column

“Queer woede is mijn brandstof om in beweging te blijven”
Rocher Koendjbiharie over constructieve woede
Velen hebben een nare associatie bij woede, maar voor columnist Rocher Koendjbiharie is deze emotie juist zinvol. “Queer woede heeft gezorgd voor grote verandering.”
Homofobie en transfobie vliegen onze community steeds vaker om de oren. Online maken mensen me om de haverklap uit voor ‘flikker’ of ‘kankerhomo’ – wat nog veel vaker zal gebeuren nu Meta hun regels heeft ‘versoepeld’, met als gevolg dat gebruikers queer mensen zonder gevolgen ‘geestelijk gestoord’ mogen noemen. Vorig jaar bleek uit onderzoek van meerdere GGD’en dat de acceptatie van lhbtiqa+ mensen onder jongeren is afgenomen. Ik hoef maar één blik te werpen op ons politieke landschap om te zien dat het gros van de partijen in de Tweede Kamer onze gemeenschap liever kwijt dan rijk is. Een PVV die raaskalt over ‘genderwaanzin’, een NSC dat de trans zorg nog verder wil uitkleden, en ga zo maar door. Een gure tijd is aangebroken, waarin veel landen op het wereldtoneel een fascistische afslag nemen, en dat maakt me woedend.
“vanuit een woede die al langer broedde, ontstond een verzetsbeweging”
Veel mensen hebben een nare associatie bij woede, een emotie die goed voelbaar is in je lichaam. Je voelt je kaken op elkaar klemmen, je nagels in je handpalmen drukken en hebt misschien zin om te schreeuwen of met iets te gooien. Woede is een emotie die je van binnenuit kan opvreten tot je er geen controle meer over hebt. Maar woede kan naast vernietigend ook constructief zijn. Voor mij zorgt ze er juist voor dat ik niet verlam in het aangezicht van onrecht. Voor mij is woede de brandstof om in beweging te blijven, en voor de queergemeenschap kan ze zelfs een transformerende kracht zijn. Onze geschiedenis leert ons dat queer woede zorgde voor grote verandering.
De Stonewallopstand ontstond vanuit deze queer woede. In de vorige eeuw kreeg de lhbtiqa+-gemeenschap in New York te maken met structurele onderdrukking van de politie. Op de vroege ochtend van 28 juni 1969, tijdens de zoveelste inval bij queerbar Stonewall Inn, kwam de lokale gemeenschap in opstand. Vanuit een woede die al langer broedde, ontstond een verzetsbeweging die uitgroeide tot de internationale Pride-beweging zoals wij die nu kennen. Diezelfde queer woede zagen we in Nederland, in 1977, toen de Internationale Lesbische Alliantie de eerste Roze Zaterdag organiseerde – destijds de Internationale Homobevrijdings en -solidariteitsdag genoemd – als reactie op de antihomocampagne van de onlangs overleden Anita Bryant.
“geef queer woede de ruimte, onze veiligheid en vreugde staan op het spel”
Nu extreemrechts oprukt en met verstikkend conservatisme inspeelt op een angstige samenleving, is het van groot belang dat we onze queer woede de ruimte geven. Onze veiligheid en vreugde staan op het spel. Het was queer woede die vele protesten voortbracht. Woede over de situatie die was en de rechten die ons ontnomen werden. Diezelfde woede kan ons transformeren, bepalen of we in angst blijven leven of in actie komen. Gevoed door die woede moeten we onze onderdrukkers trotseren en zeggen: tot hier en niet verder. De samenleving duidelijk maken dat onze rechten zijn als de roze kanarie in de kolenmijn. Zingen, luid en vastberaden, totdat niemand ons meer de mond kan snoeren.