Column

Pride-campagnes: op deze manier heeft de lhbtq-gemeenschap er écht iets aan

Chef redactie Martijn Kamphorst over pinkwashing

Leestijd: < 1 min

Soms zetten marketeers doelbewust ‘pinkwashing’ in als roze bliksemafleider, vaker is er bij regenboogmarketing sprake van goedbedoelde argeloosheid, aldus Winq-chef Martijn Kamphorst. Daarom stelde hij deze checklist samen, voor Pride-campagnes waar de lhbtq-gemeenschap écht iets aan heeft.

Klapstoel, koelbox, nog een klapstoel. Met allerlei kampeergerei en een vrolijke vlaggenslinger heeft onze buur een drietal parkeerplekken afgebakend langs de route van de Canal Parade. Voor zijn provisorische barricade ligt een flinke sloep, met daarop een legertje expats dat lekker uit hun plaat gaat op hun eigen playlist. Mijn vrienden, collega’s en ik staan ons ernaast te verdringen om een glimp van de boten op te vangen. Na tien minuten van dit geneuzel manoeuvreer ik me langs de klapstoeltjes. En jawel, daar komt de buurman aangehobbeld. “Please move, this is our spot”, snauwt hij, terwijl hij me opzij duwt en de koelbox nog een stukje verder opschuift. “And this is our pride”, pareer ik nog. Voor dovemansoren. Buurlief is alweer druk met zijn boombox, biertjes en roze boa. Happy Pride!

Aan deze taferelen komt hopelijk binnenkort een eind. Versterkte muziek langs de route van de Canal Parade is sinds twee jaar geleden verboden. Wie daarbij met zijn drijvende privéfeestje wil aanmeren, dient tijdig een vignet te kopen bij de pride-organisatie. Daarbij geldt: hoe groter, hoe duurder. Hopelijk allemaal veel te veel gedoe voor onze buur. Joejoe en toedeloe.

"Holadijee, lekker gay for a day, maar hoeveel lhbtq personen zien we de rest van het jaar in jouw marketing terug?"

Waar de organisatie soms minder grip op heeft, zijn bedrijven die een graai proberen te doen in de pot met goud aan het eind van de regenboog. Zeker degene die dat niet tijdens een pride-parade, maar in hun (digitale) etalage doen. Soms wordt doelbewust ‘pinkwashing’ ingezet als roze bliksemafleider, vaker is er bij regenboogmarketing sprake van goedbedoelde argeloosheid. Dat je er best iets voor terug mag doen wanneer je een centje verdient aan de bittere strijd van een minderheid, daar staan sommige marketeers simpelweg niet bij stil. Voor hen – en de bewuste consument – deze handige checklist:

  1. Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
    Top dat iedereen volgens jouw bank/casino/energieleverancier lekker zichzelf moet kunnen zijn! Maar geldt dat ook voor je werknemers, wereldwijd? Keer de blik inwaarts en onderneem waar nodig stappen om de modewoorden ‘inclusie’ en ‘diversiteit’ een concrete invulling te geven op jouw werkvloer. Heb je bijvoorbeeld een roze netwerk? Hoe divers is jouw staf? Kunnen transgender werknemers bij jou rekenen op transitieverlof?
  2. Be queer throughout the year.
    Holadijee, lekker gay for a day, maar hoeveel LHBTQ-personen zien we de rest van het jaar in jouw marketing terug? Sta er bij het samenstellen van campagnes bij stil dat niet al jouw kopers cisgender hetero’s met anderhalf kind zijn?
  3. Geef en neem.
    Geinig, zo’n regenboogcroissant, maar tenzij een deel of liever nog de gehele omzet van die baksels wordt afgestaan aan een roze doel, zet het voor onze emancipatie precies nul zoden aan de dijk.
  4. Maak plaats.
    Meevaren in de Canal Parade? Zorg er dan voor dat jouw boot geen drijvend bedrijfsfeest wordt. Straight ally’s zijn o zo belangrijk, maar maak in de eerste plaats ruimte voor de community om wie het tijdens dit evenement draait en geef hen een prominente plek op je boot. Beter nog: sta je vaartuig af aan een lhbtq-organisatie die daar niet de middelen voor heeft.

Laten we er samen voor zorgen dat we ook als community een slaatje blijven slaan uit onze grootste vrijheidsviering. Waar mogelijk met een lach. Met een vleugje humor gaat dat activisme erin als zoete roze koek.

Beeld: Celso de Sanders

Powered by Labrador CMS