column
Matthijs neemt afscheid als sekscolumnist
“Dit is het laatste puzzelstukje in mijn reis naar seksuele bevrijding”
Na drie jaar neemt Matthijs van Els afscheid als sekscolumnist van Winq, maar trouwe lezers niet getreurd: er komt een boek. “Mijn columns bleken puzzelstukjes te zijn van een puzzel waarvan ik niet wist dat ik hem aan het leggen was.”
Na drie jaar seksueel lief en leed met jullie gedeeld te hebben, heb ik besloten om te stoppen met mijn column. Lange tijd voelde ik me een weirdo omdat ik dacht de enige te zijn met mijn gedachten, vragen of voorkeuren over liefde, lust en alles ertussenin. Maar door mezelf hardop te bevragen over gevoelige en intieme kwesties in mijn verhalen over onder andere orgasmes, porno, pikgrootte, anale seks, Grindr, kinks, prestatiedruk, rollenspellen, voetfetisj, en mijn eerste bezoek aan een gaysauna, werden mijn ogen geopend. Ik bleek in goed gezelschap.
“door expliciet te ventileren over mijn (seks)leven, ontmoette ik zoveel mensen die door dezelfde worstelingen heengingen”
Deze column begon bij een bepaalde nieuwsgierigheid en noodzaak om mezelf te onderzoeken, begrijpen en bovenal te accepteren. Als jonge gup in Amsterdam had ik geen idee wat ik aan het doen was. Ik klootte maar wat aan en van veel mensen of verschijnselen begreep ik op zijn zachtst gezegd niets. Schrijven werd op een gegeven moment mijn uitlaatklep. Door openhartig en expliciet te ventileren over mijn (seks)leven, ontmoette en sprak ik zoveel mensen die hetzelfde dachten of door dezelfde worstelingen heengingen en uiteindelijk heeft dat ervoor gezorgd dat ik mijn seksuele zelf volledig heb omarmd. Schaamte, angst en onzekerheid maakten langzaam plaats voor trots, vrijheid en zelfvertrouwen.
Onlangs ging Gipsgeheimen in première, een docuserie van BNNVARA waarin acteur en presentator Dook van Dijck in de wereld van de gipsfetisj duikt. Hoewel ik zelf niets voel voor gips, begreep ik de geïnterviewden volkomen toen ze vertelden over de angst en schaamte die ze ervaren tijdens seks en daten. “In de war en ziek zijn ze”, “Pak een touw en zoek een boom, stelletje gestoorden”, las ik in de reacties op Instagram onder een aankondiging van de serie. Slechts één gipsfetisjist kwam herkenbaar in beeld, de rest bleef liever anoniem en na het lezen van zulke reacties snap ik dat maar al te goed. Initiële verontwaardiging is begrijpelijk, we zijn ook maar mensen, maar het wordt kwalijk zodra een dialoog geen kans krijgt en deze ‘bezorgdheid’ klakkeloos overslaat in haat, of erger, doodswensen. Het maakt dat mensen niet (meer) zichzelf durven te zijn – of te vinden – en zogezegd gedwongen worden om discreet en anoniem door het leven te gaan.
Ook ik heb bewust en onbewust kanten van mezelf verscholen omdat ik bang was voor zulke oordelen, afwijzing en uitsluiting. Zeker mijn niet-alledaagse voorkeuren in de slaapkamer hield ik liever voor me. Zowel voor de buitenwereld als voor de potentiële mannen in mijn bed. Zo had ik op datingapps als Grindr vaak een relatief leeg profiel en maakte ik mezelf wijs dat ik dat deed omdat ik niet actief wilde meedoen aan de giftige zoektocht naar oppervlakkigheid, maar in feite durfde ik me alleen zo van een andere kant te laten ‘zien’. Met profielnamen als ‘kinky guy’ sprak ik eerder mannen aan met dezelfde voorkeuren, maar zodra ze me wilden ontmoeten, durfde ik alsnog niet af te spreken. Ze zouden dan immers ook de echte mij leren kennen en daar was ik nog niet klaar voor.
“van knuffelseks tot kinktaferelen, zo lang niemand eronder lijdt, is alles normaal”
Mijn columns bleken puzzelstukjes te zijn van een puzzel waarvan ik niet wist dat ik hem aan het leggen was. Zonder het bewust door te hebben, maakte ik de afgelopen jaren een reis naar seksuele en persoonlijke bevrijding. “Je kunt niet zijn wat je niet ziet”, wordt weleens gezegd en treffender dan dat wordt het niet. We hebben alle verhalen nodig zodat iedereen een verhaal heeft om zich in te herkennen, zowel online als offline. Want naar wie of wat je ook verlangt en of je nu warm wordt van lieve knuffelseks of hardcore kinktaferelen, zo lang niemand er onvrijwillig fysiek of mentaal onder lijdt, is alles normaal.
Ik voel inmiddels in elke vezel van mijn lichaam dat ik niet meer de meute wil en hoef te volgen om goed genoeg te zijn, of om leuk, knap en interessant gevonden te worden. Ik zal nooit stoppen met ontdekken en me hard maken voor een sekspositievere wereld, maar met gepaste trots leg ik bij dezen het laatste stukje van deze puzzel.
'