“Ik leer tegen­woordig meer van een interieurblad dan van de nieuwe Vogue”

Na een wervelende introductie in Shanghai, komt Mart Visser Interior nu ook naar Nederland. Dat de couturier geen opleiding als meubelontwerper achter de rug heeft, is geen obstakel: “Ik ben thuis begonnen met het opmeten van mijn eigen bank.”

Als Mart Visser in Shownieuws of Op1 wordt besproken, staat er waarschijnlijk modeontwerper onder zijn naam. Dat klopt niet meer. Mart maakt kunst, ontwerpt sieraden, vloerkleden en gordijnen en hij voegt nu een flinke interior-lijn toe aan zijn palmares.

Jij ontwierp al eens vloerkleden, gordijnen en een stoel van Prominent. En nu dus een hele meubellijn?
“Dat is als volgt gegaan: de fabrikant van de karpetten zag mijn kunst en vroeg aan mij: zou het niet geweldig zijn als jij ook eens een vloerkleed zou ontwerpen? Dat heb ik gedaan en zo kwam ik in contact met een producent van gordijnen. En vervolgens zijn meubels wel the next step. Asiades, een Nederlands familiebedrijf met Chinese vestigingen, wilde eigenlijk dat ik nieuwe stofferingen voor hun bestaande meubels zou maken. Na een lang gesprek, reed ik naar huis en wist ik het: waarom presenteer ik niet een gehele collectie? Dat weekend ben ik meteen gaan tekenen. Maar ik ben natuurlijk geen ervaren meubelontwerper, dus ben ik eerst gaan kijken hoe mijn eigen bank in elkaar zit. En hoe hoog een statafel eigenlijk moet zijn. Ik ben er écht ingedoken. Daarna heb ik handmatig schetsen gemaakt en een collectie van vijftig items gepresenteerd. Ik leer tegenwoordig meer van een interieurblad dan van de nieuwe Vogue.”

“Ik wilde echt een hele collectie maken”

En die zijn alle vijftig door de ballotage gekomen?
“Ik wilde echt een hele collectie maken. ‘Welkom in mijn wereld’. Ik kom weleens bevriende ontwerpers tegen die dan een stoel en een bank maken. Maar ik had grotere plannen. En Asiades heeft eigen fabrieken en kan allerlei materialen produceren. Tijdens de ontwerpfase doe je natuurlijk weleens een model weg en dan komt er weer eentje bij. Of een item heeft een andere stoffering nodig. Soms zie je een prototype en denk je: nee, toch maar niet doen. En de ervaring van de fabrikant helpt ook – ik had een lange bank getekend maar die paste helemaal niet in een container. Dat is dan niet handig. Of een stoel die we iets groter gemaakt hebben zodat het bijna een love seat is geworden.”

Dat is de ‘gender’. Hoe bedenk je de namen van de items?
“Het Nederlandse aandeel in de verkoop van Asiades is slechts vijf procent. De collectie wordt wereldwijd verkocht, vaak ook aan hotels. Vandaar dit soort generieke namen – met dit meubelstuk doe ik geen gender-uitspraak hoor, haha. Ik presenteerde de prototypes op de beurs in Shanghai – daar zag ik mensen met iPads om hun nek lopen. Die filmden dan wat ze in mijn stand zagen en zonden dat met een livestream door aan hun opdrachtgevers – die konden zelf niet komen vanwege het reisverbod. Ingenieus, hè? Inmiddels staan bijvoorbeeld mijn poefen in een Pullman-hotel in Chili en een ander hotel heeft The Emerald Island [een ronde bank die uit vier kwarten bestaat – red.] midden in de lobby gezet, maar ook een halve aan de zijkant en nog een kwart in de hoek. The Emerald Island is echt de gele broek in je collectie waar je de aandacht mee krijgt om ook de zwarte broeken mee te kunnen verkopen.”

Die ‘zwarte broeken’, dat zijn nu: stoelen en tafels?
“Dat zijn meestal wel de bestverkochte meubels. Dus daar heb ik de meeste variaties van gemaakt. Bijvoorbeeld kleine, hotelachtige salonstoeltjes, die je kunt draaien. Vaak ook met een retro touch; dat is nu toch wel de zeitgeist. Een bank is voor veel mensen een grote aanschaf. Mensen blijven lang op een bank zitten. Letterlijk.”

Ondervind jij zakelijke terugval door Covid-19?
“De karpetten en gordijnen zijn nauwelijks aan te slepen. En ook met mijn kunst gaat het goed. Mijn werk wordt nu ook al aangekocht door musea. En op mijn headquarters in Amsterdam ontvang ik nu groepen dames die ook weleens zonder mondmaskers willen shoppen: ik heb daar goede ventilatie, het waait er lekker door en het is groot genoeg om voldoende afstand te kunnen houden. Van 15 september tot 15 november gooi ik de deuren open voor iedereen! Een enorme pop-up-store: House of Mart. Daar kun je dan een combinatie van interior design en mijn couture gaan zien. Samen met enkele grote sculpturen die ik hier speciaal voor heb ontworpen. Iedereen kan dan van dichtbij meemaken dat het allemaal met elkaar samenhangt.”

Maar als de dames dan in jouw couture op een bank van je gaan zitten, zie je ze door de camouflage misschien niet meer?
“Hahaha, nou, zó ton sur ton is ’t gelukkig ook niet…”

Wil je naar de House of Mart? Maak dan een afspraak op www.martvisser-interior.nl.