die mij vertelden wat ik níét kon”

Het schrijfproces verliep in eerste instantie moeizaam. “Ik begon met een thriller. Die was vreselijk; ik smeet het hele manuscript in de vuilbak. Daarna probeerde ik een roman. Even slecht, het ging nergens over. Pierets, zei ik tegen mezelf, wat ben je aan het doen?” En toen, ineens, viel het kwartje. “Ik moest simpelweg schrijven zoals ik spreek, vanuit wie ik ben, over de dingen die ik wil meegeven aan anderen. Daaruit ontstond Heerlijk Monster. Zo wonderlijk, blijkbaar moest ik mijzelf toestemming geven om te klinken als mijzelf.”

Hoe Pierets nieuwe stem klinkt? “Luider, extremer ook. Ik heb de afgelopen jaren mijn stem als activist gevonden. Ik pak veel meer plaats in dan mij als vrouw wordt toegestaan. Uiteindelijk is ook dit boek vanuit een noodzaak ontstaan, maar een andere. Er zijn zo verschrikkelijk veel dingen die mensen niet weten over queer vrouwen en onze geschiedenis. Mijn boekpresentatie in Antwerpen begin december was dan ook meer een soort TED Talk. Ik had 300 mensen voor me zitten die naar mij luisterden, dus ik vertikte het simpelweg een stukje voor te lezen.”

heerlijk monster

In Heerlijk Monster volgen we een schrijfster die na het overlijden van haar vrouw een reis door het Middenwesten van Amerika maakt met als routekaart het boek Carol (The Price of Salt) van Patricia Highsmith – het eerste verhaal over vrouwenliefde uit de literatuurgeschiedenis dat een relatief goed einde had. Al reizende probeert de hoofdpersoon te bepalen hoe haar (liefdes)leven opnieuw vorm te geven na het verlies van haar grote liefde. In het verlengde van haar zoektocht naar zichzelf en haar plek en vrijheden als schrijfster, reflecteert ze op de vele queer en vrouwelijke stemmen in de geschiedenis die zijn uitgewist, in de vergetelheid zijn geraakt of die niet de erkenning hebben gekregen die zij verdienden.

Gaandeweg begint het verhaal van de schrijfster als het ware te versmelten met het verhaal van Highsmith. Heerlijk Monster is dan ook, zo benadrukt Pierets, geen autobiografisch werk: het is autofictie. “Dat wil zeggen: ik ben vanuit mijzelf vertrokken, maar tachtig procent van dit boek is verzonnen.”

Wat trekt je zo aan in dat genre?
“Ik voel me er vrij in. Als witte vrouw heb ik in Nederland en België het privilege uit veel verschillende levens te kiezen. Ik kan besluiten les te geven, te schrijven, een vaste baan aan te nemen. Met al die keuzes vind ik het lastig te bepalen welk leven voor mij het juiste is. Autofictie biedt mij de kans verschillende levens uit te proberen.”

Tekst gaat verder onder foto.

Fleur Pierets hurkend met handen gevouwen onder haar gezicht
Beeld: David Degelin.

Op social media sprak je je ferm uit over gevestigde mannelijke schrijvers die zich laatdunkend uitlaten over autofictie.
“Autofictie interesseert hen niet, omdat dit precies het genre is dat mensen van kleur, vrouwen en queer personen vaak hanteren. Maar weet je wat het is: Ernest Hemingway, Charles Bukowksi, de mannen uit de beatgeneratie, die schreven ook allemaal autofictie. Het is geen trend of nieuwigheid. Daarbij: in elke roman zit de auteur. Maar omdat mensen als ik eindelijk de ruimte opeisen om onze eigen verhalen te vertellen, noemen die mannen het ineens een niche.”

Je schreef dit boek tijdens de piek van de corona-uitbraak. De roadtrip die de schrijver in jouw boek aflegt – hoe realistisch-ie ook overkomt – heb jij dan ook niet gemaakt.
“Dat kon simpelweg niet, hoe graag ik dat ook had gewild. Ik heb de reis gemaakt via Google Maps. Alle wegen heb ik digitaal bereden. Via foto’s bezocht ik bibliotheken, koffiebars, hotels. Alle details nam ik in me op, tot de kersttrui van de ober aan toe. Ik las ergens dat onze hersenen niet zo goed het onderscheid kunnen maken tussen fictie en realiteit. Het voelt voor mij ergens alsof ik deze trip echt heb gemaakt, maar ik deed dat dus in mijn pyjama, vanachter mijn computer. Zou ik de roadtrip nu alsnog fysiek maken, dan valt die waarschijnlijk tegen.”

mannen schrijven, vrouwen koken

Pierets groeide, net als de hoofdpersoon in Heerlijk Monster, op met een alleenstaande moeder. “We waren altijd met zijn tweetjes en maakten vaak spontane reizen. Dan smeet ze een matras in een busje en reden we plots naar Frankrijk.” Pierets moeder gaf haar veel ruimte te zijn wie ze wilde zijn, dingen uit te proberen, maar toch zou ze zich pas veel later in haar leven bewust worden van haar liefde voor vrouwen.

Waar had dat mee te maken, vermoed je?
“Literatuur gaf mij in ieder geval een beperkt referentiekader mee. Ik las over vaders die werkten, vrouwen die in de kookpotten roerden en over hoe zij roedels kinderen kregen. Ons gezin herkende ik er niet in. Mijn vader was niet in beeld en mijn moeder had een hekel aan koken. Toen ik iets ouder was las ik boeken van mannen als Henry Miller en Norman Mailer: seksisten die vonden dat vrouwen niet konden schrijven en geen bestaansrecht hadden. Heel mijn jeugd heb ik boeken gelezen die mij vertelden wat ik níét kon, waar mijn grenzen lagen als vrouw, die mij zeiden dat ik mijn mond moest houden en de afwas moest doen. Daar werd ik mij pas veel later bewust van, maar de beklemming voelde ik in mijn jonge jaren al.”

“vrouwen, mensen van kleur, queer personen zijn een voetnoot geworden in de geschiedenis”

Wat voor beeld had jij als tienermeisje van lesbische vrouwen en hun levens?
“Geen beeld. Ik kende geen lesbische vrouwen, al had mijn moeder wel veel gay mannen in haar vriendenkring. Ook in de literatuur vond ik ze maar spaarzaam. Ik herinner me rond mijn zestiende iets te lezen van Jeanette Winterson, maar met haar identificeerde ik mij niet. Ik zag een televisie-interview met haar en zij voldeed voor mij te veel aan het stereotype van de kwaaie lesbienne om mezelf in haar te herkennen.”

Er moeten, ook in die tijd, meer queer vrouwelijke schrijvers als jij geweest zijn, nietwaar?
“Het heeft lang geduurd voordat ik besefte dat alles wat in de geschiedenisboeken staat, wat in archieven bewaard is, hetgeen is wat door mannen belangrijk genoeg bevonden is om te bewaren. Daardoor zijn vrouwen, mensen van kleur, queer personen een voetnoot geworden in de geschiedenis – voor zover ze er überhaupt in voorkomen.”

Tekst gaat verder onder foto.

Fleur Pierets in grote zwarte jurk, zittend op een houten vloer.
Beeld: David Degelin.

Begint daar verandering in te komen?
“Iedereen weet inmiddels hoe belangrijk representatie is, maar dat mechanisme is nog steeds aanwezig. Ik zal een voorbeeld geven. In mijn boek haal ik de film Portrait de la jeune fille en feu aan, van Céline Sciamma. Zij was de eerste vrouwelijke regisseur die een grote film maakte over de liefde tussen twee vrouwen vanuit een vrouwelijk perspectief. Dat was in 2019, nog maar drie jaar geleden. Daarvoor waren het altijd mannelijke regisseurs die – vaak verschrikkelijke – films over lesbische vrouwen maakten. Mannen weten doorgaans niet zo goed wat ze met vrouwenseks aan moeten vangen, waardoor het gauw pornografisch wordt. Die films staan meer in dienst van de bevrediging van de mannelijke kijker.”

Welk effect heeft die beperkte representatie voor jou in het echte leven?
“Het zorgt ervoor dat als ik met mijn lief naar het café ga, mannen nog steeds dingen vragen en zeggen als: ‘Mag ik meedoen?’, ‘Lesbische seks is geen echte seks’, of – de klassieker – ‘Je hebt gewoon nog nooit een echte man gehad’. Ik kan daartegen, maar hoe zit het met dat meisje dat voor de allereerste keer verliefd is op een meisje? Tegen haar zeggen die mannen eigenlijk dat haar seksualiteit puur bestaat voor hun bevrediging. En tegen haar ouders zeggen ze hiermee impliciet: het is maar een fase, totdat ze een ‘echte man’ tegenkomt. Het pijnlijke vind ik dat zelfs veel van mijn gay vrienden niet zien hoeveel er nog schort aan de emancipatie van vrouwen.”

“wat heb ik erbij te winnen om mijzelf als slachtoffer neer te zetten?”

Hoe uit zich dat?

“Ik word nog altijd minder betaald dan een man. Mijn ideeën worden nog altijd een tikje minder serieus genomen en later kom ik ze vaak alsnog tegen, maar dan staat er een mannennaam bij. Spreek ik me uit over zulke mechanismen, dan krijg ik – ook van gay vrienden – nog vaak te horen: ‘Overdrijf je nu niet een beetje?’. Wat heb ik erbij te winnen om mijzelf als slachtoffer neer te zetten? Niets. Integendeel. Wij moeten elkaar binnen de community gaan leren geloven en verstaan.”

Want anders?
“Dan zijn we verloren. Zolang wij naar elkaar wijzen en niet naar boven, blijven de beleidsmakers, de mensen die in de positie zitten om keuzes te maken, de mensen met macht buiten schot. Op dit moment zijn we vreselijk aan het vingerwijzen, maar we moeten gaan leren samenwerken. In de kern willen we namelijk allemaal hetzelfde: gelijk worden behandeld.”

queer archeoloog

Heerlijk Monster is een liefdesverhaal met een activistische kern. Als een archeoloog graaft Pierets in haar boek queer en vrouwelijke stemmen op die nagenoeg uit de kunst- en literatuurgeschiedenis zijn uitgewist. “Ik vond het essentieel om te zoeken naar de vrouwen en queer personen op wier schouders ik sta. Ik kan nu hand in hand lopen met mijn lief, heb stemrecht en kan een bankrekening openen, omdat andere vrouwen dat jaren geleden voor mij hebben geregeld. Ik vind het belangrijk om nu in mijn werk te kijken hoe ik de wereld mooier kan helpen maken voor degenen die na mij komen. Maar dan moet je wel weten wie dat voor jou hebben gedaan. Weinig, maar dan ook echt heel weinig mensen kennen hun eigen geschiedenis.”

Dat is, gezien wat jij eerder beschreef, dan ook knap lastig als queer vrouw, gezien een groot deel van die geschiedenis verstopt is of verloren is gegaan.
“Ik bezocht in New York The Lesbian Herstory Archives, een organisatie die sinds 1974 de geschiedenis van lesbische vrouwen documenteert. Het is een klein huis in Brooklyn met drie verdiepingen. De vloeren kraakten onder het gewicht van de mappen en binders die er staan. Het was extreem emotioneel om daar binnen te komen, omdat ik voelde: hier ben ik. Dit zijn mijn grootmoeders, de vrouwen die gedaan hebben wat ik probeer te doen. Heel heftig was het, om die eindelijk te ontmoeten.”

“mensen die in een goede positie zitten in een slechte economie bouwen vaak een fort”

In je boek bespreek je hoe lesbische vrouwen binnen de lhbtq-gemeenschap vaak een belangrijke rol hebben gespeeld, maar daar niet altijd de erkenning voor krijgen. Voel jij je als lesbische vrouw een gewaardeerd onderdeel van de community?
“Goh, ik voel mij bijvoorbeeld op de meeste Prides nog altijd niet gerepresenteerd als lesbische vrouw. Het is ook vreemd: wij worden allemaal onder diezelfde paraplu geplaatst, maar behalve onze genderidentiteit, seksuele oriëntatie of geslachtskenmerken hebben wij soms bijzonder weinig met elkaar gemeen. Ik ken gay mannen die op extreemrechts stemmen. Wat heb ik met hen gemeen? Soms denk ik dat we het communitygevoel meer opzoeken dan het er werkelijk is. Sommige gay mannen kunnen enorm misogyn of transfoob zijn – sommige gay vrouwen ook. Zij lijken soms te vergeten dat ze zelf ooit moeilijkheden hebben ervaren met kunnen zijn wie ze zijn.”

Maakt dat je boos?
“Soms. Ik heb een vriendin die turft. Als er boekrecensies in een tijdschrift staan, dan turft zij hoeveel mannen en vrouwen er gerecenseerd worden. Daardoor is zij haar ganse leven kwaad. Zo wil ik mijn leven niet vormgeven. Alles wat ik tot nu toe vertelde is dan ook geen verwijt, maar vooral iets waar we onszelf bewuster van moeten zijn. In Vlaanderen gaan momenteel veel hoge posities naar homoseksuele mannen. Organisaties zetten daarmee een diversiteitsvinkje, maar het blijven bijna altijd witte gay mannen die deze plekken krijgen. Veel mensen denken dat we er daarmee zijn, maar queer vrouwen en non-binaire personen hebben nog steeds het nakijken.”

Ligt de oplossing in het vinkjes zetten?
“Op dit moment denk ik wel. Het is duidelijk dat de meesten van ons niet vanzelf voor meer diversiteit kiezen, dus dan moet het maar tijdelijk op artificiële wijze, in de hoop dat we later tot een natuurlijk evenwicht komen.”

Tekst gaat verder onder foto.

Fleur Pierets, hurkend met een lach op haar gezicht.
Beeld: David Degelin.

Je zei eerder: we moeten gaan leren samenwerken als community. Wat zit die samenwerking in de weg, denk je?
“In een ideale wereld, in een goede economie, komt die verbinding soms bijna vanzelf tot stand. Dan hebben mensen ruimte om na te denken over delen en diversiteit. Maar momenteel leven we in een tijd vol crises. Mensen hebben angst dat ze hun baan verliezen, hun energierekening niet kunnen betalen, hun huis kwijtraken, hun familie niet meer kunnen onderhouden. Dus dan gaan ze uithalen, naar iedereen met wie ze ineens moeten delen. Als je dan zegt: is het niet raar dat voorheen één groep altijd alle kansen kreeg, dan kijken sommigen je verdwaasd aan, want dat gevoel hebben zij helemaal niet. En wat betreft degenen uit onze community die het beter getroffen hebben: mensen die in een goede positie zitten in een slechte economie, bouwen vaak een fort.”

fantasie, geen therapie

Tachtig procent van je nieuwe boek is fictie, maar één duidelijke overeenkomst tussen jou en je protagonist: jullie verloren beiden de vrouw van jullie leven. Hielp het schrijven van dit boek je met je eigen rouwproces?
“Daar kan ik kort over zijn: nee. Ik ben geen therapeutische schrijver. Mijn rouwproces is heel intern. Ik ben me te veel bewust van taal, zinnen, van het maakproces van een boek, van het schrijven van een goed verhaal en de vraag hoe je de lezer geïnteresseerd houdt. Daarbij ervaar ik altijd de volgende spagaat: hoe boei ik ‘mijn mensen’, zonder dat het grotere publiek zich buitengesloten voelt en daardoor afhaakt?”

Naar welke kant neig je als schrijver in die spagaat?
“Ik schrijf dan toch eerder voor het brede publiek. Anders wordt het preaching to the choir. Ik schrijf heel graag boeken, maar het blijft een activistisch-politieke daad om dat te doen. Het is het grote publiek dat ik een nieuw perspectief wil bijbrengen. We probeer ik in mijn onderwerpkeuze te verrassen en vernieuwen. Als ik tussen vijf lesbische kunstenaars kan kiezen om iets te illustreren, dan ga ik voor degene waarvan ik denk dat ‘mijn mensen’ die nog niet kennen.”

“ik kan onmogelijk een boek schrijven dat voor mijn gevoel niet een beetje bijdraagt aan een betere wereld”

Op de achterflap stelt je personage zichzelf de vraag: ben ik het als lesbische, schrijvende vrouw verplicht om over die thema’s te schrijven. Heb je daar een antwoord op gevonden?
“Ik heb dit boek geschreven. Dat is het antwoord op die vraag. Het is eigenlijk een onnozele vraag. Natuurlijk ben ik dat verplicht en het feit dat ik dit boek heb geschreven laat zien dat ik me daar bewust van ben.”

Was het een reële vraag voor je begon met schrijven?
“Toen ik de thriller en daarna de roman schreef was die vraag effectief een ding. Ik dacht: ik moet als lesbische vrouw ook een roman kunnen schrijven over een hetero vrouw met twee kinderen die worstelt met een postnatale depressie. Er zijn immers genoeg heteroseksuele mannelijke schrijvers die over lesbiennes schrijven. Toch was ik niet tevreden met wat er uit mijn pen kwam. Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik kan onmogelijk een boek schrijven dat voor mijn gevoel niet een klein beetje bijdraagt aan een betere wereld. En mochten er mensen denken: doe niet zo megalomaan, die kracht heb je als eenling niet, dan verwijs ik graag naar de twee vrouwen die zeiden dat genoeg genoeg was en daarmee de hele #metoo-beweging in gang zetten. Of naar het meisje dat met een protestbord naast het Zweeds parlement is gaan zitten om aandacht te vragen voor de klimaatramp. Je kunt in je eentje meer bereiken dan je denkt.”

Heerlijk Monster is nu te koop bij de boekhandel of via Bol.com.

Hoofdbeeld: David Degelin.

Omslag van Heerlijk Monster
Omslag van Heerlijk Monster
Powered by Labrador CMS