Interview
Jolanda van der Lee: "Volgens deze 19e-eeuwers had God geen problemen met hun seksuele gedrag"
Over haar boek In Zijn ogen geen zondaar
In Zijn ogen geen zondaar is een boek dat gaat over 19e-eeuwse homoseksuele en transgender personen en hun relatie met God. Jolanda van der Lee is de schrijver van het boek. In een interview geeft ze alvast een inkijkje in hetgeen zij tegenkwam in haar onderzoek.
Ze deed eerder kort verslag van deelonderzoeken in Religie en samenleving (2016) en in het Jaarboek voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme (2019). Maar in dit interview vertelt ze over haar laatste publicatie, In Zijn ogen geen zondaar.
De ondertitel van het boek luidt: Negentiende-eeuwse homoseksuele en transgender personen en hun relatie met God. Waar is het idee voor je boek vandaan gekomen?
“Het onderwerp geloof en wat ik dan maar even samenvattend lgbt+ noem, is eigenlijk altijd wel in het nieuws. De ene keer omdat de paus een opmerking maakt die vernieuwend lijkt en dan weer omdat hij iets tegenovergestelds zegt. We hebben de herrie gezien over de Nashvilleverklaring van orthodoxe christenen waarin ‘een homoseksuele of transgenderidentiteit’ zwaar veroordeeld wordt uit naam van God, maar ook de ophef over de vriendenwervingscampagne van de Remonstranten met de slogan: ‘Mijn God trouwt ook homo’s’. Oftewel: de combinatie geloof en lgbt+ was en is vaak voer voor discussie."
Er zijn dus nog steeds omgevingen waarin lgbt+’ers niet geaccepteerd worden. Dat komt niet altijd voort uit geloofsoverwegingen, maar vaak wel
"Afgelopen jaar was er het gedoe over verklaringen van christelijke scholen die van ouders vroegen afstand te nemen van ‘de homoseksuele levensstijl’. En dan zwijg ik nog - nou ja, dus eigenlijk niet - over de recente berichten over het gedwongen uit de kast laten komen van jongeren op christelijke scholen en over ‘homogenezingstherapieën’. Er zijn dus nog steeds omgevingen waarin lgbt+’ers niet geaccepteerd worden. Dat komt niet altijd voort uit geloofsoverwegingen, maar vaak wel.
Geregeld zijn er ook getuigenissen van lgbt+’ers over waarom zij wel of geen problemen hebben met hun gelovig zijn. Ik vroeg me af hoe dit in de negentiende eeuw was toen er voor het eerst over seksuele oriëntatie, seksuele identiteit en genderidentiteit geschreven werd al bestonden die termen toen nog niet. Met andere woorden: ik wilde uitzoeken hoe lgbt+’ers van toen dachten over God, geloof en lgbt+.”
Hoe ben je op het spoor gekomen van de personen die je beschrijft?
“Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ging de wetenschap zich bezighouden met wat gezien werd als abnormaal seksueel gedrag zoals de Bijbelse zonde van de sodomie. Toen werden termen als homoseksualiteit en heteroseksualiteit bedacht en kwamen er theorieën zoals die over ‘een mensch met een mannenziel in een vrouwenlichaam’. In medische tijdschriften verschenen artikelen over mensen die toen urningen werden genoemd en waarin wij nu homoseksuele of transgender personen zouden herkennen.
De artsen en psychiaters wisten er heel weinig van en gebruikten de urningen zelf als belangrijkste informatiebron. Ze wilden aan de hand van hun verhalen, ervaringen en persoonskenmerken inzicht krijgen in oorzaken en gevolgen. Zogenaamde patiënten werden geobserveerd en er werd van alles onderzocht. Bijvoorbeeld of urningen beter of slechter tegen drank konden dan anderen en hoe groot iemands wang was wanneer die floot. Niet kunnen fluiten werd namelijk als kenmerk van een urning beschouwd.”
“Die medici namen in hun artikelen ook teksten op die door lgbt+’ers zelf geschreven waren over hun leven. Dat wist ik door werk van eerdere onderzoekers naar lgbt+-geschiedenis. Ik was benieuwd of ik in die teksten ook iets zou kunnen vinden over hoe de urningen zelf dachten over God en geloof. Daarom ben ik die medische tijdschriften en jaarverslagen van gestichten door gaan zoeken. Uiteindelijk bleken er in Nederland tot ongeveer 1900 dus maar van vijf mensen autobiografische teksten gepubliceerd te zijn, maar die waren zo boeiend dat ik besloot er een boekje over te maken.”
Wat zijn de grootste verschillen tussen deze vijf personen?
“Dat is juist zo waanzinnig interessant: ze zijn alle vijf heel verschillend! De een is heel diep gelovig en wil het liefst kuis leven, de ander - een marineofficier - heeft minnaars bij de vleet en schrijft uitgebreid over zijn avonturen met meer dan zeventig mannen in vijf jaar tijd.
Drie van de vijf - een man die tot rabbijn opgeleid werd, een Zwitser die priester zou worden en een arts die in 1870 zichzelf beschrijft als ‘een man (?)’ - zijn heel zeker van zichzelf en optimistisch. Die laatste gebruikt dat vraagteken, omdat hij zichzelf beschouwt zichzelf als ‘een mensch met het lichaam van een man en de ziel van eene vrouw’. Hij is heel relaxt over Gods mening daarover en over de seks die hij heeft met andere mannen. Ook weet hij zeker dat er gelijke rechten voor iedereen zullen zijn rond het jaar 1900.
Er is echter ook het verhaal van een heel sombere, spiritistische onderwijzer die zijn lot ziet als een straf van God voor wat hij in een eerder leven heeft gedaan. Die straf is niet zijn liefde voor andere mannen, maar dat hij nu leeft in een maatschappij die die liefde verbiedt.”
En wat zijn de grootste overeenkomsten?
“Ze weten alle vijf zeker dat ze geboren zijn met hun van de norm afwijkende liefde of verlangens en zijn er - in tegenstelling tot hun onderzoekers - van overtuigd dat ze volkomen normaal en gezond zijn. Ook hebben ze dus geen moeite met seks en stellen ze dat God daar ook zo over zou denken.
De voormalige rabbijn en priester dachten beiden toen ze jong waren zelfs dat het een gunst van God was dat ze op andere jongens vielen. Zo werden ze tijdens hun studie tenminste niet afgeleid door meisjes. Ook leggen die twee aan de hand van hun kennis van de heilige teksten haarfijn uit, dat de seksuele moraal van hun tijd die liefde tussen mannen verbiedt, achterhaald is. Het argument ‘voortplanting’ slaat volgens hen ook nergens op, want ook buiten en in huwelijken wordt ‘ondoelmatig met sperma en eieren omgegaan’.”
Deze verhalen spelen zich af in de 19e eeuw. Zou jij nog eens mogelijkheden willen verkennen om nog verder terug te gaan in de tijd?
“Er is al veel onderzoek gedaan naar die eerdere tijden. Mijn boekje bevat ook de geschiedenis in vogelvlucht van de lgbti+-community door de eeuwen heen. Je kunt er bijvoorbeeld lezen welke ideeën Plato had over het ontstaan van hetero- en homoseksualiteit. Na de Grieken en de Romeinen kwamen de eeuwen met felle vervolgingen uit naam van het christendom. Ook in Nederland werden ‘sodomiters’ opgehangen tot begin negentiende eeuw. Je kunt je voorstellen dat er toen geen autobiografische geschriften gedrukt werden waarin iemand vrij vertelde over lgbt+-gevoelens.”
Ook in Nederland werden ‘sodomiters’ opgehangen tot begin negentiende eeuw
“Dat gebeurde pas toen de wetenschappers zich erover gingen buigen. De meest bijzondere vaststelling van die onderzoekers is in mijn ogen die van een Nederlandse arts die berekende dat er 687.375 variaties bestonden op een schaal die liep van de man die zich tot in het diepste van zijn wezen man voelt tot en met de vrouw die zich volledig vrouw voelt. Dan is de hoeveelheid variaties in onze tijd die vallen onder afkortingen als lgbt+- en zich tussen die twee zelfde polen bevinden dus maar klein.”
Wat is volgens jou de belangrijkste conclusie als je deze vijf verhalen samenvat?
“De belangrijkste conclusie is, dat de vijf er zeker van zijn dat God geen problemen heeft met hen of met hun seksuele gedrag. Het is hun omgeving die dat heeft. De een lijdt daar veel sterker onder dan de ander, maar ze zijn het eens over Gods oordeel: ze weten zeker dat ze in Zijn ogen geen zondaar zijn.
Wat ik het opmerkelijkste vind, is dat de negentiende-eeuwse vragen over lgbt+, God en geloof in feite dezelfde zijn als die vandaag nog steeds gesteld worden, maar dat je nu best vaak gelovige lgbt+’ers hoort die twijfelen aan Gods oordeel over hen. Ik had niet verwacht dat negentiende-eeuwers daar zo anders over zouden denken. Misschien, dat mijn boekje ertoe bij kan dragen dat meer gelovige mensen van nu de zekerheid gaan delen van de arts die in 1870 schreef: ‘wij Urningen zijn er nu eenmaal. Waarom? Ik weet het niet; God weet het, die alles schiep, ook ons’.”
Over het boek In Zijn ogen geen zondaar
ISBN 9789463725552 | 120 pagina’s
Paperback € 19,99 | E-book € 9,99
In Zijn ogen geen zondaar is verkrijgbaar bij elke boekhandel en webwinkel, zoals bijvoorbeeld bij Libris.nl.