Ophef over film met homoseksuele jongeren in Marokko: “Hier praten we niet over in het openbaar”
Filmmaker Abdellah Taïa wilde met zijn film Cabo Negro Marokkaanse lhbtiq+-personen een hart onder de riem steken. Deze film gaat over het leven van twee Marokkaanse homoseksuele jongeren. Al voor de vertoning leidde dit tot Kamervragen en een stortvloed aan haatreacties op sociale media.
Wat Abdellah Taïa vooral werd verweten, is dat hij in het Marokkaans-Arabisch openlijk over homoseksualiteit heeft gesproken. De schrijver en filmmaker wilde met de vertoning van zijn film Cabo Negro op een internationaal filmfestival in Marrakech Marokkaanse lhbtiq+-jongeren een hart onder de riem steken.
eenzaamheid
Voorafgaand aan de film hield hij een toespraak. De 51-jarige Taïa begon zijn verklaring met de woorden: “Ik wil niet dat de jonge Marokkaanse homo’s van vandaag dezelfde eenzaamheid doormaken als ik. De liefde die ik nooit heb gekregen, heb ik in deze film gestopt.”
Zijn woorden en de film leidden tot Kamervragen in het Marokkaanse parlement. Ook volgde een stortvloed aan haatreacties op sociale media. Taïa werd vooral verweten dat hij openlijk heeft gesproken over homoseksualiteit in het Marokkaans-Arabisch. De film en de toespraak zouden niet stroken met de islamitische waarden van het land.
verklaring van liefde
Taïa verliet Marokko in 1999, sindsdien woont hij in Parijs. Sinds zijn coming-out in 2006 spreekt hij openlijk over lhbtiq+-gerelateerde zaken in de Marokkaanse media. Hij is ervan geschrokken dat zijn toespraak tot zoveel commotie heeft geleid. “Mijn verklaring was er een van liefde voor de lhbtiq+-gemeenschap”, zei hij, zichtbaar geëmotioneerd.
In Marokko is de ongeschreven regel dat lhbtiq+-personen kunnen leven hoe ze willen, zolang ze dat maar niet in het openbaar doen. Daar komt bij dat seks met iemand van hetzelfde geslacht bestraft kan worden met drie jaar cel.
helpen
Veel mensen vertrekken om die reden uit Marokko, maar Taïa ziet een kentering. “Nu zie ik niet alleen dat de jongeren zich hebben georganiseerd, ze eisen ook hun plek op in de samenleving. Ze dromen niet van een leven in Parijs, Londen of Amsterdam. Het Westen interesseert ze niet. Ze willen hier blijven in het land van hun roots. En we moeten ze daarbij helpen.”
Bron: Nos.nl