column

“Hij was de eerste homo in mijn leven aan wie je het schaamteloos kon zien”

Johan Goossens over zijn eerste keer seks met een man

Leestijd: 2 min

Winq-columnist Johan Goossens denkt terug aan een moment als tiener waarop hij een man afwees. “Elk moment dat we even alleen waren, dook hij op me om een grapje te maken en contact te zoeken.”

Soms denk ik ineens aan iets wat ik jaren geleden heb gezegd of gedaan, meestal iets gênants of pijnlijks. Het overkomt me altijd op loze momenten, meestal onder de douche of op de fiets. In een poging de overweldigende schaamte van me af te werpen, begin ik te schudden met mijn schouders of stoot luide kreten uit zoals ‘huuh!’

Zoals nu. Staande bij een stoplicht op de Mauritskade, denk ik aan de eerste man waar ik ooit seks mee had. Het was een Engelse kok met een nauwe voorhuid waarmee ik op een met punch overladen avond in een toilethokje belandde. Dit alles vond plaats op de Franse camping waar ik op mijn achttiende een zomer lang werkte.

“nu hij achter me aan liep, irriteerde alles me ineens hogelijk”

Seks is trouwens een groot woord voor dat dronken geklungel, ik vond het eigenlijk vooral onprettig. De volgende dag probeerde ik het maar snel te vergeten, terwijl de kok me begon te volgen over de hele camping. Zodra ik even alleen was, kwam hij de receptie binnen om een praatje te maken. Gek hoe ik hem de avond tevoren nog innemend had gevonden – toen mijn oog op hem was gevallen, vertelde hij een oergeestig verhaal aan een tafel vol schaterende mensen. Hij had iets charismatisch en bevrijdends gehad – hij was de eerste homo in mijn leven aan wie je het schaamteloos kon zien. Dit was ik niet gewend – ik was zelf nog maar schoorvoetend uit de kast als ‘biseksueel’ en wilde maar één ding: zo normaal mogelijk zijn.

Nu hij achter me aan liep, irriteerde alles me ineens hogelijk. Zijn spijkerjack, zijn bejaarde leeftijd van bijna dertig, zijn schaterlach. Zijn toespelingen en schuine grappen bevestigden me bovendien in mijn vooroordeel over homo’s: hij was oversekst.

Ik kon zijn toenaderingen dan ook niet anders zien dan als pogingen mij het bed in te krijgen. Als we met een groep waren, voelde ik zijn ogen op me branden. Elk moment dat we even alleen waren, dook hij op me om een grapje te maken en contact te zoeken. Op een nacht in een lokale discotheek kwam ik van de wc af toen hij in de hal stond te dralen. Er was niemand in de buurt. Hij talmde wat en zei toen dat hij me leuk vond: ‘I think I really like you...’

“‘i don't like you’, zei ik uit mijn tenen. ‘you are a creep’”

Het is gek dat ik nooit meer aan deze situatie heb gedacht, maar staande op de Mauritskade voor het stoplicht, herinner ik me ineens met een schok wat ik hierop antwoordde. ‘I don’t like you’, zei ik uit mijn tenen. ‘You are a creep.’

Pas nu, twintig jaar later, zie ik voor mijn geestesoog goed hoe zijn gezicht hierop ineen kruimelde. Pas nu herinner ik me weer dat hij daarna een paar dagen niet op de camping was verschenen. Pas nu realiseer ik me: misschien meende hij het wel, misschien vond hij me wel gewoon echt leuk!

Een paar fietsers kijken om, om te kijken wie er in godsnaam 'huuuh!' staat te roepen. Terwijl het stoplicht op groen springt en iedereen langzaam weer in beweging komt, vraag ik me af wat ik nou eigenlijk zo vreselijk aan hem vond dat ik hem zo onmenselijk hard van me af moest duwen. 

Waarschijnlijk was dat simpelweg omdat hij homo was. Hij was homoseksueler dan waar ik tegen kon, toen.

Beeld: Celso de Sanders / Grooming: Emma Blok

Powered by Labrador CMS