column
“Ik vroeg wat zijn favoriete dier was, hij wees naar een zenuwachtig loopvogeltje”
Johan Goossens over een bijzondere ontmoeting in de gaysauna
Een bijzondere ontmoeting in de gaysauna voor Winq-columnist Johan Goossens. “Met een strak, gespannen gezicht vertelde hij dat hij 23 was, uit Ivoorkust kwam, en dat hij gevlucht was omdat hij homo is.”
Ik ontmoette Moussa een jaar of vier geleden, toen ik rond middernacht gaysauna NZ verliet. Met een klein woordenboekje stond hij bij de ingang en probeerde een medewerker door het glas heen zijn levensverhaal te vertellen. Ik bood aan zijn Frans te vertalen en voor ik het wist stonden we allebei buiten – het personeel had het druk zat. Met een strak, gespannen gezicht vertelde hij dat hij 23 was, uit Ivoorkust kwam, en dat hij gevlucht was omdat hij homo is. Het was winter en hij bibberde in een dun T-shirt, terwijl ik op mijn mobiel ‘asiel aanvragen’ googelde.
“ik kreeg de papieren rompslomp mee, het gedoe met advocaten, de deadlines die niet gehaald werden door de ind”
Ik liep met hem mee naar Amsterdam Centraal, waar we op de politiepost te horen kregen dat hij de volgende ochtend een kaartje kon halen naar Ter Apel. Ik vroeg of hij honger had en na het eten van een stuk kip bij de Febo vroeg ik of hij ergens kon slapen. Had hij geld voor een hotel? Hij zei dat hij drie euro had, dus bood ik hem mijn bagagedrager aan. Eenmaal in mijn woning stelde hij twee vragen: ‘Waar zijn je ouders?’ en: ‘Ben je christen of moslim?’ Toen ik zei dat ik helemaal niets was, keek hij me niet-begrijpend aan. Hij ging lang douchen en viel daarna in een diepe slaap op de bank.
De volgende ochtend bracht ik hem weer naar het station en de weken erna hielden we contact. Per app kreeg ik mee hoe hij van het ene naar het andere azc werd gesleept, soms wel twee verhuizingen per week. Ik kreeg de papieren rompslomp mee, het gedoe met advocaten, de deadlines die niet gehaald werden door de IND. Een paar keer kwam hij naar Amsterdam en probeerden we de zinnen te verzetten, maar zijn gezicht bleef strak, zijn blik gespannen en zijn stem fluisterzacht. We gingen naar Artis en ik vroeg wat zijn favoriete dier was, de leeuw, de olifant? Hij wees uiteindelijk naar een zenuwachtig loopvogeltje ergens in een hoek, met kleine paarse veertjes dansend op zijn kop. Van alle dieren vond hij deze het mooist – een klein, fragiel diertje dat elk moment vertrapt leek te kunnen worden. ‘C’est beau…’ zei hij, ademloos starend.
Uiteindelijk kreeg ik het trieste bericht van zijn advocaat dat hij gedeporteerd was naar Spanje. Hierna hoorde ik jarenlang niets.
Tot ik laatst een Facebook-berichtje kreeg. Hij was in Amsterdam en wilde me ontmoeten. In een bar in Oost kwam een heel andere Moussa binnen. Met een lach van oor tot oor vertelde hij dat hij in Madrid woonde, dat hij kok was in een Spaans restaurant. Hij had een vriend, een Spanjaard, en zelfs… hij liet vol trots een verblijfsvergunning zien.
De metamorfose was compleet, en het ontroerde me te zien wie er nu tegenover me zat. ‘Dankzij Spanje’, zei hij. Wow, dacht ik, zo kan het dus ook.
Beeld: Celso de Sanders / Grooming: Emma Blok