happy couple
Naar Keulen met Happy Couple Jordi Huirne en Bart Vonk
SBS6-weerman Jordi Huirne (31) en reclameproducent Bart Vonk (29) werden door een heftige gebeurtenis in zes maanden een hecht stel. Winq nam de mannen in een MINI countryman mee naar Keulen en sprak ze over hun relatie.
Jordi: “Bart en ik ontmoetten elkaar op 12 april bij wederzijdse vrienden thuis. Bij de uitnodiging vroegen ze of het oké was als er nog een andere vriend kwam.”
Bart: “Tegen mij zeiden ze precies hetzelfde!”
J: “Ik had van tevoren Barts Instagram bekeken, hij leek me erg aardig. Ik weet nog dat hij op de bank een beetje tegen me aan kwam zitten.”
B: “Dat was jij, hoor! We hadden wel gelijk een klik.”
J: “Oké, ik begon, maar daarna legde jij je hand op mijn been. We hebben een heel gezellige avond gehad. Toen we tegelijkertijd vertrokken, zei ik: ‘Morgen hebben we een date’.”
B: “En ik stribbelde niet tegen. Ik kende Jordi van foto’s en verhalen van wederzijdse vrienden, en had hem al eens gezien tijdens het stappen. Ik wist niet zeker of hij helemaal mijn type was, maar na die eerste ontmoeting was ik verkocht, en is hij niet meer van me afgekomen.”
J: “De volgende dag gingen we ’s ochtends lunchen in Utrecht, en wandelen langs de gracht. Het zonnetje scheen lekker. Later keken we bij Bart thuis nog een serie. Voor ik het wist was het acht uur ’s avonds en moest ik naar huis – voor mijn werk als weerman moet ik om half vijf opstaan.”
B: “Drie dagen na onze eerste date zagen we elkaar weer, en het weekend erop ook. Het ging allemaal best snel. Jordi heeft heel veel energie. Ik ben de rustige van ons twee, maar vind het juist wel gezellig dat hij soms wat chaos met zich meebrengt. Qua energielevel vullen we elkaar goed aan.”
“ik wist niet zeker of hij helemaal mijn type was, maar na die eerste ontmoeting was ik verkocht”
J: “Ik ben heel druk, opvliegerig en impulsief, echt een ADHD’er; in mijn hoofd is het totale chaos. Er zijn mensen die waarschijnlijk helemaal gek van me worden, maar Bart kan dat gelukkig aan. Bij hem kom ik tot rust. Het voelt alsof ik hem al jaren ken, terwijl we pas een kleine zes maanden samen zijn.”
kantjeboord
B: “Een tijdje geleden bleek ik longontsteking te hebben, zonder het te weten. Ik dacht dat ik gewoon een heftige griep had. Jordi bracht me naar de dokter, die zei dat ik lekker moest uitzieken.”
J: “Maar na vijf dagen was hij zó ziek dat ik eerder van mijn werk ben teruggekomen: Bart wilde 112 bellen omdat hij bijna geen adem meer kreeg. Ik ben snel naar huis gereden en trof een hoopje ellende aan. Hij kon niet meer lopen, was heel benauwd en had veel pijn. Ik heb hem opgetild en meegenomen naar mijn huisarts. Die constateerde dat een van zijn longen niet meer werkte. Bart had zuurstof- en vochttekort en was doodziek. Voor ik het wist zat ik huilend in een ambulance, terwijl hij naast me aan een infuus lag.”
B: “Uiteindelijk heb ik bijna drie weken in het ziekenhuis gelegen. We waren nog maar heel kort samen, maar Jordi kwam me twee keer per dag opzoeken – elke dag.”
J: “Bart was bang dat ik ervandoor zou gaan, maar daar heb ik geen seconde over nagedacht.”
B: “Gelukkig is het helemaal goed gekomen, al moet ik van de dokter nog wel even wachten met sporten en alcohol drinken.”
keuvelend door keulen
J: “Na die heftige situatie kwam dit tripje naar Keulen als een geschenk uit de hemel. Vanuit Utrecht was het maar tweeënhalf uur rijden. Onderweg hebben we een korte pitstop gemaakt. We hadden ook in één keer door kunnen rijden, maar het was lekker om even een luchtje te scheppen, de benen te strekken en de MINI bij te laden.”
B: “In Keulen hebben we het Keulse Stadsmuseum bezocht, daar was Jordi niet weg te slaan bij een informatiezuil over een soort watersnoodramp in Keulen, maar dan met ijs.”
J: “Is toch superinteressant? Ergens in de achttiende eeuw was de Rijn helemaal bevroren, maar toen het ging dooien, begon het ijs te breken en stroomde het ijs zo de stad in. Een overstroming dus, maar dan met ijs. Allemaal gebouwen vernield. Daar wilde ik alles over weten.”
“in keulen krijg je steeds een nieuw biertje, tot je een viltje boven op je glas legt. dat had ik niet meteen door”
B: “We zijn ook nog naar een botanische tuin geweest, leuk om te zien wat er nog bloeit in oktober. Een bezoek aan zo’n authentieke Duitse biergarten konden we natuurlijk ook niet overslaan.”
J: “Daar krijg je automatisch een nieuw biertje als je je glas leeg hebt, tot je een bierviltje boven op je glas legt. Dat had ik overigens niet meteen door, dus er werd flink doorgetapt. Ze hadden er ook heerlijke schnitzel.”
lekker vertrouwd
J: “We zijn van plan om samen te gaan wonen. Ik woon nu in Arnhem en Bart in Utrecht. Ik werk daar vlakbij, in Hilversum, daardoor ben ik nu al vier à vijf dagen in de week bij hem. Behalve dat het praktischer is, hebben we het heel gezellig samen. Ik vind het oosten van het land nog steeds leuk, heb echt een band met Gelderland. Het weer is er aangenaam en de natuur zo mooi, maar Utrecht bruist wel wat meer. En Barts vrienden zitten allemaal daar, terwijl de mijne wat meer verspreid over het land wonen.”
B: “We kunnen het ook goed vinden met elkaars familie, al moet ik eerlijk bekennen dat ik het dialect van Jordi’s vader niet altijd even goed kan verstaan. Gelukkig helpt Jordi me een beetje om te vertalen.”
J: “Barts familie is ook erg aardig en gezellig. Echt een warm bad. Zijn vader is half Indonesisch en kan ontzettend lekker koken.”
B: “Ik heb niet eerder iemand ontmoet die zó gepassioneerd is over zijn werk. Ik vind het leuk dat Jordi dat heeft, zeker over het weer, een onderwerp waar iedereen dagelijks over praat. Mensen vragen tegenwoordig zelfs aan mij wat het weer gaat doen. Ook word ik weleens gevraagd of ik me soms zorgen maak over het feit dat Jordi vanwege z’n bekendheid veel berichtjes krijgt op Instagram, maar dat doe ik niet. Ik weet hoe leuk we het hebben samen en dat het helemaal goed zit tussen ons, dus ik vertrouw hem volkomen.”
stralende toekomst
B: “We hebben het weleens gehad over het krijgen van kinderen, maar weten niet zo goed hoe. Misschien met een lesbisch stel?”
J: “Als we met twee moeders een kind op de wereld zouden zetten, kunnen we het ouderschap misschien om de week afwisselen? Dat lijkt me lekker, dan heb je ook nog tijd voor jezelf.”
B: “Ik weet niet of ik m’n kind een hele week zou kunnen missen, hoor!”
J: “Ik denk wel dat ik een leuke papa zou zijn, lekker in de regen door de modder rennen...”
B: “En dan mag ik alles daarna weer schoonmaken zeker?”
J: “Ik denk in ieder geval dat het nooit saai gaat worden bij ons. We hadden te maken met wat donkere wolken toen Bart in het ziekenhuis lag, maar inmiddels schijnt het zonnetje weer. Ik denk dat er zelfs nog een mooie regenboog tevoorschijn komt.”