interview

Nino Wilkes.

Nino Wilkes: “Ik ken veel voetballers die gevoelig zijn, maar in groepsverband lijkt er iets te veranderen”

Langs de lijn

Nino Wilkes.
Leestijd: 3 min

Uit de kast komen in een familie vol profvoetballers kan lastig zijn. Nino Wilkes, kleinzoon van Faas Wilkes en stiefzoon van Patrick Kluivert schreef er het boek Ballenjongen over.

Een kleine les in voetbalgeschiedenis. Faas Wilkes (1923 - 2006) wordt gezien als een van de grootste voetballers van Nederlandse bodem en was een voorbeeld voor Johan Cruijff. Patrick Kluivert speelde voor Ajax en FC Barcelona, en twee van zijn zonen, Justin en Shane, voetballen op hoog niveau. Niet zo gek dus dat er van Nino, kleinzoon van Faas en stiefzoon van Patrick, werd verwacht dat ook hij een groots voetballer zou worden.

Het liep echter anders. “Nino de voetballer...”, zo begint Nino zijn boek Ballenjongen. “Hoewel ik met enige allure over de velden danste, had ik het niet erg naar mijn zin. Ik haatte het geduw en getrek, het almaar op de grond vallen, en vond het vreselijk om vies te worden”. Nu zegt hij met een knipoog: “Er is een voetballer aan mij verloren gegaan.”

Was het lastig om als enige in de familie niet te voetballen? 

“Ik weet nog dat ik als kind in de regen op het veld stond en huilend mijn moeder heb gebeld. ‘Je moet me nu halen’, zei ik tegen haar. ‘Ik ben er zó klaar mee!’ Het was gewoon niks voor mij. Daarna ben ik nooit meer naar een voetbaltraining gegaan, ondanks dat ik er volgens mijn stiefvader wel talent voor had. Voor mijn familie was dat geen probleem. Mijn moeder wist dat ik liever iets met mijn creativiteit wilde doen.”

Waarom moest dit boek geschreven worden? 

“Toen ik vorig jaar uit de kast kwam, kreeg ik veel positieve reacties, maar het viel me op dat bekende voetballers die mij volgen, niet reageerden. Er wordt nagenoeg niets gedaan tegen homofobe spreekkoren op het voetbalveld én er durven nauwelijks voetballers uit de kast te komen. Het contrast als ik voetballers persoonlijk spreek, vind ik heel erg groot. Als ik een-op-een met hen praat op feestjes, vragen ze bijvoorbeeld hoe het met mij gaat en of ik al een vriend heb. Ik ken veel voetballers die gevoelig zijn, maar in groepsverband lijkt er iets te veranderen.”

Tekst gaat door onder de foto

Nino Wilkes.
Nino Wilkes.

Wat is het grootste probleem op het veld? 

“Mijn broertje speelt voor FC Barcelona en ik vroeg of er in zijn team en door zijn trainers wordt gesproken over queer onderwerpen. Dat blijkt niet het geval. Dus terwijl het er zo vaak over gaat in de media, krijgen jonge voetballers er op het veld niets van mee. Dat moet anders. Helemaal omdat er regelmatig homofobe spreekkoren op het veld te horen zijn. Voetballers nemen dan geen actie, terwijl bij racistische spreekkoren hele teams van het veld lopen.” 

Wat moet er gebeuren? 

“Voetballers moeten ook een standpunt innemen als er homofobe dingen worden geroepen. Alleen is het niet goed om die verantwoordelijkheid bij de voetballers zelf neer te leggen; clubs moeten dit in hun regels vastleggen.”

Waarom is dat nu nog niet het geval, denk jij? 

“Omdat er geen regels voor zijn. Iedereen wijst naar elkaar. De KNVB vindt dat voetbalclubs zelf regels moeten opstellen en de voetbalclubs kijken op hun beurt afwachtend naar de KNVB. Ik ben met een kritische blik met hen in gesprek gegaan, maar zij gaan niet ver genoeg. Neem bijvoorbeeld de One Love-band. Tijdens het WK in Qatar is besloten deze band tegen racisme en homofobie niet te dragen, omdat er dan gele kaarten zouden volgen vanuit de FIFA.”

In jouw boek spreek je over voetballers die niet uit de kast durven te komen. Ze zijn er volgens jou dus wel?

Nino lacht. “Zeker. Ik ken twee jongens die in het betaald voetbal zitten en op mannen vallen. Ik ga hen uiteraard niet outen, maar ze zijn er wel degelijk. Ik hoop dat ik met mijn boek bijdraag aan een toekomst waarin mannelijke voetballers geen drempel meer ervaren om uit de kast te komen.”

Waarom durven die twee jongens die je kent dat niet? 

“Het is nogal wat. Alle ogen zijn dan op jou gericht. Zij zouden de eerste Nederlandse profvoetballers zijn die uit de kast komen. Ga dan nog maar eens het veld op, helemaal als je er niet zeker van bent dat je team voor je opkomt als er homofobe dingen worden geroepen. Ik denk dat het enorm helpt als je zeker weet dat je team achter je staat.”

In Ballenjongen deelt Nino Wilkes zijn eigen verhaal over opgroeien in een voetbalfamilie, en gaat hij in gesprek met de KNVB, de John Blankenstein Foundation en oud-profvoetballers. Het boek is te koop op Bol.com.

Powered by Labrador CMS