gastcolumn
“Juni herinnert me aan de regenboog in mij”
Rocher over Pride Month en Indian History Month
Juni, internationaal bekend als de Pride-maand, kreeg voor gastcolumnist Rocher Koendjbiharie recentelijk extra betekenis. “Via Indian History Month leerde ik ook het Hindostaanse in mij te accepteren.”
Juni is een belangrijke maand voor mij. Internationaal staat juni vooral bekend als de Pride-maand. Hiermee wordt de Stonewall Uprising herdacht, een kantelpunt in de strijd voor onze rechten. Tijdens die opstand in 1969 kwam de lhbtqia+ gemeenschap in New York in verzet tegen systematische onderdrukking. Deze protesten ontketenden een internationale Pride-beweging die in Nederland resulteerde in Roze Zaterdag.
Enkele jaren geleden werd deze maand nóg belangrijker voor mij. Ik ontdekte dat juni in Nederland tevens in het teken staat van Indian History Month. Geïnspireerd door het initiatief Black History Month lanceerde het Sarnámihuis [een online community voor de Hindostaanse identiteit – red.] in 2015 de eerste editie, waarmee zij de Hindostaanse geschiedenis extra zichtbaar willen maken.
Indian History Month wordt al acht jaar gevierd, maar tot een aantal jaar geleden stond ik hier nooit bij stil. Toen ik me afvroeg waarom, bleef het even stil in mijn gedachten. Ik wist het antwoord wel, maar het was lichtelijk confronterend. Uitwissing.
Dat we in juni Pride vieren, ligt me nauw aan het hart, maar mijn Hindostaanse identiteit wiste ik jarenlang uit. Mijn moeder is wit-Nederlands en mijn vader is Hindostaans. Twee culturen en twee etniciteiten komen samen in mij – nog los van mijn seksuele oriëntatie, die anders is dan die van mijn beide ouders. Bijna dertig jaar lang zocht ik naar een balans tussen deze identiteiten. De balans die ik uiteindelijk dacht te hebben gevonden, bleek wankel, want er was geen eerlijke verdeling.
“we groeien (onbewust) op met het idee dat er een juiste huidskleur en een juiste seksualiteit bestaan”
Door de afkeer van vreemdelingen in dit land, van alles wat niet wit is, klampte ik me vast aan het witte in mij. Maar ik was nooit wit, ben niet wit en zal dat ook nooit zijn. Niet binnen onze eigen gemeenschap, niet in Nederland. Homofobie weiger ik tegemoet te komen en dat zou ook moeten gelden voor wit superioriteitsdenken. Hoewel we (onbewust) opgroeien met het idee dat er een juiste huidskleur en een juiste seksualiteit bestaan, weet ik al veel langer dat dit niet zo is.
Daarom zocht ik de afgelopen jaren meer liefde voor mijn goudbruine huid en alles wat daarbij komt kijken, net zoals ik dat doe voor mijn queerness. Dat was niet altijd eenvoudig: soms botste die zoektocht met plekken en personen in onze gemeenschap waar ik een band mee had opgebouwd tijdens het omarmen van mijn queerness.
De zoektocht naar liefde voor het Hindostaanse in mij, leidde niet automatisch tot een volledige omarming daarvan. Binnen de Hindostaanse gemeenschap ervoer ik uitsluiting: enerzijds omdat ik niet volbloed Hindostaans ben, anderzijds omdat ik queer ben. Binnen de Nederlandse queergemeenschap was alles juist lang heel erg wit.
“het verhaal van mijn voorouders bracht me in contact met stukjes van mezelf die ik had weggeduwd”
Pas in de afgelopen drie jaar ben ik via Indian History Month mijn Hindostaanse identiteit gaan accepteren. Ik ontdekte hoe mijn voorouders hebben geleden onder de nalatenschap van de slavernij in Suriname, onder de noemer van ‘contractarbeid’. Het verhaal en de levens van mijn voorouders brachten me in contact met onderdelen van mijn identiteit die ik had weggeduwd, stukjes van mezelf die ik moest leren in al mijn eigenheid ruimte te geven, waar de wereld daarin tekortschiet.
Toch bleef de acceptatie van mijn Hindostaanse identiteit wringen met die van mijn queer identiteit. Tot welke groep behoor je als je je nergens genoeg voelt? Ik was niet wit genoeg, niet Hindostaans genoeg, niet queer genoeg, niet normaal genoeg.
Zoveel identiteiten kruisen en overlappen elkaar in mij. Samen vormen ze een regenboog die soms geen plek lijkt te hebben tussen de monotonie die heerst in de diverse gemeenschappen waar ik deel van uitmaak.
Juni is een belangrijke maand voor mij. Niet vanwege al die verschillende vieringen, maar omdat deze maand me er elk jaar aan herinnert aan hoe complex en multidimensionaal ik ben. Juni herinnert me aan de prachtige regenboog die in mij schuilt.
Beeld: Kevita Junior