Queer en dakloos

Inez: “Mijn moeder liet duidelijk weten dat ze homoseksualiteit niet accepteert”

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

Slechts een handjevol opvangplekken is in Nederland toegespitst op dak- en thuisloze lhbtq jongeren. Maar aparte aandacht voor die groep is juist hard nodig, stellen onderzoekers en professionals. Vandaag het verhaal van Inez* (21). 

Trigger warning: in dit artikel komen onderwerpen als suïcidaliteit, automutilatie en depressie aan bod. Zie jij het leven niet meer zitten? Praten kan opluchten. Je kan 24/7 anoniem chatten via www.113.nl of bellen met 113 of 0800-0113 (gratis).

“Het is heel fijn om eindelijk mijn eigen plekje te hebben. Hiervoor heb ik in veel onzekere, tijdelijke woonsituaties gezeten. Dakloos ben ik gelukkig nooit geweest, wel thuisloos. Tot ik contact opnam met het buurtteam van mijn wijk, dat me doorverwees naar De Tussenvoorziening. Op mijn negentiende liep ik van huis weg. Ik woonde samen met mijn moeder, met wie ik geen goede relatie had. Ze mishandelde me; eerst fysiek en later – toen ik me kon verweren – emotioneel. Daarnaast was ze heel controlerend. Toen ik borsten en heupen kreeg, mocht ik niet meer naar het zwembad. En als ik vóór acht uur ’s avonds niet binnen was, draaide ze de deur op slot. Daar was geen aanleiding voor; een rebelse puber was ik niet.

Ondertussen worstelde ik met mijn seksualiteit. Op mijn dertiende werd ik verliefd op mijn beste vriendin. Dat hoort niet, dacht ik. Ik ben islamitisch en kende geen andere homoseksuele moslims. Ik probeerde het weg te bidden en ging met een jongen daten. Als ik met hem was, dacht ik aan haar. Dit alles had zijn weerslag op mijn mentale gezondheid. Dat begon met fysieke klachten: haaruitval, buikpijn. Later werd ik suïcidaal en begon ik met automutilatie. 

Inez
Inez

Via de huisarts kwam ik bij een psycholoog terecht. Daar ging ik stiekem heen; mijn moeder mocht het niet weten, omdat praten over mentale klachten taboe is in onze cultuur. Dat ik op vrouwen val, weet ze ook niet. Inmiddels ben ik daar zelf comfortabel mee, maar ik ben nog niet bij iedereen uit de kast. Mijn moeder en ik hebben nu weer goed contact, maar er gaat een moment komen waarop ik haar vertel dat ik lesbisch ben. Ze heeft wel een vermoeden denk ik; ze vond een keer een tekening die ik had gemaakt van twee zoenende vrouwen. Toen heeft ze duidelijk laten weten dat ze homoseksualiteit niet accepteert.

Gelukkig snap ik nu dat ik niet de enige queer moslima ben. Ik heb een tijdje getwijfeld aan mijn geloof, maar ben nog altijd religieus. Dit is iets tussen mij en God. Wat anderen daarvan vinden, mogen zij weten. Mijn verblijf in het lhbtq-pand is tijdelijk. Ik zit in het tweede jaar van mijn hbo-opleiding en wil hierna naar de universiteit, dus hopelijk kan ik straks terecht in een studentenwoning.”

Beeld: Chris & Marjan

* de echte naam van Inez is bekend bij de redactie

Powered by Labrador CMS