Leven van gays in vooroorlogs Amsterdam: politie viel kroegen binnen of betrapte mannen in urinoir
Werd je met een andere man betrapt in een urinoir, dan kon je zomaar drie maanden in de cel belanden. Tijmen van Voorthuizen deed onderzoek naar het leven van homo’s in Amsterdam en zijn scriptie ‘Niet onze omgeving maakt ons homoseksueel’ heeft hij gisteravond een prijs gekregen.
Tijmen van Voorthuizen heeft gisteravond de jaarlijkse Volkskrant-IISG-Scriptieprijs gewonnen voor zijn scriptie over het leven van homo’s in vooroorlogs Amsterdam. Voor zijn onderzoek putte de geschiedenisstudent uit biografieën en politierapporten. Dit leidde tot zijn afstudeerscriptie ‘Niet onze omgeving maakt ons homoseksueel’.
niet gelijk voor de wet
Van Voorthuizen onderzocht de periode van 1890 tot 1940. Aan de Volkskrant vertelt hij: “Homo zijn was zeker niet iets waar je openlijk voor uitkwam. Juridisch gezien speelde wetsartikel 248bis, ingevoerd in het jaar 1911, een belangrijke rol.” In dat wetsartikel ging de leeftijdsgrens voor relaties met mensen van hetzelfde geslacht naar 21 jaar, terwijl de leeftijd voor heteroseksuele relaties 16 jaar bleef. “Vanaf dat moment waren homoseksuelen en heteroseksuelen niet meer gelijk voor de wet. Dat werd pas in 1971 afgeschaft.”
In zijn scriptie schetst Van Voorthuizen een beeld waarbij de politie regelmatig kroegen en andere ontmoetingsplaatsen binnen op verdenking van aanzet tot ontucht. Thuis afspreken konden eigenlijk alleen rijke homo’s zich veroorloven, de rest week uit naar de kroeg of een urinoir. Daar werden ze door agenten van een afstand in de gaten gehouden.
betrapt in urinoir
Van Voorthuizen noemt als voorbeeld een zekere Johannes Visser, een 23-jarige bewoner van de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, die op heterdaad betrapt werd in zo’n urinoir. Hij kreeg drie maanden celstraf vanwege ‘openbare schennis der eerbaarheid’, omdat hij in dat urinoir vertoefde met een oudere koopman.
Hij werd gearresteerd op het Jonas Daniël Meijerplein, ene flinke afstand van zijn huis. “Dat hij het contact niet dichter bij huis opzocht, kwam hoogstwaarschijnlijk omdat daar te weinig ruimte en privacy was. Verschillen in vermogen en status bepaalden in die tijd de mogelijkhede op het gebied van seksuele ervaringen.”
tijdschrift wij
Naast het verhaal van Johan Visser maakte ook dat van Johan Ellenberger indruk op Van Voorthuizen. Die richtte in 1932 het tijdschrift Wij op, dat gericht was op homo-emancipatie. ‘Zijn teksten waren strijdvaardig maar beschaafd. Wij verscheen slechts een keer en is daarna opgedoekt als gevolg van een politie-inval. Toch vormde dat tijdschrift een mijlpaal in de Nederlandse homo-emancipatie.”