Column

Lhbtq-predikant Wielie Elhorst: "Kerken, spreek je uit tegen conversietherapie"

Volgens lhbtq-predikant Wielie Elhorst ligt de bal hoofdzakelijk bij kerken

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

Vorige week besloot de overheid zogeheten ‘conversietherapie’ voorlopig niet te verbieden. Een betreurenswaardig besluit, vindt lhbtq-predikant Wielie Elhorst, die vooral hoopt dat kerken zelf het voortouw gaan nemen in deze kwestie. “Hoe minder ruimte voor deze praktijken, hoe beter.”

Ik heb het boekje ook in de kast staan: Ik ben niet meer zo van Johan van der Sluis. Van der Sluis publiceerde het in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De kernboodschap – de titel verraadt het al – hij was homo, maar is dat nu niet meer. Hoe dat kan? Tot bekering gekomen.

Uit de jaren tachtig herinner ik me beelden bij de EO van Raphael Creemers, ook een ‘ex-homo’. Hij werd als trofee opgevoerd. Zie je wel, je kunt van je homoseksualiteit afkomen, als je maar gelooft. Creemers had een opvang in Arnemuiden en later in Hellendoorn, waar hij mensen therapie aanbod die hen van hun zogenaamd zondige seksuele oriëntatie af kon helpen. Veertien jaar geleden publiceerde Creemers zijn autobiografie, Rammelend van de huidhonger, waarin hij vertelde – goddank – zijn homoseksualiteit toch te hebben omarmd. Ook de EO is inmiddels behoorlijk bijgedraaid.

Wat wij nu ‘conversietherapie’ noemen, bestaat in Nederland al lang. Het was nooit omvangrijk, ook nu niet, maar raakte hier eindelijk in opspraak toen het nieuws ons bereikte van soortgelijke praktijken in de Verenigde Staten. Vorig jaar drong een meerderheid van de Tweede Kamer aan op een verbod. En terecht.

“Alle praktijken die mensen ertoe aanzetten hun seksuele en genderidentiteit te genezen, zijn wreed”

Vorige week bleek helaas uit een brief van de overheid aan de Tweede Kamer dat deze de motie niet over zou nemen: voorlopig komt er geen verbod op ‘conversietherapie’. Ik vind dat betreurenswaardig. Alle praktijken die mensen ertoe aanzetten hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit te genezen, veranderen, of beheersen zijn wreed. Die wreedheid zou geen plaats mogen hebben in ons land – of waar dan ook.

Ik snap de boosheid bij dit besluit, bovenal van mensen die ooit in aanraking kwamen met deze kwalijke praktijken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er wel reeds wettelijke mogelijkheden bestaan deze kwakzalverij aan te pakken. De overheid wijst daarop in haar brief. Daarbij gaat het in ons land, zoals ik al aangaf, om een beperkt aantal aanbieders. Bureau Beke en Ateno, dat in opdracht van de overheid onderzoek deed naar ‘homogenezingstherapieën’, wist vijftien organisaties en personen aan te wijzen die zich met dergelijke praktijken bezighielden. Moet je daar een nieuwe wet voor optuigen, terwijl de wettelijke middelen om het aan te pakken er feitelijk al zijn? Die vraag naar proportionaliteit mag je mijns inziens best stellen. Toch vind ik per saldo dat het verbod er zou moeten komen. Er mag geen enkele twijfel over bestaan dat het wreed en strafbaar is de seksuele oriëntatie of genderidentiteit van mensen aan te vechten.

“Vanwege de scheiding van kerk en staat kunnen kerkelijke ‘genezingspraktijken’ niet worden verboden”

Tijdens het onderzoek van Beke en Ateno bleek dat het niet eenvoudig is ‘conversietherapie’ te definiëren en lokaliseren. Een therapie is een behandelwijze die aan bepaalde criteria voldoet en die door onafhankelijke organisaties wordt aangeboden. In de strikte zin van het woord kan een kerkelijke praktijk dus geen therapie genoemd worden. Maar hoe zit het dan met bijvoorbeeld handopleggingen in het kader van een kerkdienst, waarbij God gesmeekt wordt iemands homoseksualiteit weg te nemen? Vanwege de scheiding van kerk en staat kan zo’n handeling niet verboden worden, terwijl deze net zo wreed is en misschien wel vaker voorkomt dan ‘conversietherapie’ in strikte zin. Wat mij betreft is er dus vooral werk aan de winkel voor kerken, christelijke organisaties en andere geloofsgemeenschappen en levensbeschouwingen die dergelijke praktijken kennen.

Zo’n tien jaar geleden besloot mijn kerk, de Protestantse Kerk, het instrument van de VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) in te voeren en voor medewerkers verplicht te stellen. Deze kerk kende destijds al een tuchtsysteem voor ongewenst gedrag. Deze extra stap was dus niet nodig of verplicht – wederom, vanwege de scheiding tussen kerk en staat –, maar in dit geval toonde de kerk maatschappelijke verantwoordelijkheid.

“Mijn oproep aan kerken: zorg dat elke vorm van ‘conversie’ wordt uitgebannen”

Ik begrijp niet dat geen enkel kerkgenootschap – ook niet dat van mij – in het maatschappelijke debat rond conversietherapie het voortouw neemt. Tien jaar geleden tekenden zeventien Nederlandse kerkgenootschappen de ‘Verklaring tegen geweld tegen homo’s’. Op 17 mei jongstleden, de Internationale Dag tegen Homo- en Transfobie, werd deze nog eens publiekelijk onderstreept. Hoog tijd dus deze kwestie handen en voeten te geven. Mijn oproep aan Nederlandse kerken: hou de eer aan jezelf en zorg ervoor dat elke vorm van ‘conversie’ wordt uitgebannen. Werk daadwerkelijk aan veilige gemeenschappen. Dan hoef je niet door de overheid in verlegenheid gebracht te worden.

Gelukkig verzetten D66, VVD, PvdA en GroenLinks zich tegen het besluit van het demissionaire kabinet ‘conversietherapie’ voorlopig niet te verbieden. Zij werken momenteel aan een eigen wetsvoorstel. Hoe minder ruimte voor deze praktijk, hoe beter. Een verbod zou voor kerken, geloofsgemeenschappen en christelijke organisaties nog een reden zijn zich achter de oren te krabben, ook als zij ‘conversie’ níét voorstaan. Als de ‘conversie’ die echt nodig is, die van kerken, niet van harte gaat, dan maar afgedwongen. Ik hoop dat alle kerken en geloofsgemeenschappen op een dag om de juiste reden kunnen zeggen: wij zijn niet meer zo.

Lees hier de andere columns van Wielie Elhorst.

Beeld: Peter van der Wal

Powered by Labrador CMS