Column Peter van der Wal
"Ik heb nu mijn eigen gezin om voor te zorgen"
Columnist Peter gaat een nieuw hoofdstuk van zijn leven in: hij zei 'Ja' tegen zijn vriend. “Toen ik uit de kast kwam, zei ik ‘Ja’ tegen een leven waarin niemand mij uitsluit. Nu zeg ik ‘Ja’ tegen mijn vriend.”
Ik schrijf eigenlijk altijd over de struggles die ik ervaar door mijn strenggelovige verleden in combinatie met queer zijn. Daar zal ik altijd mijn stem over laten horen, maar het is tijd een nieuw hoofdstuk aan te snijden. Dat hoofdstuk kreeg een duidelijke vorm toen ik samen met mijn vriend een aantal weken geleden het Ja-woord uitsprak.
Ik leerde mijn vriend drie jaar geleden kennen en sinds een jaar wonen we samen in Amsterdam. Op dit moment wonen we nog in een te dure woning ter grootte van een postzegel, maar we zijn ons aan het oriënteren om een huis te kopen in deze prachtige stad. Ambitieus, toch?
Mijn vriend heeft mijn verleden nooit meegemaakt en mijn orthodoxe ouders niet ontmoet, maar hij ziet wel de littekens die ik bij me draag, de tranen die af en toe vloeien en de pijn die soms nog voelbaar is. Ik merk door de tijd dat mijn aandacht inmiddels verschoven is. Komt dat door de tijd? Of doordat ik ouder word? Of wen ik aan een leven zonder ouders?
Met een stukgelopen relatie ga je ook niet door.
Misschien komt het wel omdat ik me besef dat ik mijn energie beter kan steken in zaken die er voor mij toe doen en personen die waardevol zijn in mijn leven. Een terminale patiënt die is opgegeven ga je ook niet meer behandelen met medicijnen en nare therapieën. Die probeer je een laatste beetje comfort te geven en te laten ‘genieten’ van de tijd die hij of zij nog heeft.
Of denk aan een relatie die over ging omdat de liefde er niet meer was. Daar stop je ook mee en zo zie ik de relatie met mijn ouders ook: We hebben het een tijd geprobeerd met elkaar, de relatie werd ziek en was beter elkaar met rust te laten. Zo voorkom je stressvolle situaties en littekens die opnieuw opengereten worden.
Maar één ding moest er nog geregeld worden: wat als er iets met mij zou gebeuren? Het is niet leuk om over na te denken, maar wel belangrijk. Misschien ben ik daar zo bewust mee bezig door mijn gelovige opvoeding of de dingen die ik heb gezien tijdens mijn werk als verpleegkundige. Het kan ook komen door mijn soms zwaarmoedige karakter of omdat ik nu reëler naar het leven kijk.
Er moest nog één ding geregeld worden…
Eigenlijk is het heel simpel: als ik er niet meer ben, dan wil ik niet dat bepaalde verantwoordelijkheden of beslissingen bij mijn familie komen te liggen. Geloof mij nou maar, dan wordt het geen mooi afscheid met muziek en dans, maar krijgen mijn vrienden droge cake met koffie en een zware preek over mijn zondige- en verdorven leven. Wat er dan gezegd wordt? Dat het jammer is dat ik geen 'Ja' heb gezegd tegen God.
Toen ik uit de kast kwam, zei ik ‘Ja’ tegen een leven waarin niemand mij uit zou sluiten. Elke dag besef ik hoe mooi het leven is waarvoor ik heb gekozen. Toen ik ‘Ja’ zei tegen mijn vriend, op een van de belangrijkste vragen van mijn leven, werd het nog mooier. Ik besefte het vooraf nog niet zo goed, maar door die twee letters uit te spreken terwijl ik mijn vriend aankeek, voelde ik dat ik de juiste keuzes heb gemaakt.
In die ‘Ja’ voelde ik dat ik nu mijn 'eigen gezin' heb om voor te zorgen. Met zijn ouders als mijn vader en moeder en mijn hechte vriendschappen als familie om ons heen.
Coverbeeld: Peter van der Wal